Neerlandia. Jaargang 91
(1987)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |||||||||||||||||||||
Het ontstaanAan het begin van deze eeuw kan men een drietal stromingen onderscheiden, die als het ware convergeerden in de oprichting van de ISVW, een internationaal georiënteerd centrum ‘ter verdieping van levensen wereldbeschouwing’ (artikel 2 van de statuten). Er was in de eerste plaats een sterke golf van pacifistisch internationalisme, als reactie op de bekrompen nationalismen die in de 19de eeuw fel aangewakkerd werden en die mede tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zouden leiden. We vermelden vervolgens de socialistisch geïnspireerde idee van volksopvoeding. Velen waren de mening toegedaan dat een emancipatie van mens en maatschappij slechts dan binnen bereik kan komen, wanneer ook ‘de gewone man’ toegang heeft tot de geestelijke en culturele goederen dieHet prille begin in 1916. Vóór het eigen gebouw in 1917 gereed kwam, werden de cursussen in deze woning, Wilhelminastraat 18 te Amersfoort, gehouden.
traditioneel slechts leven binnen een bovenlaag van de maatschappij. Daarom trouwens opteerden de oprichters van de ISVW voor de naam ‘School’ en niet bijvoorbeeld voor ‘Hogeschool’: de drempel moest zo laag mogelijk blijven. Tenslotte was er een stroming werkzaam die, voor zover ik dat kan overzien, nogal typisch Nederlands was: een althans onder intellectuelen zeer levendige belangstelling voor allerlei levensbeschouwelijke en spirituele theorieën, die men toentertijd onder de overkoepelende term ‘wijsbegeerte’ kon vangen. Men zal opmerken dat we met een beknopte aanduiding van de grote krachten, die leidden tot de oprichting van de ISVW, tevens een verklaring gaven voor de drie ingrediënten in de naam van de instelling. De feitelijke oprichting verliep echter geenszins op een vanzelfsprekende manier. Een eerste poging om tot een internationaal wijsgerig centrum te komen, was opgeborreld binnen de zogenaamde ‘Forte-Kreis’, waarvan o.a. Frederik van Eeden, Gustav Landauer en Martin Buber deel uitmaakten. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verijdelde echter hun plannen. Van Eeden legde zich bij deze mislukking niet neer en zocht in het neutrale Nederland ondersteuning voor wat inmiddels ‘het Amersfoortsche plan’ was gaan heten. Hij vond die steun bij talrijke vooraanstaande intellectuelen; we noemen slechts de wiskundige L.E.J. Brouwer, de sinoloog en schrijver H. Borel en de architect K.P.C. de Bazel, die een paar jaar later het hoofdgebouw van de ISVW zou ontwerpen. In 1915 werd een voorlopig comité gevormd, waarvan J.D. Reiman, een Amersfoortse rentenier met theosofische belangstelling, de secretaris was. Mede dankzij de financiële inbreng van Reiman, werd de ISVW eindelijk op 13 februari 1916 officieel een feit. Op de constituerende vergadering deden zich al meteen grote moeilijkheden voor. Enkele van de initiatiefnemers, waaronder van Eeden, Brouwer en Borel, vonden dat de leerlingen en aanhangers van de Nederlandse hegeliaan G.J.P.J. Bolland al te sterk vertegenwoordigd waren in de bestuurlijke regionen van de instelling en traden terug. Dit was slechts de eerste van een vrij indrukwekkende reeks van principieel-ideologische schermutselingen die de geschiedenis van de ISVW gekend heeft. Met enige overdrijving zou men kunnen stellen dat er twee rode draden lopen door de 70-jarige geschiedenis van de ISVW: de ideële spanningen en conflicten enerzijds, de financiële zorgen anderzijds. Het mag dus zonder meer opmerkelijk heten dat het instituut al zovele jaren operationeel is, met als enige onderbreking de periode 1940-'45. Als erkenning voor haar jarenlange activiteiten, werd aan de ISVW op 28 februari 1970 de Visser-Neerlandia prijs toegekend. | |||||||||||||||||||||
ActiviteitenDe ISVW is in de eerste plaats een cursusen conferentiecentrum. Als zodanig is er in de loop van de tijd weinig wezenlijke verandering gekomen in haar werkwijze. Deskundigen en belangstellenden worden rond een bepaald filosofisch thema bij elkaar gebracht in de verwachting dat kennisoverdracht, kritische bezinning, discussie en oordeelsvorming zullen plaatsvinden. Het spreekt wel vanzelf dat dit de ene keer beter lukt dan de andere keer - een algemene uitspraak over de geleverde kwaliteit zou weinig zinvol zijn. We beperken ons tot enkele objectieve vaststellingen.
