Neerlandia. Jaargang 91

[p. 2]

Dutch Heights

In december 1986 verscheen het eerste nummer van het Engelstalige cultuurblad ‘Dutch Heights, Arts and Culture in the Netherlands’, uitgegeven door het Nederlandse ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, i.s.m. de uitgeverij Fieggen, Huese & Partners. Een financiële inbreng is er ook van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken.

‘We zullen aan Holland Promotion doen’, was de reactie van Cultuurminister Brinkman destijds op het voorstel van de Stichting Ons Erfdeel om een gezamenlijk Nederlands-Vlaams cultureel tijdschrift voor Engelstaligen uit te geven (The Low Countries). Welnu, Dutch Heights bewijst dat het menens was.

Vooral op pagina 42, de laatste bladzijde, rijzen de haren ons ten berge als we de algemene informatie over ‘Dutch life and culture’ lezen. Onder het hoofdstuk ‘Language’ staat daar zwart op wit gedrukt: ‘The language spoken throughout the Netherlands is Dutch, one of the Germanic family. There are related languages like Frisian, which is spoken in the province of Friesland, and Flemish, in the north of Belgium’.

Het Fries en het Vlaams worden m.a.w. over dezelfde kam geschoren en bestempeld als talen die verwant zijn aan het Nederlands. Je hoeft geen filoloog te zijn om je ongemakkelijk te voelen bij het lezen van dergelijke nonsens. Het Vlaams beschouwen als een variante van het Nederlands is al nauwelijks aanvaardbaar, maar het Vlaams op dezelfde hoogte plaatsen als het Fries, dat zonder meer een afzonderlijke taal is (met een eigen grammatica, morfologie, fonetiek, woordenschat, spelling, ...), is uit den boze.

Op pagina 5, in een stukje over Claus (‘Hugo Claus, Flemish writer’), vinden we nog een - weliswaar zwakker - staaltje van onwetendheid: ‘The Flemish language used in parts of Belgium is very close to the Dutch used in the Netherlands’.

Protest kwam reeds van de Belgische ambassadeur in Den Haag - de heer Herpin -, van de Nederlandse Taalunie, van gemeenschapsminister P. Deprez (Externe betrekkingen), van het Algemeen-Nederlands Congres en van het Algemeen-Nederlands Verbond. Voorzitter Waltmans van het ANV interpelleerde minister Brinkman zelfs in de Eerste Kamer (20 januari 1987). Hij kreeg daarbij de steun van de heren Eijsink en Postma. De vragen luidden als volgt:

1. Hebben de ambassadeur van België in ons land en de Nederlandse Taalunie geprotesteerd tegen bepaalde uitlatingen in het officiële Engelstalige tijdschrift voor kunst en cultuur in Nederland Dutch Heights (Winter 1986/1987 - 1)?

2. Acht U het protest gerechtvaardigd in het licht van de door Nederland en België onderschreven doelstellingen van de Nederlandse Taalunie?

3. Bent U bereid officieel afstand te nemen van genoemde uitlatingen?

4. Bent U bereid maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen?

5. Erkent U dat de afwijzing van een gezamenlijk Nederlands-Vlaams Cultureel tijdschrift door de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur niet zo'n goede zaak blijkt te zijn?

6. Bent U bereid wanneer U ‘Dutch Heights’ gaat evalueren de mogelijkheid van een gezamenlijk Nederlands-Vlaams Cultureel tijdschrift opnieuw in overweging te nemen?

Als W.V.C. bevolkt wordt met minus habentes als diegenen die Dutch Heights hebben gebaard, dan is de strijd voor de Nederlandse cultuur inderdaad nog lang niet gestreden.

Dutch Heights is volgens de uitgevers bedoeld om informatie te verstrekken over het culturele leven in Nederland en om de internationale culturele betrekkingen te ondersteunen. Het blad verschijnt op 5000 exemplaren en wordt verspreid via de diplomatieke

[p. 3]

vertegenwoordigingen. Het ‘richt zich op culturele beleidsmakers en beslissers in het buitenland’.

Coördinator-hoofdredacteur is Louis Smit; eindredactrice is Petra Dupuits; in de adviesraad zetelen Paul Kuypers, Jan Lodeizen, Max van Rooy en Maarten Mourik.

Dutch Heights moet de opvolger zijn van het in 1973 ter ziele gegane blad Delta, dat aanvankelijk werd vervangen door een katern ‘Insight Holland’ in het tijdschrift Holland Herald.

De eerste aflevering bevat bijdragen over het Amsterdamse Muziektheater, poppentheater Triangel, de componist Louis Andriessen, Nederlandse landschapsschilderkunst, de 18de-eeuwse schrijfster Belle van Zuylen en de glasblazer Andries Copier. Aandacht wordt verder besteed aan de Nederlandse manifestatie in Hongarije (september-oktober 1986) en aan de manifestatie ‘Amsterdam, culturele hoofdstad van Europa’ (1987). In de rubriek ‘People’ worden Harry Mulisch, Hugo Claus en Cox Habbema belicht.

Men kan zich afvragen waarom ook hier Vlaanderen en Nederland hun cultuur niet gezamenlijk naar buiten brengen. Dit zou niet alleen doeltreffender zijn, maar ook goedkoper. Een concept in die zin werd enkele jaren geleden uitgewerkt door de Stichting Ons Erfdeel, die ‘The Low Countries’ wou uitgeven. Hoewel hier heel wat voorbereidend werk in was gestoken, kwam het initiatief niet van de grond door een subsidieweigering van minister Brinkman. Het enige anderstalige algemeen-Nederlands cultureel tijdschrift voor het buitenland blijft vooralsnog het Franstalige Septentrion van de Stichting Ons Erfdeel. Iemand wees er ons trouwens op dat alleen al de rubriek ‘Actualités’ van Septentrion twee keer zoveel informatie bevat als een volledig nummer van Dutch Heights. Dit laatste is wel zeer luxueus uitgegeven, helemaal in veelkleurendruk, op glanzend papier en quarto-formaat. Het zal drie keer per jaar verschijnen en kost 25 gulden (Benelux), 40 gulden (Europa) en 60 gulden (rest van de wereld).

Terloops: het volgend nummer van Dutch Heights zal een rechtzetting bevatten over de kwestie Vlaams/Nederlands en een bijdrage over de Nederlandse Taalunie.

Wilfried VANDAELE