| |
| |
| |
Het Algemeen-Nederlands Verbond in 1983
Het is een goede gewoonte een jaarverslag te beginnen met enkele inleidende opmerkingen. Een dergelijke werkwijze maakt het mogelijk bepaalde facetten apart te belichten. Als deze woorden worden toegespitst op het Algemeen Nederlands Verbond dan kan het niet anders of direct komt het integratie-gebeuren binnen het gezichtsveld; dit is immers de belangrijkste doelstelling van deze organisatie.
Helaas worden daarover niet altijd even positieve geluiden gehoord. Er voltrekken zich op dit vlak ontwikkelingen die niet direct bevorderend zijn voor het integratieproces. Een belangrijke bijdrage daartoe wordt geleverd door de huidige economische moeilijkheden; die zorgen ervoor dat in beide delen van ons taalgebied de verantwoordelijken druk bezig zijn met het zoeken naar verantwoorde oplossingen voor de daarmee gepaard gaande problemen.
Het gevaar dat daarin schuil gaat is, dat Nederland en Vlaanderen elkaar uit het oog dreigen te verliezen.
Nauw hiermee verbonden is het in omvang toenemende verschijnsel van de vervreemding. In Nederland was dit proces al geruime tijd gaande; daar blijkt men bijzonder weinig oog te hebben voor de Vlaamse gemeenschap. Men wordt er trouwens ook opvallend weinig geïnformeerd; toen in mei in het raam van het Taalunieverdrag de Parlementaire Commissie werd geïnstalleerd, bracht de BRT een uitgebreid vraaggesprek met de heer Van Ooijen op het scherm; het NOS-Journaal vermeldde het feit niet eens.
Ook in Vlaanderen beginnen soortgelijke krachten te werken. Men wordt er zich steeds sterker bewust van het feit dat het Nederlandstalige deel van België zich op eigen kracht een weg gebaand heeft naar een Nederlandstalige toekomst. Dit bergt het gevaar van zelfingenomenheid in zich en dat is niet bepaald een geschikte voedingsbodem voor de integratie-gedachte.
Het is in dit inter-Nederlandse spanningsveld dat ook in 1983 het A.N.V. werkzaam is geweest. Al is er dan zorg over bepaalde ontwikkelingen, men is niet bij de pakken gaan neerzitten. Integendeel, in niet aflatende ijver is men vanuit het Verbond blijven werken aan de bevordering van de voor ons taalgebied zo noodzakelijke integratie van de twee belangrijkste delen.
| |
Het bestuurlijke vlak
Om én regelend op te treden én de noodzakelijke beslissingen te nemen, kwamen zowel het dagelijks bestuur als het hoofdbestuur de nodige keren in vergadering bijeen en werd verantwoording afgelegd op de algemene vergadering.
| |
Dagelijks Bestuur
Tijdens de vijf vergaderingen van het Dagelijks Bestuur kwam een veelheid van onderwerpen aan de orde. Erg belangrijk was de beperking over de verdeling van de beschikbare geldmiddelen; het wordt er als gevolg van de economische teruggang niet makkelijker op de wensen in overeenstemming te brengen met de mogelijkheden. Verder kreeg de Werkgroep ‘Basisonderwijs’ het groene licht voor het in 1984 in te richten colloquium ‘Taal in de schaal’.
Natuurlijk ontbrak ook het beraad over de bestuursverkiezing niet op de agenda. Hetzelfde geldt van zaken als de verhouding tot het Algemeen-Nederlands Congres en de uitreiking van de Visser-Neerlandiaprijs aan het ‘Centre d'Animation en Langues’. In de loop van het jaar veranderde de samenstelling van het Dagelijks Bestuur en wel doordat de heer De Graeve zijn mandaat ter beschikking stelde. In zijn plaats benoemde het Hoofdbestuur de heer Gijsels; van deze gelegenheid werd tevens gebruik gemaakt de nog steeds bestaande vacature aan Vlaamse kant te vervullen door de heer Verthé aan te wijzen.