| |||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||||||||||||
Het spreekt wel vanzelf dat het huidige activiteitenpeil een vrij zware belasting vormt voor een kleine organisatie, die de laatste jaren bovendien moet opboksen tegen een ronduit ontmoedigend overheidsbeleid. Van 1982 tot 1984 - in twee jaar tijd - tuimelde de subsidie omlaag van ca. f. 550.000,- tot ongeveer een kwart van dit bedrag. Dit had overigens niets te maken met een specifiek beleid ten aanzien van de ISVW als zodanig; het ging om het resultaat van blinde bezuinigingsmaatregelen die ‘toevallig’ voor de ISVW heel slecht uitpakten. Hoe dan ook, als een beloning voor de geleverde inspanningen en voor het onmiskenbare succes van deze inspanningen, kan de ontwikkeling van de overheidssubsidie moeilijk gezien worden. Een cursus van Prof. Dr. A.H. de Hartog in 1917. Er is sindsdien veel veranderd!
| |||||||||||||||||||||
De balansMen kan het ten zeerste betreuren, maar men kan er niet omheen: de produktieprijs van sommige diensten, geleverd ‘voor 't nut van 't algemeen’, ligt zodanig hoog dat maar weinigen zich deze diensten zouden kunnen veroorloven zonder tussenkomst van de overheid. Men kan daarbij denken aan musea en symfonie-orkesten, en ook aan cursusinstellingen als de ISVW. Op een instelling die mede onderhouden wordt door de belastingbetaler, onder verwijzing naar het algemeen belang, rust een sterke legitimatiedruk, uitgerekend in perioden waarin de vertegenwoordiger van het algemeen belang er weinig blijk van geeft prijs te stellen op de moeite die de subsidiënt zich getroost. We proberen een voorlopige balans op te maken: wat is de bijdrage geweest van de ISVW aan het culturele welzijn of bewustzijn van de nederlandse bevolking? Weegt deze bijdrage op tegen de zoveel miljoenen guldens die de overheid er in heeft gestopt? De oprichters hadden, zoals dat gaat, hooggestemde verwachtingen omtrent dit instituut. Zo zag men in de wijsbegeerte ‘een middel om de menschen boven het brutale egoïsme van de dag te verheffen, dat op het grotewereldtoneel hoogtij vierde’. Ik denk dat we moeten erkennen, met alle respect voor het idealisme van de grondvesters, dat het maatschappelijk effect van de instelling, tijdens haar 70 jaren van bestaan, gering is geweest. In verband hiermee, moeten we trouwens vaststellen dat ook van het hele ‘internationalisme’ weinig terecht kwam. Zeker, talloze buitenlandse vooraanstaanden vereerden ons met een bezoek, maar die basis is toch veel te smal om van een echt internationaal centrum te kunnen spreken. Zonder veel overdrijving kan men stellen dat in het buitenland niemand de ISVW kent. Een ander punt waarop de oorspronkelijke ideeën jammerlijk faalden, is dat van de ‘Volkserziehung’. Alle goede bedoelingen ten spijt, moeten we na al die tijd vaststellen dat de ‘gewone man’ niet is komen opdagen. De drempel is toch te hoog gebleken - de overgrote meerderheid van de cursisten bestaat uit personen die een of andere vorm van hoger onderwijs genoten. Men kan dit betreuren, maar men zal tevens moeten erkennen dat dit fiasco, gelet op de inhoudelijke doelstellingen van het instituut, voorspelbaar en wellicht ook onvermijdelijk was. Aan de andere kant staat buiten kijf dat de ISVW een grote bijdrage geleverd heeft aan de verspreiding van wijsgerige inzichte onder personen die vanuit hun vooropleiding, hun interesse of hun beroepssituatie de drempel tot een wijsgerig instituut konden overwinnen. Zo heeft bijvoorbeeld Adriaan de Groot, wellicht Nederlands in het buitenland bekendste psycholoog en methodoloog, getuigenis afgelegd van de grote vormende waarde die zijn bezoeken aan de ISVW hadden in het kader van zijn wetenschappelijke loopbaan. Talloze wetenschappers en ‘professionals’, vanuit de meest uiteenlopende disciplines en persoonlijk-maatschappelijke achtergronden, hebben de ISVW ten zeerste op prijs gesteld als een centrum waar ze op een volstrekt ongedwongen wijze elkaar konden ontmoeten en stimuleren. De invloed die van de ISVW is uitgegaan op het culturele klimaat is, hoe subtiel en onmeetbaar ook, ongetwijfeld zeer reëel geweest. Er zijn vele voorbeelden te geven van gebieden waarop de ISVW een innoverende rol heeft gespeeld. Men denke slechts aan de Signifische zomercongressen die gehouden werden in de jaren '50, aan de tien zomerweken ‘Wetenschap en Samenleving’ die de ISVW organiseerde vanaf 1974 en die een enorme stimulans betekenden voor dit onderzoeksgebied in | |||||||||||||||||||||
