Neerlandia tijdens de tweede wereldoorlog
Zodra na mei 1940 bleek dat de in Den Haag gepubliceerde Neerlandia in het gedrang kwam, besloot de Groep Nederlandse Antillen van het Algemeen-Nederlands Verbond de publikatie van het blad tijdelijk op zich te nemen. Zo verscheen Neerlandia gedurende de vijf oorlogsjaren op Curaçao. Het tijdschrift, met een vrijwel ongewijzigd titelblad, telde gemiddeld zestien bladzijden en een oplage van 2500 exemplaren, en werd doorgaans gratis de wereld ingestuurd.
De man die de uitgave al die jaren in stand hield, was de heer Willem Meijer. Hij was als man van het onderwijs in Willemstad aangekomen, werd daar secretaris van de A.N.V.-afdeling en werd vrijwel onmiddellijk belast met de uitgave van de ‘oorlogs-Neerlandia’.
De nodige gelden kwamen gedeeltelijk van de overheidsloterij Fortuna, van de overheid, van de Konink lijke Vereniging Oost en West, van donatoren uit Zuid-Amerika, en van advertenties die op de kaft werden afgedrukt.
Voor de bijdragen deed Meijer een beroep op informanten in New York, Londen, Noord- en Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, het voormalig Nederlands-lndië en de gouvernementspersdienst op Curaçao zelf. Voorts dacht hij op de medewerking te kunnen rekenen van een 17-tal vertegenwoordigers van het Verbond in de Antillen, Argentinië, Brazilië, Canada, Cuba, Florida, Mexico, Michigan, Minneapolis, Panama, Peru en Venezuela en schreef hij ook de officiële Nederlandse vertegenwoordigers aan in Noord- en Zuid-Amerika. Veel steun kreeg hij van hen echter niet.
Meijer zag Neerlandia als bindmiddel tussen de Nederlanders in den vreemde. Het tijdschrift moest een echt cultureel blad zijn, dat ook populair-wetenschap pelijke bijdragen diende te brengen en een algemeen maandblad kon worden voor tal van verenigingen.
In het mei-nummer van 1942 maakte Meijer een balans op. Deze viel negatief uit. Tegenkanting kreeg hij o.a. van de grote afdeling ‘Nieuw Nederland’ in New York, die in haar maart-vergadering ronduit had verklaard geen behoefte te hebben aan Meijers’ blad. New York zag in ‘Neerlandia nieuwe stijl’ een versnippering van krachten. Het tijdschrift moest het Verbondsorgaan blijven, zonder meer.
De vijf jaargangen van de tijdelijke Neerlandia vertonen vrijwel steeds dezelfde indeling, met o.m. een hoofdartikel, doorgaans van Meijer, en een groot artikel, meestal over een historisch onderwerp. Enkele pagina's werden maandelijks besteed aan nieuws uit Nederland en regelmatig verschenen teksten van interessante radio-uitzendingen. Naast het afdelingsnieuws was er een vaste rubriek ‘Taalwacht’, die aandacht had voor taalzuivering. Elk nummer van de Curaçaose Neerlandia drukte ten slotte een gedicht af, dat in het volgende nummer werd besproken.
P.J de Kanter aftredend algemeen voorzitter (11 juli 1940).
Prof. dr. Jan de Vries: de nieuwe voorzitter
Willem Meijer, bezieler van de 5 oorlogsjaargangen van Neerlandia, uitgegeven op Curaçao.