| |
Hoofdbestuur
Het Hoofdbestuur kwam vier keer in vergadering bijeen. Voor de vertegenwoordigers van de Werkgroepen waren deze bijeenkomsten dé gelegenheden om verslag te doen van de activiteiten en uiteen te zetten welke pijlen er op de boog gelegd waren. Een elk jaar terugkerend agendapunt is de voorbereiding van de Algemene Vergadering; een zeer belangrijk onderdeel was de regeling van de bestuursverkiezing. Verder werd in het kader van een propaganda-aktie de mogelijkheid besproken regionale grensoverschrijdende werkgroepen op te richten.
| |
Algemene Vergadering
Kon door omstandigheden de Algemene Vergadering van 1982 pas in september worden gehouden, die van 1983 voldeed wat het tijdstip betreft weer aan de statutaire bepalingen. Tijdens deze bijeenkomst, die onder leiding stond van de algemeenvoorzitter, dr. H. Fayat, vormde met name het financieel verslag een uitvoerig discussiepunt. Wat de bestuursverkiezing betreft, kon de afhandeling plaats vinden overeenkomstig de gedane voorstellen. De heren Theuwissen en Slijpen, die aftredend waren, hadden te kennen gegeven niet voor herbenoeming in aanmerking te willen komen; hun plaatsen werden ingenomen door de heren Neudecker en Wieme. De overige aftredende bestuursleden, te weten de heren De Graeve, Peeters en Vredegoor werden herbenoemd.
Daarna kreeg de heer De Ridder, archivaris te Brussel de gelegenheid zijn voordracht te houden over het onderwerp ‘Eenheid en verscheidenheid’,
Aanvankelijk was het de bedoeling geweest een aparte Verbondsdag als ‘Dag van de Nederlandse cultuur’ in te richten; evenwel bij nader inzien werd besloten een dergelijke dag te doen samenvallen met de Algemene Vergadering. Voor de komende jaren werd besloten op deze weg voort te gaan; mocht blijken dat deze opzet niet voldoende aanslaat, dan zal op dit aspect van het naar-buiten-treden een nadere bezinning plaats vinden.
| |
Secretariaten
Van de brede waaier van activiteiten op het bestuurlijke vlak is maar een klein deel aangeduid; het merendeel van de werkzaamheden onttrekt zich aan directe waarneming daar ze plaats vinden in een soort achtergrond-situatie. Een dergelijk stempel draagt ook het vele werk dat verricht wordt door de beide secretariaten. Allereerst zijn daar de administratieve begeleiding van de bestuursbijeenkomsten en de uitwerking van de genomen beslissingen; de hieraan verbonden werkzaamheden werden voor het merendeel verricht door 't personeel op het Verbondskantoor in Den Haag. Zij zorgden ervoor dat ook in 1983 op dit vlak alles in een zo goed mogelijke orde verliep. Tot dat laatste hebben ook de maandelijkse stafbesprekingen het hunne bijgedragen.
Een ander deel van de secretariaatswerkzaamheden wordt gevormd door de te verlenen administratieve ondersteuning van de werkgroepen. Zo heeft men in Den Haag de zorg voor die van ‘De Nederlanden in de Wereld’ en ‘Leraren Nederlands in de grensgebieden’, terwijl het secretariaat- | |
| |
Vlaanderen die van het ‘Basisonderwijs’, het ‘Voortgezet Onderwijs’ en de (nauw met deze aspecten verbonden) ANC-werkgroep ‘Vormings- en Ontwikkelingswerk’ onder de hoede heeft. Samen zijn ze verantwoordelijk voor het jaarlijks inrichten van de wedstrijden ‘Ontdek de Topjournalist’ en ‘Literatuurlijk’.
| |
Redactie Neerlandia
De redactie van NEERLANDIA kwam twee maal in vergadering en een keer in beraad bijeen. Belangrijke punten van bespreking waren: de definitieve vaststelling van de tijdstippen waarop de vijf nummers moesten worden uitgebracht, verbetering van het contact zowel tussen eindredacteur en inzenders van kopij als tussen de redactieleden onderling, de mogelijke opening van een rubriek voor jongeren, de wenselijkheid vaker een leidinggevend artikel te plaatsen ter vertolking van bepaalde A.N.V.-standpunten.
