Wat ook de stand van zaken van de integratie zij, wat de nationale bibliotheek en de nationale bibliografie betreft, moet men hoe dan ook uitgaan van de eenheid van het Nederlandse taalgebied.
Eerst dient opgemerkt dat er in Nederland nog steeds geen wettelijk depot bestaat. De inventarisatie gebeurt op basis van een afspraak tussen de staat en de organisatie van uitgevers.
In 1973 kon de K.B. bekomen dat de boeken die ingezonden werden bij het samenstellen van Brinkman's Catalogus van boeken uitgegeven in Nederland en Vlaanderen, na beschrijving niet meer werden teruggezonden naar de respectieve uitgevers, maar konden worden opgenomen in de bibliotheek. Tevens konden de uitgevers overhaald worden op vrijwillige basis telkens één exemplaar van een nieuw boek af te staan. Zo kon op 1 januari 1974 bij de K.B. het Depot van Nederlandse Publikaties van start gaan. In 1976 vond de integratie plaats van de nieuw opgezette onderneming van de K.B. en de redactie van Brinkman's Catalogus. De rechten van de Catalogus gingen in 1982 trouwens over op de staat.
Toch is een wettelijke regeling van het depot nog steeds gewenst.
Van bij de aanvang werd ook de Vlaamse boekproduktie, voor zover ingezonden bij de redactie van Brinkman's Catalogus, bijgehouden.
Op 22 april 1983 werd het Samenwerkingsverband Nederlands Bibliografisch Centrum (NBC) opgericht, om de werkzaamheden op het terrein van de bibliografie te coördineren en het beleid terzake uit te stippelen.
Het samenwerkingsverband berust op een akkoord, gesloten tussen de Nederlandse staat en een aantal organisaties uit de boekenbranche, waaronder ook de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen (VBVB).
Wat nu de Nationale Bibliotheek voor Vlaanderen betreft, ook die zou volgens Willemsen moeten opgenomen worden in het NBC, en nu reeds zou Antwerpen bij het NBC moeten worden betrokken.
Regionale depots zijn immers ondersteunend voor algemene depots (i.c. Brussel en Den Haag), omdat ze sommige uitgaven gemakkelijker op het spoor komen. Dit is des te belangrijker voor Vlaanderen omdat daar veel boeken in eigen beheer worden uitgegeven.
Anderzijds kan een Vlaamse bibliotheek, aansluitend bij wat het AMVC nu al jaren doet, een grote rol spelen bij het verzamelen van ‘betrekkelijk efemeer drukwerk’ (affiches, pamfletten, menu's...), dat nu door de nationale depots veelal wordt verwaarloosd.
Het instellen van de Nationale Bibliotheek voor Vlaanderen mag echter volgens Willemsen niet betekenen dat er nu ook een nationale bibliografie moet komen voor Vlaanderen. Aangezien Brinkman's Catalogus het hele Nederlandse taalgebied bestrijkt en daarnaast de Belgische Bibliografie van de Brusselse K.B. bestaat, moet de taak van de Vlaamse bibliotheek beperkt blijven tot het signaleren van uitgaven die anders misschien over het hoofd kunnen worden gezien.
Wat de Vlaamse Bibliotheek eventueel wel kan doen, is het (helpen) samenstellen van speciale bibliografieën, zoals W. van den Steene er b.v. een maakt voor de Vlaamse Beweging.
Ook kan de Nationale Bibliotheek, alweer aansluitend bij het werk van het AMVC en de Antwerpse stadsbibliotheek, een grote aandacht hebben voor de oudere publikaties.
Terloops wijst Willemsen erop dat er al tientallen jaren lang een goede samenwerking bestaat tussen het AMVC en het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum in Den Haag, waarvoor het AMVC trouwens model heeft gestaan.
Willemsen vraagt de Nationale Bibliotheek voor Vlaanderen zich niet in een zelfbevestigend particularisme in te graven en zich niet af te zetten tegen Brussel en Den Haag.
Een nauwe samenwerking, volgens precieze afspraken, is volgens hem van uitzonderlijk belang, ook vanuit algemeen-Nederlands oogpunt.
Het colloquium was niet alleen buitengewoon interessant, maar de teksten kunnen voldoende stof leveren voor een degelijk boek over het wettelijk depot in Europa. Wat de Nationale Bibliotheek voor Vlaanderen betreft, ziet het er bovendien naar uit dat men ook op het wetgevende vlak niet bij de pakken blijft zitten. Niet alleen de initiatiefnemers van de studiedag hadden al een ‘ontwerp van decreet’ klaargemaakt, maar ook in de Vlaamse Raad werd op 15 mei al een voorstel van decreet voorgelegd door Daan Vervaet (V.U.-fractie).
Hij vraagt echter dat van alle publikaties 9 exemplaren zouden worden afgestaan (voor de nationale bibliotheek en voor de universiteiten).
Vanuit het standpunt van de uitgevers zal dit allicht wel van het goede te veel zijn...
Wilfried VANDAELE