Ik zie het niet meer zitten!
Het Genootschap Onze Taal vergaderde in Utrecht over Jeugd en Taal op zaterdag 19 november 1983.
Thea Beekman - klein van stuk, dapper van stellingname - raakte de kern van het probleem, toen ze - schrijfster van jeugdboeken - zich afvroeg of een jeugdauteur zich aan het taalgebruik en taalverstaan van het jonge publiek moet aanpassen. Haar antwoord: nee, in de zin van: het gebruik van schoolpleintaal; ja, in de zin van: hanteren van bevattelijke begrippen. Dat laatste werd door de zaal als vanzelfsprekend ervaren. Het eerste - gebruik van schoolpleintaal - stond kennelijk ter discussie. Thea Beekman nam een (mogelijk) verwijt dat ze dan wel op een “elitaire” troon zat, graag voor lief. Haar motief: gebruik je schoolpleintaal in de tekst, dan is het boek al verouderd, zodra het van de binder komt. Ze vroeg zich af wat latere generaties wel zullen denken, als ze b.v. in een kinderboek iets lezen als ‘Kees-Geert zag het niet meer zitten...’. Taal en Jeugd. Een goed opgezet congres, dat wel; maar, of de deelnemers/sters - ‘een volle bak’ stelde congresvoorzitter Hannie van der Horst plezierig vast - ook tevreden naar huis zijn gegaan?
Er werd een scala van inleidingen gehouden, waarin eerder werd geïnventariseerd, dan betoogd.
Hoe dan ook: het thema kwam op velerlei wijzen aan de orde, opgedeeld in twee hoofdrubrieken: Taal voor- en Taal van de jeugd.
De aanwezigen kregen inzicht in de problemen waar een tv-jeugdjoumaal mee van doen heeft. Aardig om - in dit geval het scherm - te kijken, maar veel verder dan dat kwam de voordracht toch niet. Een “integratie” van beide rubrieken kwam aan de orde in de voordracht - met geluidsillustraties - van Boudewijn Klap, Hoofd Jeugdprogramma's AVRO: Schoolpleintaal als communicatiemiddel voor jongeren. Of de jeugd er mee gediend is Nederlands te leren via André van Duin c.s.?
Triest was de vaststelling door de jeugdboeken uitkammende mevrouw Freeman - Smulders: in de bibliotheken blijkt het betere jeugdboek amper aan een slijtageproces onderhevig...
Een daverend applaus was toebedeeld - en terecht - aan mevrouw G. van Straelenvan Rintel, voorzitster van de Vereniging Algemeen Nederlands, Afdeling Brussel.