Zowel uit een oogpunt van kostenbesparing als ter vergroting van de doeltreffendheid was in 1982 besloten voortaan jaarlijks met vijf nummers uit te komen op basis van een gelijkblijvend aantal pagina's per jaargang. Dit maakte het mogelijk ook enkele noodzakelijk geachte veranderingen door te voeren; zo werd plaats ingeruimd voor de NIEUWSBRIEF van het Algemeen-Nederlands Congres en kregen ook de ARCHIEF-nummers van deze organisatie een passend onderdak.
Redactieleden en medewerkers slaagden erin op een verantwoorde wijze inhoudelijk gestalte te geven aan de inhoud van de 87e jaargang. Een keur van artikelen kon door de eindredacteur over de vijf nummers verdeeld worden. Als belangrijk zijn aan te merken: De Nederlandse congressen, de culturele integratie en de vernederlandsing van het onderwijs, Snellaert als Nederlander, Nederland in Japan, Nederland en Oostenrijk: oude banden, Hugo de Groot: 400 jaar later. Ook de rubrieken ‘Spiegel van de Nederlanden’ en ‘De Nederlanden in de wereld’ kregen ruimschoots aandacht; hun betekenis in het raam van de vastlegging van een grote verscheidenheid aan zaken van velerlei aard mag niet onderschat worden. Als bijzonderheid valt nog te vermelden dat het derde nummer vergezeld ging van een bijlage in de vorm van een ‘bijzondere uitgave’ van het Vlaamse dagblad DE STANDAARD; het was een door de prijswinnaars van de wedstrijd ‘Ontdek de Topjournalist’ met eigen materiaal samengestelde ‘Topkrant’.
| |
Visser-Neerlandia commissie
De Visser-Neerlandia Commissie kwam (onder tijdelijk voorzitterschap van de heer Dittrich) tweemaal bijeen om zich te beraden over de uit te brengen adviezen met betrekking tot de binnengekomen prijsaanvragen. Een aantal van deze aanvragen wekte de indruk dat het Visser-Neerlandiafonds gezien wordt als een bron van geldmiddelen die dienst kan doen als vervanger van de weggevallen of sterk verminderde overheidssteun; algemeen was men van mening dat er op dit vlak geen taak ligt voor het VN-fonds. Verder werd de wenselijkheid besproken in samenhang met de welzijnsprijzen en die voor persoonlijke verdiensten de commissie ook in te schakelen bij de aanvragen voor culturele prijzen; op deze wijze zou een beter inzicht mogelijk worden in het gehele pakket van aanvragen.
Ook werd uitvoerig van gedachten gewisseld over de wijze waarop de uitreikingen tot dusverre hadden plaatsgevonden. Dit tegen de achtergrond van de mening dat de huidige regeling te weinig bekendheid krijgt via de media; in samenhang hiermee werd ook het kostenaspect in de discussie betrokken. Als oplossing werd de mogelijkheid aangedragen de prijsuitreikingen te doen plaatsvinden ter gelegenheid van manifestaties van de instellingen waaraan prijzen werden toegekend; in het geval van de prijzen voor persoonlijke verdiensten werd in overweging gegeven een beroep te doen op de medewerking van het gemeentebestuur van de plaats van inwoning van de betreffende persoon.
In de loop van het jaar onderging de samenstelling van de commissie enkele wijzigingen. Als gevolg van de gezondheidstoestand besloot Mevr. Boersma-Smit te bedanken voor het lidmaatschap; naar aanleiding hiervan besloot de commissie zich te zullen beraden over een voordracht aan het hoofdbestuur van het A.N.V. van een opvolgster. Ter uitbreiding van de commissie werd het hoofdbestuur gevraagd de heer Groothoff als lid te willen benoemen; met deze voordracht stemde men graag in.
| |
Uitreiking
Vooruitlopend op de gewijzigde uitrëikingsopzet werd op 5 maart tijdens de Talenbeurs te Brussel door de heer Piryns de bij de aan het ‘Centre d'Animation en Langues’ toegekende prijs behorende oorkonde overhandigd. Deze instelling kreeg de prijs ‘voor de belangrijke bijdrage tot een betere verstandhouding tussen Wallonië en de Nederlandstalige gemeenschap’.
