Multatuliherdenking
In het kader van de Multatuliherdenking Vlaanderen 1987 organiseerde de provinciale afdeling in de overvolle Academieraadzaal van de Gentse Rijksuniversiteit op 26 maart j.l. een geslaagde Multatuli-avond. Prof. dr. Ada Deprez, provinciaal voorzitter, opende de herdenking met een woord van welkom aan de vertegenwoordigers van de Nederlandse ambassade, de dames en heren volksvertegenwoordigers, de provinciegouverneur, de burgemeester en cultuurschepen van de stad Gent, de vertegenwoordigers van diverse culturele verenigingen en de talrijke sympatisanten.
Als eerste spreker handelde prof. dr. H. Balthazar, gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen, over de opgemerkte lezing die E. Douwes Dekker hield n.a.v. het 9e Nederduitsch Letterkundig Congres te Gent (19 augustus 1837) in de zaal van het Van Crombrugghe Genootschap. Tijdens dit door de katholieke pers als ‘vrijzinnig’ bestempelde congres, sprak Multatuli ‘Over het recht om een gevoelen af te keuren’. Verder had de gouverneur het over de relatie tussen Multatuli en de Gentse arbeidersbeweging in de periode 1867-1887.
Niettegenstaande Multatuli weinig sympathie had voor het socialisme, heeft de socialistische beweging steeds het ideeëngoed van Multatuli gekoesterd en gepropageerd, aldus de gouverneur. Lectuur van enkele arkels uit het socialistische dagblad Vooruit bewezen dit ten volle.
Na de heer gouverneur kwam de Utrechtse hoogleraar A.L. Sötemann aan het woord. Hij belichtte uitvoerig de progressief-vrijzinnige houding van Multatuli Echter niet zonder de nodige nuanceringen.
Prof. Sötemann is het niet eens met de verguizers van Multatuli die naar zijn oordeel te weinig oog hebben voor de literaire kwaliteiten van de geschriften en teveel kijken naar de relatie tussen Dekkers leven en datgene wat hij zegt in zijn werken, over Max Havelaar in relatie tot de feiten in de zaak Lebak, over zijn atheïsme en zijn politieke opvattingen. Voor een gedeelte is deze kritiek wel terecht, aldus Sötemann, maar ‘wat al te dikwijls wordt vergeten, is dat deze zaken al een eeuw lang vergeten zouden zijn wanneer Multatuli ze niet op een ongeëvenaard briljante en meeslepende wijze gelanceerd had. Immers, talrijke anderen hebben (...) over deze en ontelbare andere kwesties hun licht doen schijnen en zij zijn in de nacht der tijden verdwenen. De enige reden waarom dat Multatuli niet is overkomen, ligt in zijn grandioos schrijverschap, in de manier waarop hij zijn soms bijzonder scherpzinnige, verfrissende en ontmaskerende, maar even vaak onbekookte, botte en waanwijze opvattingen en ideeën vorm heeft weten te geven.’
Vervolgens ging prof. Sötemann, auteur van het proefschrift ‘De structuur van Max Havelaar; bijdrage tot het onderzoek naar de interpretatie en evaluatie van de roman’, dieper in op de in 1860 verschenen roman. Hij benadrukte daarin met name de geraffineerdheid waarmee Multatuli erin geslaagd is, door het arrangement van zijn verhaal, zijn zaak zo gunstig mogelijk voor te stellen en zijn pleidooi voor de eigen zaak en die van de Javaan maximale kracht te verlenen.
De lezing van prof. Sötemann werd afgerond met een optreden van het Gentse Multatuliteater dat fragmenten bracht uit de toneelbewerking van Minnebrieven.
Tot slot van deze geslaagde manifestatie werd door het ANV een receptie aangeboden.
Met deze voorlaatste activiteit rondde de Oostvlaamse provinciale afdeling van het ANV (die doorging onder de bescherming van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde te Gent, de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten te Brussel en de Rijksuniversiteit Gent) haar eerste werkjaar waardig af.
De laatste activiteit betreft de Zeelandreis (met bezoek aan Middelburg en de stormvloedkering aan de Oosterschelde) die georganiseerd wordt op 30 mei a.s.
W.C.