Neerlandia. Jaargang 89

[p. 33]

Werkgroepen

Media

Zaterdag 19 januari had te Antwerpen de vergadering van de werkgroep Media plaats onder het voorzitterschap van A. Sliepen. De werkgroep had twee videoprojecten op stapel staan ter voorbereiding van het 39e Congres. Een zou handelen over reclame in Nederland en Vlaanderen; een tweede zou gaan over co-producties BRT/Nederlandse omroepen.

Inzake het thema co-producties gaf de werkgroep er uiteindelijk de voorkeur aan om geschreven werkstukken voor te bereiden o.m. omdat deze materie te uitgebreid is om samengebald te worden op een videoband van 15 minuten.

(De onderwerpen zijn o.m.: co-producties BRT/Nederlandse omroepen, Radio Delta, grensoverschrijdende beluistering, samenwerking in ECS-verband).

Inzake de videoband Reclame is een speciale commissie, bestaande uit specialisten uit de reclamewereld en enkele werkgroepleden, tot een werkplan gekomen. Dit gebeurde op een speciale commissievergadering van 11 januari jl. te Amsterdam. Tijdens deze bijeenkomst werd vastgesteld dat vanuit de reclamebranche interesse bestaat om in het kader van het Algemeen-Nederlands Congres een videoband te produceren over het reclamegebeuren in Vlaanderen en Nederland (zijn reclameboodschappen overdraagbaar van Nederland naar Vlaanderen en omgekeerd?); is er een verschil in aanbod van het assortiment en welke campagnes staan model voor Vlaanderen en welke voor Nederland?

Voor dit project zullen sponsors gezocht worden.

Verder werd door de vergadering betreurd dat - ondanks de Benelux - er nog steeds moeilijkheden optreden aan de grens bij verzending van audiovisuele programmatuur. Zowel geluids- als beeldbanden (zelfs met stempels van universiteiten en omroepen) blijven vaak weken liggen aan de grensovergangen. Een situatie waarbij zowel afzender als bestemmeling danig geirriteerd raken. Gevolg van dit alles is dat werkgroepvergaderingen vaak de plaats zijn waar transacties gebeuren. Zo ook ditmaal: werkgroeplid Van Leeuwen (NOS) bezorgt via werkgroeplid Santy (BRT) een geluidsband bestemd voor BRT-medewerker Weynants. Via de post zou deze zending er erg lang over doen zonder de zekerheid dat het ook terecht zou komen.

De werkgroepleden zijn van oordeel dat er veel meer uitwisseling van boeken en audiovisuele programmatuur zou gebeuren tussen universiteiten en omroepen, mocht het grensoverschrijdend postverkeer tussen Vlaanderen en Nederland vlotter gaan.

Een volgende vergadering van de werkgroep gaat door op zaterdag 4 mei te Antwerpen.

Grensverkeer

De werkgroep Grensverkeer kwam in vergadering bijeen op vrijdag 22 februari jl. te Breda, Bureau voor Belgische Zaken.

Onder het voorzitterschap van Jan Kits Nieuwenkamp werd van gedachten gewisseld over volgende punten.

1.	De Beneluxwerkgroep ‘Grensoverschrijdende samenwerking’ heeft een ontwerp van Benelux-Overeenkomst op het gebied van de grensoverschrijdende samenwerking opgesteld. De werkgroep Grensverkeer heeft i.v.m. dit onderwerp enkele adviezen uitgebracht.
2.	Vervolgens werd de stand van zaken besproken m.b.t. het zogenaamde ‘kleine grensverkeer’, dit aan de hand van twee teksten: - Tweede Memorandum ‘Grensproblemen’ van de Euregio; - Inventarisatie van grensoverschrijdende contacten in de Euregio ‘Schelde’.

In een volgende bijdrage zullen we meer uitvoerig over deze bijeenkomst berichten.