| |
Artistieke prijzen
In samenwerking met mr. H.A. Keuls werd het reglement opgesteld voor de Visser-Neerlandia toneelprijsvraag. In het najaar werd deze prijs onder meer via de pers en andere media aan belanghebbenden ter kennis gebracht. De uitreiking van de prijzen voor de bekroonde inzendingen zal plaats vinden in December 1984.
| |
Boekverspreiding
In aansluiting op de aanbevelingen van de werkgroep ‘Leraren Nederlands in de grensgebieden’ werden circulaires verzonden naar leraren Nederlands in de Bondsrepubliek en de Oostkantons van België. Hierin werden boeken en lesmateriaal aangeboden ter ondersteuning van het leervak Nederlands. Het grootste deel van het voor dit doel bestemde geld werd verdeeld onder de scholen die op deze aanbieding hadden gereageerd waarbij gelet werd op het aantal leerlingen en lesuren. De nadruk werd gelegd op het ‘Ostfriesisches Kultur- und Bildungszentrum’ in Aurich. Dit centrum, waar leerlingen en leraren deelnemen aan cursussen Nederlands en dat samenwerkt met de universiteit van Oldenburg, ontving een voor de vakbibliotheek-Nederlands noodzakelijke basisuitrusting. Deze schenking werd door de heer Theunissen, voorzitter van de stimulerende werkgroep, op 9 december tijdens een Euregiodag in Bocholt overhandigd aan de heer Hülsdünker, leider van de cursussen Nederlands te Aurich.
Verder werden nog enkele leraren Nederlands in Wallonië en Indonesië van boeken voorzien. Ten behoeve van de Boekerij te Kaapstad werden abonnementen op Nederlandse opiniebladen betaald.
| |
Werkgroepen
Leraren Nederlands in de grensgebieden
De werkgroep kwam in 1983 bijeen om de meerdaagse conferentie van september 1982
| |
| |
te evalueren en om de prioriteiten betreffende de boekverspreiding vast te stellen. In verband met de verspreiding van Nederlandse audio-visuele middelen ten behoeve van het leervak Nederlands in Wallonië en de BRD moest vastgesteld worden dat dit op nogal wat praktische bezwaren stuit, zoals die met betrekking tot de prijs en die van de distributie van de middelen over de verspreid liggende scholen.
De bespreking van de mogelijkheden op het gebied van schooluitwisselingen heeft positieve gevolgen gehad. Op de ‘Talenbeurs’ die door het ‘Centre d'Animation en Langues’ in maart '83 in Brussel werd georganiseerd, waren ambtenaren uit België, Nederland en Duitsland aanwezig die inlichtingen verstrekten over de bemiddelende taak van de overheid bij het totstandkomen van dergelijke uitwisselingen.
In november organiseerden het A.N.V., het Centre d'Animation en Langues, de Vereniging van Vlaamse Leerkrachten en het (Nederlandse) Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen een boottocht Maastricht-Luik v.v.; hieraan konden docenten uit Nederland en België deelnemen die belangstelling hadden voor schooluitwisselingen. Ruim 150 deelnemers maakten deze tocht, die als bijzonder positief werd ervaren, mee. Vele afspraken werden gemaakt die in 1984 tot uitwisselingen zullen leiden.
De werkgroep stelde verder het Verbond voor in 1983 een circulaire te zenden naar leraren Nederlands in Duitsland, waarin Nederlands lesmateriaal werd aangeboden. Ook voor de leraren Nederlands in de Oostkantons van België werd een dergelijke circulaire voorgesteld.
| |
De Nederlanden in de wereld
De werkgroep hield in 1983 zeven vergaderingen, afwisselend in Maastricht, Den Haag, Roosendaal en Brussel. Het hoogtepunt was het op 25 februari te Antwerpen georganiseerde colloquium onder het thema ‘Gemeenschappelijk Nederlands-Vlaams beleid voor internationale culturele samenwerking’.
