60/40 is een goede verhouding
‘Het is nu wel voor iedereen duidelijk - zelfs de koning zegt het in vele van zijn toespraken! - dat de enig mogelijke toekomstige organisatie van de Belgische staat erin bestaat, dat het Vlaamse en het Waalse volk op vele gebieden hun eigen potje koken, dat zij zelf beslissen wat zij willen. M.a.w.: een doorgedreven federale inrichting van de staat, waarbij de centrale overheid nog enkel die dingen regelt die ook in andere federale staten centraal blijven: munt, algemene buitenlandse politiek, leger... Als men buiten onze grenzen kijkt, stelt men vast dat de behoorlijk ingerichte federale staten tot de meest welvarende ter wereld behoren: Zwitserland, de Verenigde Staten van Amerika, de Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, Canada.
In al die landen moeten de deelstaten rondkomen met de belastingen die zij aan hun eigen mensen vragen. Zij gaan dan ook veel zuiniger te werk. En de centrale staat, die veel minder behoeften heeft, legt aan zijn inwoners een lagere belastingsdruk op dan in België. Kortom, een goede federale
staatsinrichting betekent: beter bestede staatsuitgaven en dus ook minder belastingen.
De federale omvorming van België loopt niet van een leien dakje. 15 jaar geleden kwam men tot een beperkte cultuurautonomie; 5 jaar geleden geraakte men tot een gebrekkige overheveling van een aantal bevoegdheden en diensten naar Vlaanderen en Wallonië. De volgende stap zal ten vroegste volgend jaar, na de verkiezingen, gezet worden. Het geheel kan nóg 5 jaar of meer duren.
De staatshervorming neemt zoveel tijd in beslag, omdat een aantal mensen zich weren om toch maar zoveel mogelijk macht centraal te houden. Ook omdat de Walen proberen te ontsnappen aan een regel die overal elders in de wereld normaal is: wie zelf wil uitgeven, moet zelf zorgen voor de inkomsten. Zij blijven voor hun uitgaven het geld halen uit de centrale kas, want die wordt voor meer dan 60% gevuld door de Vlamingen.
Federaliseren duurt lang. Ondertussen moeten wij ervoor zorgen, dat wij niet langer de kaas van ons brood laten eten!
De staatshervorming van 1980 is al nadelig genoeg voor Vlaanderen! Toen werd de zgn. dotatieregeling ingevoerd, waarbij Vlaanderen en Wallonië hun financiële middelen moeten ontvangen uit de centrale staatskas. Met het gevolg dat Wallonië alleen al voor de dotaties nu 30 miljard (30 × 1000 miljoen) per jaar te veel ontvangt.
Bij een volgende stap in de federalisering moet er een rechtvaardiger financieringssysteem toegepast worden!
En ondertussen? Zes miljoen Vlamingen tegen vier miljoen Walen, waarbij de Vlamingen instaan voor meer dan 60% van de welvaart in het land. Zou het dan niet normaal zijn dat de Vlamingen, die meer dan 60% van de Belgische belastingen betalen, alvast 60% van de betrekkingen bekomen in de centrale administraties en in de centrale parastatalen?
Zover zijn wij bijlange nog niet!
De meeste taalkaders in de ministeries, parastatalen enz. voorzien verhoudingen 50 N/50 F, soms 52/48, soms 52,5/47,5. (Een Vlaams minister heeft ooit geprobeerd in de Algemene Spaar- en Lijfrentekas een taalkader te doen aanvaarden 57% Nederlandstaligen tegenover 43% Franstaligen. Zijn voorstel werd zonder meer verworpen). Er zijn nog altijd staatsdiensten waar de verhoudingen nog slechter liggen, waar zelfs nog geen taalkaders zijn. En, als de klap op de vuurpijl: er liggen weer ontwerpen klaar om taalkaders in te voeren met een verhouding 50/50!
In deze tijd van werkloosheid moet iedere Vlaming begrijpen, dat het om tienduizenden betrekkingen gaat, die de Vlamingen gewoon ontstolen worden!
Het is niet omdat diensten en ministeries over één jaar, twee jaar, vijf jaar of meer zullen gesplitst worden en overgeheveld naar Vlaanderen en Wallonië, dat we ons nu in de doeken moeten laten doen. En dit is geen afwijzen van solidariteit met Wallonië: solidariteit is er al genoeg langs de weg van de sociale zekerheid.
De oplossing?
Voor alles wat niet of nog niet tot de autonome bevoegdheid van Vlaanderen of Wallonië behoort, moet zonder uitstel voor alle betrekkingen van laag en hoog een normale verhouding 60/40 ten voordele van de Vlamingen toegepast worden. Dat is niet meer dan rechtvaardig’.