Boek

De Stichting Boek heeft voor haar werkjaar 1985 weer diverse projecten op stapel staan:

1.	18 en 19 april 1985: Symposion ‘Beleid voor boek en lezen’. Dit symposion is bedoeld als sluitstuk van het project ‘Bouwstenen voor een beleid omtrent boek en lezen in het Nederlandse taalgebied’ (onder auspiciën van de Nederlandse Taalunie en het L.U.C.).
2.	Project ‘Het Nederlands als taal van de wetenschap’ (eveneens onder auspiciën van de Nederlandse Taalunie en het L.U.C.). Onderzocht zal worden om een internationaal project over de moedertaal als taal van de wetenschap te initiëren.
3.	Project ‘De Wetenschap van het boek’. Enerzijds gaat daarbij de aandacht naar de ontwikkeling en de promotie van de wetenschap van het boek op universitair gebied; anderzijds kan worden gedacht aan het realiseren van gastcolleges. In 1985 zal het voorbereidend werk voor dit project worden gedaan.
4.	Project ‘De boekenbranche in Vlaanderen’.
5.	Project ‘De Bibliotheek als bedrijf’.
6.	Project ‘Promotie van boek en lezen in Noord en Zuid’, als bijdrage tot het Algemeen-Nederlands Congres.
7.	Project ‘Grote Nederlandse Larousse Prijs’. De Stichting Boek is voortaan nauw betrokken bij de organisatie van de tweejaarlijkse Grote Nederlandse Larousse Prijs.

Toerisme

De werkgroep Toerisme vergaderde onder het voorzitterschap van Th. Bodewes op 19 december. Plaats van handeling was het RAI-tentoonstellings- en congrescentrum in Amsterdam waar van 18 tot 20 december de manifestatie (TOUR = toeristische vakbeurs) werd georganiseerd.

D. Elzinga, P.R.-manager, leidde de vergadering in met een historiek van de RAI-organisatie, en meer specifiek had hij het over de historiek van de TOUR-manifestatie.

Het belangrijkste agendapunt betrof de stand van zaken m.b.t. het congresthema van de werkgroep n.a.v. het 39ste Algemeen-Nederlands Congres.

Voorzitter Bodewes bracht verslag uit van de vergadering van de ‘Commissie Congresthema’ die bijeen kwam in Breda op 28 november. Tijdens deze bijeenkomst werd een platformtekst opgesteld met de doelstelling van het uit te werken thema (‘Nabuurtoerisme’) en werden concrete afspraken gemaakt over de afbakening ervan. In het kader van deze studie past tevens de scriptie van B. van de Pas. Met die scriptie wil men de sociaal-psychologische barrières onderzoeken die de achterstand van Vlamingen in het toeristisch verkeer in Nederland - meer bepaald Amsterdam - bepalen. Deze scriptie gebeurt in samenwerking met VVV-Amsterdam.

Tevens bracht men verslag uit van de door de werkgroep georganiseerde ronde-tafel-

[p. 34]

conferentie ‘Recreatiewerk c.q. Animatie’ van 12 oktober 1984 te Antwerpen. De deelnemers, personen uit de non-profitsector, overheidswezen, onderwijswereld en campingwezen uit Nederland en Vlaanderen, ervaarden deze dag als zeer nuttig en leerrijk. Zij waren allen van oordeel dat dergelijke ideeënuitwisseling tussen Vlaanderen en Nederland voor beiden bevruchtend kan werken.

Tot slot van de vergadering werd een uiteenzetting gehouden door A. Linters over de stand van zaken van de industriële archeologie in Vlaanderen en de betekenis van het introduceren van het industriële erfgoed in toeristische programma's. Naar zijn oordeel wordt door de overheid te weinig rekening gehouden met de mogelijkheden van ons industrieel verleden in het kader van het zgn. ‘Vormingstoerisme’. De volgende werkgroepvergadering zal gehouden worden te Antwerpen op 14 maart. Gastheer aldaar is mede-voorzitter van de werkgroep Toerisme, Karel de Meulemeester, directeur van de Vlaamse Toeristenbond.

Overheidsstructuren

Met het oog op het congres zal de werkgroep een evaluatie maken van 5 jaar integratie op het vlak van de diverse overheidsstructuren. De Interparlementaire Commissie van de Taalunie, de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren, de Gemengde Commissie ter uitvoering van het Belgisch-Nederlands Cultureel Akkoord, de Benelux, de Brakke Grond... zullen daarbij onder de loep worden genomen.

Aan de hand van een inventaris van de concrete verwezenlijkingen en problemen van deze instellingen, en van enkele basisteksten opgesteld door mensen die nauw bij de problematiek zijn betrokken, zal de werkgroep aanbevelingen en voorstellen uitwerken.