De werkvergaderingen van het afgelopen jaar waren voor een groot deel gewijd, hetzij aan de voorbereiding van dit colloquium, hetzij aan de nazorg en evaluatie en samenstelling van het verslagboek. Verder is, inspelend op een op het colloquium naar voren gebrachte wens, begonnen met een onderzoek naar de mogelijkheid de stichting ‘San Andres de los Flamencos’ te Madrid weer nieuw leven in te blazen; dit in samenwerking met de Antwerpse afdeling van de ‘Orde van de Prince’, het Commissariaat-Generaal voor de Internationale Culturele Samenwerking van de Vlaamse Gemeenschap en de Belgische Ambassade te Madrid. De vooruitzichten zijn bemoedigend, maar het is wel een zaak die veel tijd zal vragen.
Tijdens de bijeenkomsten van 25 juli, 26 oktober en 7 december heeft de werkgroep zich beraden over het aan het hoofdbestuur van het A.N.V. uit te brengen ontwerp-advies over de wenselijkheid of noodzaak van de samenstelling van een Nederlands-Zuidafrikaans Woordenboek en dat toegespitst op de vraag of het A.N.V. hiervoor enig initiatief kan en moet nemen. In december kon het resultaat van dit beraad aan het hoofdbestuur worden overgemaakt.
| |
Ontdek de Topjournalist
Voor de tiende keer werd de wedstrijd ‘Ontdek de Topjournalist’ uitgeschreven waaraan jongeren tussen 12 en 21 jaar konden deelnemen. Honderden bijdragen werden ontvangen. De aanbevelingen van de jury om de wedstrijd in een wat meer journalistiek kader te plaatsen hadden tot gevolg dat de inzendingen meer op echte kranteartikelen leken. Naar de mening van de jury was de kwaliteit over het algemeen zeer goed. Kwam bij de Nederlandse deelnemers de betrokkenheid bij het onderwerp meer naar voren, bij de Vlaamse inzenders werd de feitelijkheid sterker benadrukt. Een groot aantal inzendingen handelde over kernbewapening, kernenergie en het Midden-Oosten. Uit de artikelen sprak vaak een grote kennis van zaken.
De prijsuitreiking had plaats op zaterdag 24 mei in de gebouwen van het dagblad DE STANDAARD. Het A.N.V. is DE STANDAARD grote dank verschuldigd voor de voortreffelijke wijze waarop deze dag werd verzorgd. De prijswinnaars stelden onder leiding van enkele redacteuren zelf een krant samen met het door hen aangedragen kopij-materiaal. Het was nog diezelfde middag dat de ‘Topkrant’ van de pers rolde. Het NOS-Jeugdjournaal maakte opnamen van deze unieke gebeurtenis die nog dezelfde avond werden uitgezonden.
In het-najaar van 1983 werden de voorbereidingen getroffen voor de organisatie van de elfde wedstrijd. Via de gebruikelijke kanalen (dag- en weekbladen, radio) werd de beoogde leeftijdsgroep op de hoogte gebracht van dit initiatief.
| |
Literatuurlijk
In 1983 is met de voorbereiding van een nieuw project begonnen. De deelneming daaraan zal openstaan voor jongeren uit de beide delen van ons taalgebied tussen de 17 en 30 jaar; ze worden uitgenodigd hun nog niet eerder gepubliceerd dichtwerk te laten beoordelen door mensen met literaire ervaring.
Het blijkt dat veel jongeren actief zijn op dit vlak, maar vaak niet kunnen beoordelen of hun werk ‘iets waard’ is en of het wel de moeite loont het onder de aandacht van derden te brengen. Literatuurlijk kan hiervoor een oplossing bieden.
| |
Taalgebruik
Door de werkgroep Taalgebruik moest opnieuw een groot aantal zaken afgehandeld worden. Dat gebeurde ook dit jaar weer in nauwe samenwerking met het Vlaams Komitee Brussel. Een in dít verband belangrijke gebeurtenis was de opening van een informatiekantoor waar de Brusselaars terecht kunnen om wegwijs te raken in de taalwetgeving; veel werk moest worden verzet om tijdig de noodzakelijke dossiers samengesteld te krijgen.
