Turkije, toch democratisch?
Het was in Turkije sinds jaren een normale gang van zaken dat er dagelijks 20 à 30 mensen om het leven kwamen bij schietpartijen tussen linkse en rechtse politieke groeperingen; dat ouders in doodsangst waren als hun kinderen 's morgens de deur uitgingen, met de vraag of hun kinderen ooit nog (levend) thuis zouden komen en dat je na zevenen 's avonds geen mens meer op straat kon zien, want niemand waagde zich na dat tijdstip naar buiten.
Geen enkele regering, hetzij rechts of links, heeft echt geprobeerd om tegen deze situatie maatregelen te nemen. Ze was bang om harde maatregelen te nemen, omdat die een zogenaamde democratie wel eens kon kwetsen; een democratie die sinds jaar en dag alleen theoretisch nog bestond.
Tenslotte kwam dan de staatsgreep, op 12 september 1980, met aan het hoofd generaal Euren.
Aanvankelijk was het merendeel van het Turkse volk tevreden en het leger dankbaar, omdat Turkije gered was van een burgeroorlog.
Er kwam wat vooruitgang in de economie en werkgelegenheid. Regelingen werden getroffen met het buitenland voor opdrachten etc. De belangrijkste reden voor dankbaarheid was echter dat je je levensveiligheid binnen en buiten weer terug had en dat je niet om de haverklap achterom moest kijken of er wel iemand was die je volgde.
Helaas bleven de negatieve kanten niet uit, want na geruime tijd verschenen er in de kranten berichten over ‘ophaaldiensten’ aan huis of aan school van studenten (die meestal nooit meer terugkwamen) voor een gesprek over zijn/haar politieke activiteiten. Met de dag kwamen er steeds meer berichten, nu weer over mishandelingen van gevangenen en deze berichten spraken natuurlijk in het nadeel van de militairen.
Deze berichten gaven de aanleiding om ook de persvrijheid, die er tot dan toe nog wel was, weg te nemen voor onbepaalde duur. De tegenstanders bleken gelijk te krijgen, tot de dag waarop generaal Euren onverwachts bekend maakte dat eind '83 een stap naar de democratie zou worden gezet, door middel van ‘democratische verkiezingen’; het volk geloofde weer in Euren en zag hem als de redder des vaderlands.
Al gauw, nadat het oprichten van politieke partijen vrijgegeven was, bleek dat partijen die voor de militairen als gevaar(lijk) werden beschouwd door veto stemmen de grond ingeboord werden althans tot na de verkiezingen, want dan zouden ze toch al niet meer aan de macht komen.
Aan de verkiezingen deden de 3 overgebleven partijen mee, de MDP, nat. dem. partij (militaristisch gezind), de HP, volkspartij (linksgezind), de ANAP, moederlandspartij (centraal rechts) en de ANAP was degene die als overwinnaar uit de strijd kwam.
Veel mensen zijn ervan overtuigd dat het weer beter zal gaan met Turkije en dat dhr. Özal daarbij de grootste rol zal spelen. Maar er zijn ook mensen die zich afvragen of Turkije en het Turkse volk weer terug naar de democratie kan, in de ware zin van het woord, op dit moment, en ook of dhr. Özal wel degene is die al het verwachte kan volmaken; want zoveel keus hadden de kiezers nou bepaald niet.
De toekomst zal het laten zien en dat betekent niet de zeer nabije toekomst, want alleen met de verkiezingen ben je er, in Turkije althans, nog niet.
Koetloe KOÇER, Epe (N.)