Universiteit en wetenschap

Als onderdeel van de congresvoorbereiding heeft de werkgroep Universiteit en Wetenschappen besloten in het najaar - wellicht in oktober - een seminarie te organiseren. De heer Van Goethem, voorzitter van de werkgroep, had over een en ander al een gesprek met zijn Nederlandse collega, de heer Brinkman.

Het is de bedoeling beleidsverantwoordelijken samen te brengen die direct betrokken zijn bij de voorgestelde themata:

-	Onderzoeksbeleid: zeker in een tijd van crisis lijkt het zinloos dat landen met elkaar gaan concurreren op het vlak van het wetenschappelijk onderzoek.
-	Onderwijsbeleid: niettegenstaande de trieste toestanden op de arbeidsmarkt voor academici, blijven velen ervan overtuigd dat ze hoger onderwijs moeten volgen. Terwijl er enerzijds toegangsbeperkingen worden ingevoerd of voorgesteld, komen er anderzijds nieuwe perspectieven op het vlak van de bij- en herscholing. Belangrijk hierbij is dat zowel in België als in Nederland de wetgeving op de academische graden en het academisch statuut zelf op de helling staan.
-	Universitair magement: de inleveringsen afslankingsoperaties hebben voor de kwaliteit van het universitaire management heilzame gevolgen gehad. Een geïntegreerd beleid dient gevoerd waarbij niet alleen de relatie tussen onderzoeks- en onderwijsbeleid moet worden bekeken, maar waarbij ook het personeelsbeleid en de middelen-allocatie betrokken worden.

De Nederlanden in de wereld

De werkgroep ‘De Nederlanden in de wereld’ kwam op 8 februari jl. bijeen in Roosendaal.

De voorzitter bracht verslag uit over de bijeenkomst die op 15 januari plaats had in Breda op initiatief van de Nederlandse Taalunie, die werk wil gaan maken van de opdracht die haar door het Taalunieverdrag werd toevertrouwd m.b.t. het onderwijs van het Nederlands extra muros. Met dat doel had de Taalunie vertegenwoordigers uitgenodigd van een aantal overheidsinstanties en particuliere verenigingen en stichtingen die zich in het verleden al verdienstelijk hebben gemaakt voor het onderwijs van het Nederlands buitengaats. De bedoeling van de bijeenkomst was daaromtrent informatie en ervaringen uit te wisselen met het oog op verdere samenwerking. De voorzitter verklaarde deze bijeenkomst als zeer positief te hebben ervaren; hij noemde het een gelukkig en bemoedigend initiatief en sprak de hoop uit dat het niet bij deze eerste bijeenkomst zou blijven.

De werkgroep heeft zich te Roosendaal ook uitvoerig beziggehouden met de voorbereiding van het 39ste Algemeen-Nederlands Congres. Uit de evaluatie die reeds vroeger gemaakt werd, blijkt dat de inventaris van de integratiepogingen op het vlak van de Nederlands-Vlaamse internationale culturele samenwerking, niet erg positief uitvalt. Er zijn weliswaar enkele lichtpunten, maar de schaduwzijden zijn talrijker, vooral als men er rekening mee houdt dat rond het tijdstip van het vorig congres in 1980-81 een aantal realisaties bij het publiek vrij hoge verwachtingen hadden gewekt: institutionele hervormingen in België waarbij o.m. de verantwoordelijkheid voor de internationale culturele samenwerking naar de gemeenschappen werd overgedragen, oprichting van de Nederlandse Taalunie en van het Commissariaat-Generaal voor de Internationale Culturele Samenwerking van de Vlaamse Gemeenschap, uitgewerkte plannen voor Radio Delta, enz.

De werkgroep vraagt zich dan ook af of men zich niet opnieuw moet gaan bezinnen over de vraag wat we met zo'n geintegreerde Nederlands-Vlaamse culturele samenwerking beogen en waar we ermee naartoe willen, en over de vraag wat Nederland en de Vlaamse Gemeenschap concreet op het culturele vlak gezamenlijk, en zo mogelijk geïntegreerd, aan het buitenland te bieden hebben.

Het antwoord op deze vragen zou een belangrijk agendapunt van het volgend congres kunnen worden.

De werkgroep komt opnieuw bijeen op 8 maart e.k. in Brussel.