Naar diverse instanties gingen verzoeken duidelijker te willen zijn in het beklemtonen van de eigen identiteit. Zo kregen alle Nederlandstalige overheidsinstellingen te Brussel een schrijven waarin gevraagd werd op alle officiële feestdagen de Leeuwevlag uit te hangen; de gemeentebesturen in het Vlaamse land ontvingen een brief waarin gewezen werd op de blijvende noodzaak van het voeren van Vlaams-gerichte politiek.
Voor de derde keer werd aan de buitenlandse diplomatieke vertegenwoordigingen het verzoek gericht te Brussel de tweetaligheid in acht te willen nemen en de contacten met het Vlaamse landsdeel uitsluitend in het Nederlands te onderhouden. Soortgelijke verzoeken werden gericht aan buitenlandse luchtvaartmaatschappijen en de officiële toeristische diensten in Brussel.
Verder werd met betrekking tot het Rekenhof een schrijven gericht aan de volksvertegenwoordigers en de Vlaamse partijvoorzitters met het verzoek het nodige te blijven doen om te komen tot gezonde taaltoestanden. Bovendien werd de Vlaamse politici gevraagd zich bij voorkeur te bedienen van het Nederlands in het geval ze een microfoon van een RTBF-verslaggever
| |
| |
‘toegestoken’ krijgen. Eenzelfde verzoek werd gericht tot de Vlaamse journalisten.
Dat er aan het taalgebruik met betrekking tot de gebruiksaanwijzigingen nogal het één en ander schort, is gemakkelijk vast te stellen. Vandaar dat regelmatig bij de bewindslieden van Economische Zaken en Volksgezondheid aan de bel getrokken moest worden om zich te verzekeren van hun medewerking bij het uit de weg ruimen van misstanden. Ook op het vlak van de loketbediening in de Brusselse postkantoren werd de verantwoordelijke bewindsman op de hoogte gebracht van zaken die niet door de taalbeugel konden; in bepaalde gevallen werd zelfs een klacht ingediend bij de Vaste Kommissie voor Taaltoezicht.
In totaal kreeg bovengenoemde commissie 94 klachten te verwerken die aangedragen waren door de werkgroep; hiervan werd het merendeel zowel ontvankelijk als gegrond verklaard. Verder werd medewerking verleend bij het opstellen van de ruim 100 parlementaire vragen. De omvang van de activiteiten kan ook voor 1983 weer afgelezen worden uit het grote aantal uitgaande brieven (1776) en de aan de kranten toegezonden persberichten (21).
| |
Basisonderwijs
De activiteiten van deze werkgroep stonden het voorbije jaar helemaal in het teken van de voorbereiding van het colloquium dat was vastgesteld voor midden-februari 1984. Nadat het Dagelijks Bestuur van het Verbond naar aanleiding van de ingediende begroting het licht op groen had gezet, kon intensief aan de uitwerking van de vele plannen begonnen worden. De plaats van samenkomst moest besproken worden (Provinciehuis te Den Bosch) en ter zake kundige sprekers moesten worden aangezocht om hun belichting te geven op het gekozen thema (Taal in de schaal).
| |
Afdelingen
Amsterdam
De afdeling kwam twee keer in vergadering bijeen. Op 24 februari sprak de Vlaamse, aan het Amsterdamse universiteitsblad ‘Folia Civitatis’ verbonden journaliste Myriam Ceriez over haar boek ‘Gebelgd in Amsterdam’. Op 20 september sprak de aan de Amsterdamse universiteit werkzame Vlaamse professor Dr. Hugo de Schepper over ‘Het ontstaan van twee Nederlandse staten tussen 1579 en 1648’. Deze bijeenkomst vond plaats in samenwerking met de Nederlands-Vlaamse Studiekring voor Geschiedenis. Beide bijeenkomsten hadden plaats in het Vlaams Cultureel Centrum ‘De Brakke Grond’.
