Vlaanderen en de wereld
Als eerste deel van een nieuwe reeks verscheen vorige week bij het Mercatorfonds in Antwerpen ‘Vlaanderen en Italië. Vlaamse primitieven en Italiaanse renaissance’. Het is van de hand van Liana Castelfranchi Vegas, die kunstgeschiedenis doceert aan de universiteit van Verona, en behandelt de relaties tussen de Italiaanse en de Vlaamse kunst in de tweede helft van het Quattrocento. De reeks, die de fraaie naam ‘Flandria extra muros’ meekrijgt en die in een eerste fase drie delen telt, wil een systematische studie brengen van de Vlaamse aanwezigheid op het kulturele vlak in het buitenland. ‘Vlaams’ is in deze context te begrijpen in de ruime zin van de Vlaams-Boergondische erflanden, de latere Zuidelijke Nederlanden en hun rechtstreekse invloedssfeer, waarbij men rekening houdt met de territoriale uitbreidingen en inkrimpingen die deze gebieden in de loop van de geschiedenis hebben gekend. De eersteling van de veelbelovende reeks is 328 blz. dik en voorzien van 187 illustraties (85 in kleur); hij kost 3.250 fr. en is verkrijgbaar in het Nederlands, het Frans, het Duits en het Italiaans.
Tegen 1 oktober 1985 en aansluitend bij het thema van Europalia komt een tweede boekdeel ‘Vlaanderen en Spanje’ (over de Spaanse Nederlanden) door J.K. Steppe e.a. en in mei 1986 zal J. Murray een studie over de invloed van de Lage Landen ten tijde van de Tudors en de Stuarts publiceren onder de titel ‘Vlaanderen en Engeland’. In een latere fase zijn nog werken gepland over ‘Vlaanderen en Frankrijk’, ‘Vlaanderen en Latijns-Amerika’, ‘Vlaanderen en Duitsland’ en ‘Vlaanderen en het Verre Oosten’.