firmeren en te doen respecteren’. Dit zei o.m. gemeenschapsminister H. Schiltz op de officiële Guldensporenherdenking in Kortrijk.
Hij was van oordeel dat indien de Vlamingen hun emancipatiestreven willen bekronen, zij dan resoluut moeten overgaan tot een volwassen, ongeremde identiteitsbevestiging op het internationaal forum.
Dat dit nog niet is gebeurd wijt de minister aan de centrale instanties die nog steeds niet bereid zijn het Vlaamse zelfbestuur als volwaardig te erkennen. Vandaar ook dat de Vlaamse regering over onvoldoende financiële en juridische armslag kan beschikken.
In zijn toespraak pleitte Schiltz voor een aanpassing van het Benelux-verdrag aan de staatshervorming. ‘Meer Vlaamse autonomie, sterkere Vlaams-Nederlandse samenwerking, Europese eenmaking en détente gaan hand in hand’. De drang naar het scheppen van een Vlaams - Nederlandse ruimte moet aldus een fundamentele bekommernis blijven, aldus Schiltz.
De voorzitter van de Vlaamse regering, G. Geens, pleitte van zijn kant voor een spoedige en integrale uitvoering van de staatshervorming, met een maximale regionalisering en een zo groot mogelijke eigen financiële verantwoordelijkheid. De verwezenlijking van de gestelde doelstellingen, namelijk een verregaand economisch federalisme en een volstrekte autonomie inzake onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, duldt geen uitstel meer, aldus Geens.
In verband met de taalwetgeving zei Geens dat waakzaamheid en vastberadenheid noodzakelijk waren. ‘Aan die wetgeving, zoals aan de taalgrens (Brusselse randgemeenten en Voeren), kan niet worden getornd. Zij is definitief verworven en leent zich niet tot compromissen. Zij moet correct en loyaal worden toegepast, in strikte eerbiediging van de rechtsorde’, aldus G. Geens.