Op het persoonlijke vlak leed de afdeling een groot verlies door het overlijden op 14 maart van haar voorzitter, de heer A.A.M. Wierckx.
| |
Brussel
De afdeling Brussel kwam zeven keer bijeen, deels in vergadering, deels in gezellig samenzijn; gewoontegetrouw werden ze ingericht in samenwerking met de hoofdstedelijke afdelingen van het ‘Verbond der Vlaamse Academici’ en het ‘Oud Katholiek Studentencorps’.
De eerste bijeenkomst, waarvoor dr. Albert de Jonghe was uitgenodigd als spreker, had plaats op 17 februari; zijn verhandeling had hij het opschrift ‘Politiek geweld in het bezet België 1941-1944’ meegegeven. Op 19 mei viel de sprekerseer te beurt aan ere-senator Lode Claes; zijn opvattingen over de staatshervormingen verwoordde hij in een lezing, waarboven hij als opschrift ‘De vorming van een Vlaamse natie in de 20e eeuw’ had geschreven. De avond van 19 oktober, die verzorgd werd door mevrouw Tine Balder, stond in het teken van de ontwikkelingen van de Zuid-Afrikaanse dichtkunst. Op 29 november gaf prof. dr. Raymond Derine een openhartig antwoord op een groot aantal actuele vragen in zijn ‘Terugblik op achttien jaar partijpolitiek’. Tenslotte werd op 16 december een duidelijke uitleg gegeven over de bedreigingen waaraan de Brusselse randgemeenten dagelijks blootstaan; verantwoordelijk voor deze uitleg waren de burgemeester van Sint-Genesius-Rode, mevr. Algoet, die werd bijgestaan door haar schepen, de heer Beke.
Een meer ontspannend karakter droegen de bijeenkomsten van 18 juni en 1 oktober. De eerste speelde zich af op het terrein van het ‘Koninklijk Museum voor Midden-Afrika’ te Tervuren; het hoofddoel van de tweede was een verkenning van een onbekend deel van de hoofdstad.
| |
Den Haag
Twee bijeenkomsten en evenzovele bustochten stonden op het jaarprogramma van de Haagse afdeling. De voorjaarsbijeenkomst, die in het teken stond van het Taalunieverdrag, werd belegd op 12 maart; daar werd het woord gevoerd door de plaatsvervangend secretaris van de Taalunie, de heer drs. Oscar de Wandel. De najaarsvergadering ging door op 16 november en was ingericht ter herdenking van de 100-jarige sterfdag van Conscience; om hieraan leiding te geven was als spreker uitgenodigd de Vlaamse historicus prof. Dr. A.A. Keersmaekers; hij belichtte in het bijzonder de verbindingslijnen tussen Conscience en Nederland.
Door ziekte van de organisator verviel de voorjaarsreis en werd het programma daarvan opgenomen in de meerdaagse bustocht die van drie tot en met vijf september werd gehouden en naar België voerde.
In Antwerpen werden twee musea bezocht, te weten dat van het Vlaamse Cultuurleven en dat van Plantijn-Moretus. Daarna werd de reis naar Brussel voortgezet. Vanuit die stad maakte men een aantal verkenningstochten, o.a. naar de provincies (West-) Limburg, Namen, Henegouwen en Oost-Vlaanderen.
| |
Kaapstad
In 1983 bestonden afdeling en boekerij respectievelijk 75 en 70 jaar. Beide feiten werden in juli en augustus op grootse wijze herdacht en gevierd.
De heer Metzlar trad af als voorzitter en werd, na het interim-‘bewind’ van de heer Swellengrebel, opgevolgd door de heer Nuver. Naast het gezelligheidsaspect, dat een onlosmakelijk deel is van het activiteiten-raam van bijna alle Nederlandse verenigingen in het buitenland, besteedde de afdeling ruime aandacht aan een groot aantal uitingen van de Nederlandse cultuur. Dat blijkt uit de bonte waaier van gehouden bijeenkomsten en gemaakte excursies.
Studenten-Nederlands van de universiteiten van Kaapstad ontvingen van de afdeling prijsboeken. Verder bracht een bestuursafvaardiging een bezoek aan het derde congres voor Neerlandistiek in Zuid-Afrika; dr. Wilmots van de Limburgse Hogeschool te Diepenbeek was één van de inleiders.
