U zult merken dat op allerlei deelgebieden van de Nederlandse integratie heel wat werd verwezenlijkt; dat onze vensters op Europa en de wereld geleidelijk breder worden opengezet.
En dat een stuwmeer van krachten aanwezig is om de integratie voort te versnellen.
Vier dingen zijn daartoe noodzakelijk:
1. De interne mobilisatie van de talrijke verenigingen die de Algemeen-Nederlandse gedachte zijn toegedaan.
Ruimte in hun ledenvergaderingen en in hun publicaties (met honderdduizenden lezers) voor Algemeen-Nederlandse onderwerpen.
Actieve ‘integratie in eigen kring’ door uitwisseling van mensen en ideeën en samenwerking met gelijkgezinden over de grens.
2. Alle inspanningen op deelgebieden laten samenvloeien, daarvan op gezette tijden het bestek opmaken, gezamenlijke standpunten en werkplannen in de openbaarheid brengen in een Algemeen-Nederlands Congres.
3. Een verbreding en verdieping van de informatiestromen, - in eigen kring door het ondersteunen en uitbouwen van de Algemeen-Nederlandse tijdschriften; - in brede kring door een actief samenspel met de massa-media, ook en vooral in hun nieuwste vormen.
4. Om dit alles te ondersteunen, een ‘bestendig secretariaat voor de integratie’ waarvoor de Nederlande congressen zo vaak, zo indringend en zo vruchteloos hebben gepleit.
In een gemeenschappelijk besluit van 4 februari 1975 voorzagen de bevoegde Nederlandse en Vlaamse ministers, na het advies over de taal, een tweede advies te vragen over het ruimere gebied van de culturele samenwerking. Het eerste advies leidde tot de oprichting van de Nederlandse Taalunie.
Maar de behoefte aan een vast steunpunt voor het ‘ruimere gebied van de integratie’ blijft bestaan. Na het 38e Algemeen-Nederlands Congres heeft het congressecretariaat voortgewerkt als een bescheiden Contact-, studie- en informatiecentrum.
Dit werd mogelijk gemaakt door een Belgisch B.T.K.-project (Bijzonder Tijdelijk Kader), huisvesting aangeboden door de Nederlandse Cultuurcommissie van Brussel, een subsidie van het Commissariaat-generaal van de Nederlandse Cultuurgemeenschap voor internationale culturele samenwerking en steun van particuliere stichtingen.
Nu komt het er op aan dit centrum een vaste financiële grondslag en een bestendig kader te verzekeren, zodat het zijn rol kan vervullen van steunpunt en stuwkracht voor allen die aan de Nederlandse integratie meewerken.
Zelden zullen schaarse middelen, zelfs in een tijd van inlevering, doeltreffender besteed zijn.
Remi PIRYNS