tieve en hoopgevende elementen in onze provincie. Het belang van de samenwerking tussen alle instituten die op de Campus gevestigd zijn, vormt een van de grootste vernieuwingen in dit land.
Het moet hier toch wel even gezegd worden dat de toekomst van het Limburgs Universitair Centrum zwaar aangetast werd door de besparingsplannen van de regering. Geen universiteit of universitair centrum werd zo zwaar getroffen als het L.U.C., alhoewel geen enkele nieuwe instelling zo sterke vernieuwingen doorvoerde in zijn didactische aanpak, in zijn democratische recrutering en in zijn dienstbetoon aan de regio. Een prioritaire eis is dan ook het herstel van deze onrechtvaardigheid.
De verdere uitbouw van de Campus sluit hierbij aan: het is immers duidelijk dat ook in de volgende jaren zal dienen geïnvesteerd in nieuwe richtingen, wil ons land ten minste bijblijven in het wereldgebeuren. Deze richtingen kunnen evengoed op de Limburgse Campus tot ontwikkeling komen. Wij denken hierbij aan: informatica-onderwijs, waarvoor geen top-opleiding in België bestaat; materiaalkunde en nieuwe materialen; optica aansluitend bij de industriële ontwikkeling; biotechnologie; de ontwikkeling van kennissystemen.
Met weinig financiële middelen kan verder overgegaan worden tot een verruiming van de kandidaatsopleidingen zoals landbouwwetenschappen, farmacie, aardrijkskunde, geologie.
Met de grootste nadruk wordt hier nogmaals gepleit voor de integratie van de Economische Hogeschool in het L.U.C.
Op de Campus zijn eveneens gevestigd: het Fonds voor Technologisch Onderzoek, de IMEC-cel, het Wetenschappelijk Technologisch Centrum voor de Metaalverwerkende nijverheid, het Limburgs Centrum voor Moderne Leermiddelen, als zovele overdrachten contactsystemen naar industrie en onderwijs toe. Zij bewijzen op dit ogenblik al uitzonderlijke diensten en liggen aan de basis van vele nieuwe initiatieven. Hun uitbouw dient verder gestimuleerd te worden.
Even afwijkend van het universitair onderwijs zou ik daarnaast het accent willen leggen op de diversificatie van het hoger onderwijs van het korte type. De remwet werd hier opgeheven; de oprichting van nieuwe afdelingen wordt nu mogelijk. De programmatie van deze nieuwe afdelingen is voor onze provincie van uitzonderlijk belang gezien de achterstand die hier nog altijd bestaat.
De Provincie denkt voor haar net aan het graduaat landmeter, boekhouden, verzekeringen, medisch secretariaat, fiscaliteit, informatica. Daarnaast het graduaat in de land- en tuinbouw, het graduaat fysische behandelingen, muziektherapie en het technisch regentaat handel.
Ook het Rijksonderwijs en het Vrij onderwijs zullen nieuwe richtingen programmeren.
Een project dat in de volgende jaren tot ontwikkeling zal komen, vormt de ‘Open Universiteit’ of het ‘Open Hoger Onderwijs’. Hiervoor is Limburg een aangewezen werkterrein. Met aandrang vragen wij dat dit project in Limburg zal worden gevestigd.
Ik sprak reeds even over de tertiaire sector in onze provincie die t.o.v. het landsgemiddelde nog een belangrijke achterstand kent. In België is 67% van het aantal tewerkgestelden bezig in de dienstensector; in Limburg ligt dit percentage op slechts 50%: dit is een van de laagste provinciale scores in België. Wil men de achterstand van tewerkstelling in b.v. de publieke verzorgings- en dienstensector wegwerken, dan zou in het kader van de decentralisatie en de deconcentratie een aantal officiële en parastatale diensten geheel of gedeeltelijk naar Limburg dienen overgeheveld te worden.
De Nederlandse overheid heeft in het verleden bewust gekozen voor de inplanting van een aantal sterke groeipolen in onze buurprovincie die met dezelfde problemen te maken heeft. Dank zij deze politiek werden in Nederlands Limburg 7.000 arbeidsplaatsen gerealiseerd.
Aansluitend hierbij zou ik even de aandacht willen vestigen op de intenties van de regering in verband met de ziekenhuisbedden. Wij zouden met aandrang willen vragen hier geen lineaire maatregelen te treffen maar rekening te houden met de specifieke situatie hier ter plaatse. Er zijn in Limburg minder ziekenhuisbedden dan elders, er zijn er zelfs tekort, zodat de vervanging van het z.g. teveel aan ziekenhuisbedden door verzorgingsbedden zelfs niet mogelijk is.
In het kader van de industrialisering hebben de beide Al-investen nu reeds een belangrijke rol gespeeld: ongeveer 5.000 arbeidsplaatsen werden geschapen of gered. Het succes van deze Investen is ongetwijfeld ook te danken aan de streek-inplanting en de medewerking van personen uit het eigen bedrijfsleven. Ondertussen heeft Voorzitter Geens van de Vlaamse Executieve meegedeeld op de Projectdag te Genk dat in het kader van de K.S.-herstructurering een nieuwe reconversieholding voor Limburg zal opgericht worden. Voor deze holding zal een kapitaal van één miljard BF worden aangedragen door de overheidsholdings N.I.M., G.I.M.V. en het Vlaams Fonds voor Herstructurering van de Nationale Sectoren. De holding zal nadien nog eens de beschikking krijgen over 3 miljard BF trekkingsrechten.