Ook dit jaar werd veel informatie uit Nederland verkregen via het Nederlandse Consulaat; dat stelde zowel filmjournaals en documentaires als speelfilms beschikbaar.
| |
In memoriam
Ook dit jaar zijn er weer een aantal vooraanstaanden uit onze kring heengegaan.
| |
| |
Op 14 maart overleed te Noorden de voorzitter van de Amsterdamse afdeling, de heer Fons Wierckx, Na het terugtreden van de heer Slijpen heeft hij zich sinds de herfst van 1981 op een voortreffelijke wijze van deze taak gekweten. Zo is hij het geweest, die ervoor gezorgd heeft dat het Vlaams Cultureel Centrum de ‘thuishaven’ werd van de afdeling. Enkele weken voor zijn plotselinge dood was hem nog gevraagd een kandidatuur voor het lidmaatschap voor het hoofdbestuur in overweging te willen nemen. Helaas werd het hem niet gegeven zijn positieve toezegging verwerkelijkt te zien worden. Niet alleen de afdeling Amsterdam, maar heel het Verbond heeft dan ook met zijn heengaan een groot verlies geleden.
Op 9 december stierf te Eindhoven het hoofdbestuurslid Dr. Han Vredegoor. Sinds 1974 maakte hij deel uit van dit bestuursorgaan van het A.N.V.; ter gelegenheid van de laatstgehouden Algemene Vergadering had hij er in toegestemd zijn mandaat nog eens met vier jaar te verlengen. Helaas werd het hem niet gegeven zich opnieuw te mogen inzetten voor de integratie van Noord en Zuid, een zaak die hem zeer ter harte ging. Ruim een maand voor zijn heengaan zag hij zich genoodzaakt om gezondheidsredenen zowel zijn werk voor de stichting Zuid-Nederlandse Ontmoetingen neer te leggen als te moeten meedelen niet langer deel te kunnen uitmaken van het A.N.V.-hoofdbestuur. Vooral vanuit zijn functie als directeur van de bovengenoemde stichting zullen wij zijn inbreng in de vergaderingen van het hoofdbestuur zeer missen.
| |
Lijst van ANV-Vertegenwoordigingen
De heren G. Groothoff en J. de Kruys vertegenwoordigen het ANV bij de Commissie Duidelijke Taal.
De heer J.W. Volleberg vertegenwoordigde het ANV op de algemene ledenvergadering van de Vereniging Nederland in den Vreemde op 9 september 1983 en bij de prijsuitreiking van het Toernooi der Lage Landen in Elsloo.
De heer L.C. Kutsch Lojenga vertegenwoordigde het bestuur van het ANV bij het jaarlijkse congres van de Nederlandse Bond in Duitsland dat op 22 oktober 1983 in Neukirchen-Vluyn werd gehouden.
De heer H. Fayat vertegenwoordigde het ANV op 8 november 1983 op het colloquium ‘Beroepsonderwijs’ in Brussel.
De heer C.A.M. Middelhoff vertegenwoordigde het ANV op het congres dat het Genootschap ‘Onze Taal’ gaf op 19 november 1983 in Utrecht over ‘Jeugd en taal’.
De heer H. Fayat was namens het ANV op 30 november 1983 aanwezig bij de studiedag van het N.Z.-Contactcentrum Volksontwikkeling dat gehouden werd in Kasteel Van Ham, Steenokkerzeel, over ‘De relatie van het omroepbeleid met het sociaal-cultureel werk in Nederland en Vlaanderen’. De heer H. Fayat was namens het ANV aanwezig bij de installatie van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren van de Nederlandse Taalunie in de Rolzaal van het Binnenhof te Den Haag op 8 december 1983. Daarbij werd het ANV hulde gebracht voor de initiatieven die tot de oprichting van de Taalunie leidden.
Bij de prijsuitreiking van de wedstrijd ‘Top-journalist’ was de heer Fayat aanwezig (24/5).
Marten HEIDA
|
|