voering waarbij een hoogwaardig product op economisch verantwoorde wijze kan worden gemaakt en verspreid’. Voorts werd tot uitdrukking gebracht dat de eenheid van het Nederlandse taalgebied door de eenheid van de Nederlandstalige boekenmarkt dient te worden gedragen. Een streven naar een vaste boekenprijs zal geen nadeel toebrengen aan het vrije verkeer van boeken binnen EEG-verband. Aldus dezelfde resolutie met aan het slot een beroep op het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie om te bevorderen dat een vaste boekenprijs, op wettelijke grondslag, voor het gehele Nederlandse taalgebied wordt geregeld. Het zal waarschijnlijk niet lang meer duren of deze wensen gaan in vervulling. Want het Europese Hof van Justitie in Luxemburg heeft zich voor een wettelijke vaststelling van de boekenprijs in een advies aan een Frans gerechtshof uitgesproken.
Op 1 januari 1982 kwam in Frankrijk een wet tot stand die bepaalde dat boekverkopers zich hadden te houden aan de prijzen die door de uitgeverijen waren vastgesteld. De minister van Cultuur wilde paal en perk stellen aan de handelingen van grootwinkelbedrijven, die boeken onder de prijs verkochten. De wet-Lang, genoemd naar de minister. In het bijzonder was het warenhuis Leclerc in de ogen van de overheid de grote boosdoener. Wel werd in de wet opgenomen dat boekverkopers ten hoogste vijf procent korting mochten geven op de prijzen van de uitgevers. De Franse regering en wetgever kwam met deze voorschriften op voor de kleine uitgeverijen en boekhandelaren. Maar er was meer aan de hand dan ver onder de prijs verkopen door grootwinkelbedrijven. Deze concerns maakten zich schuldig aan wetsontduiking. Men moet weten dat het Verdrag van Rome een regeling kent van prijsbeleid voor de uitvoer van goederen van het ene land naar het andere. Wanneer goederen worden geëxporteerd komt een vaste prijsregeling te vervallen. Welnu, wat deden de grootwinkelbedrijven? Men vervoerde grote partijen boeken over de grens en bracht dezelfde boeken een poosje later weer terug. De zg. U-bochtconstructie. Zijn de boeken in het land van oorsprong terug, zo redeneerde men, dan mag elke prijs worden bepaald.
Tegen de wet-Lang werden protesten ingediend, waarbij men zich in processen beriep op het Verdrag Van Rome. Uiteindelijk kwamen de dossiers terecht bij het Hof van Poitiers. Maar dit rechtscollege vond de materie te ingewikkeld om, zonder het advies van het Europese Hof van Justitie, een beslissing te nemen. Het Europese Hof van Justitie bracht onlangs advies uit, waarin de conclusie was opgenomen dat de wet-Lang niet in strijd is met de concurrentiebepalingen van het Verdrag van Rome. Het Hof oordeelde dat het uitvoeren van boeken over de grens met de opzet dezelfde boeken weer in te voeren verboden dient te worden. Dit advies zal het Hof van Poitiers zeker overnemen en daardoor wordt de rechtmatigheid van de wet-Lang benadrukt.
In Nederland en België bestaat tot nog toe geen wettelijke regeling voor een vaste boekenprijs. Nederlandse uitgevers, boekhandelaren en importeurs kennen wel een vaste afspraak voor het verkoopbeleid, in feite: een vaste boekenprijs. Maar ook in Nederland zijn er gevallen bekend van toepassing van de U-bochtconstructie. De rechter heeft deze praktijk steeds fel van de hand gewezen.
De ‘Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels’ vroeg ongeveer drie jaar geleden aan de regering een wettelijke regeling in te voeren. Het motief was dat het boek, als cultuurartikel, niet volkomen afhankelijk mag zijn van een particuliere instelling. Wanneer ook in Nederland en België warenhuizen tegen prijzen verkopen dan gaat het om ontspanningslectuur van geen al te hoge literaire waarde, bestemd voor de grote massa. De opbrengst daarvan gaat dan aan de neus van de uitgevers voorbij, die deze opbrengsten juist nodig hebben om de veel duurdere werken van vooraanstaande schrijvers in het Nederlandse taalgebied te kunnen drukken en uitgeven. Er dreigt derhalve een verschraling van cultuur.
In november 1984 toonden de ministers van Cultuur van de EEG-landen zich op een bijeenkomst in Brussel voorstanders van een vaste boekenprijs. In Nederland wil minister Brinkman de weg naar een wettelijke regeling wel inslaan. Al enige tijd heeft een interdepartementale commissie zich over de materie gebogen om de regering een advies voor te leggen. Toen bekend werd dat het Europese Hof van Justitie zich over de strekking en de inhoud van de wet-Lang zou beraden werd het werk van de commissie onderbroken. Inmiddels heeft de Raad voor de Kunst een positief advies uitgebracht. Obk de Sociaal Economische Raad (SER) moet de minister nog adviseren. Het resultaat daarvan is nu we dit schrijven nog onbekend. Uit de naaste omgeving van minister Brinkman is ons gezegd, dat er nog een lange tijd waarschijnlijk zal verstrijken voor een wettelijke regeling van kracht zal zijn. Laat staan voor het gehele Nederlandse taalgebied. In ieder geval geeft de uitslag van de beoordeling van het Europese Hof van Justitie hoop.
(G.G.)