[pagina 41]
| |||||||||||||||||||||
Nederland en aan de jaarlijkse cursus ‘Feminisme en Filosofie’, vanaf 1978, die eveneens een voortrekkersrol heeft gespeeld. In tegenstelling tot universitaire of andere officiële instituties, is de ISVW soepel genoeg om in te kunnen spelen op zeer actuele ontwikkelingen en behoeften. Een mooi voorbeeld van de manier waarop de ISVW innoverend en aanvullend werk verricht, is het dit jaar te organiseren ontmoetingscongres voor Vlaamse en Nederlandse wijsgeren. Vorig jaar bereikte ons van verschillende kanten de bedenking dat de filosofen uit Noord en Zuid elkaar zo slecht kennen - eigenlijk een absurde situatie. Er werden meteen ontwikkelingen in gang gezet, zodat we op 7 en 8 november '86 een eerste kennismaking beleefden. Zo zijn er nog talrijke initiatieven op te noemen waaruit kan blijken dat de ISVW aardig aan de weg heeft getimmerd, maar dit zou ons hier te ver voeren. Een enkel woord toch nog over de manier waarop de ISVW in gepubliceerde vorm naar buiten is getreden. Aan de instelling is steeds een tijdschrift verbonden geweest. Gedurende lange tijd was dit het (welhaast legendarische) Amersfoortse Stemmen, dat in 1980 echter plaats moest maken voor een meer professioneel filosofisch tijdschrift Filosofie en Praktijk. Vanaf 1984 is de ISVW geassocieerd met het tijdschrift Wijsgerig Perspectief. Naar aanleiding van bepaalde activiteiten van de ISVW verschenen in de loop van de tijd ook talrijke boeken en brochures, themanummers van tijdschriften, etc... Ik vermeld tot slot een heel nieuw initiatief, namelijk Handelingen, een tijdschrift voor handelingstheoretisch onderzoek, dat naar aanleiding van een ISVW-conferentie onlangs werd opgericht en ook door de ISVW wordt geredigeerd en uitgegeven. Samenvattend denk ik dat we tot de volgende tweeledige conclusie moeten komen:
Het is niet aan mij te beoordelen hoeveel aan subsidie het vervullen van die rol de overheid waard zou moeten zijn. Eind 1984 heeft in ieder geval de Tweede Kamer een stem laten horen in dit verband. Via een amendement werd de minister duidelijk gemaakt dat men in ieder geval niet zou accepteren dat de ISVW door nog verdere besnoeiingen van het toneel zou verdwijnen. | |||||||||||||||||||||
De toekomstWe hebben gezien dat omstreeks de eeuwwisseling de term ‘wijsbegeerte’ omgeven werd door een aureool van idealistische ambities. De hedendaagse inhoud van het begrip, van het vakgebied, is meer pragmatisch gedefinieerd. De volgende probleemgebieden staan in de wijsbegeerte van vandaag de dag centraal:
Overhandiging van de Visser-Neerlandia-prijs aan de voorzitter Dr. C.J. Schuurman op 28 februari 1970 te Antwerpen.
taalgebied geschikt om hierbij een grote rol te vervullen. De instelling heeft daartoe belangrijke troeven in handen:
De opgaven waarvoor de ISVW zich geplaatst ziet, zijn niet gering. De toekomst wordt op dit moment op diverse fronten voorbereid: de accommodatie krijgt een ‘face lift’, het conferentiewerk wordt geprofessionaliseerd, nieuwe markten worden verkend en het cursuswerk is volop in beweging. Men zal begrijpen dat we de viering van het 70-jarig bestaan ook zagen als een vingeroefening voor het grote jubileum in 1991. P. WOUTERS directeur ISVW Belangstellenden kunnen het cursusprogramma opvragen door te schrijven naar: ISVW-Administratie, Dodeweg 8, 3832 RD Leusden (Nederland). |
|