Prof. W.H. Nagel overleden
Op 72-jarige leeftijd is prof. mr. W.H. Nagel in zijn woonplaats Oegstgeest overleden. Prof. Nagel kreeg behalve als criminoloog bekendheid als schrijver en dichter onder het pseudoniem J.B. Charles, de schuilnaam waaronder hij in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog actief was. Hij werd in 1910 in Zwolle geboren en studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Groningen waar hij in 1949 promoveerde op het onderwerp ‘De criminaliteit van Oss’.
In het begin van de Tweede Wereldoorlog ging hij werken bij de rechtbank in Middelburg, wat hem korte tijd later onmogelijk werd gemaakt door de Duitsers. Hij verhuisde vervolgens naar het ministerie van landbouw en visserij. Maar ook deze werkkring was van korte duur; hij dook onder en ging in het verzet. Zijn verzetsacties waren veelzijdig. Zo hield hij zich onder meer bezig met het stelen van persoonsbewijzen, het verzamelen van inlichtingen voor Londen, het vervalsen van voedselbonnen en het schrijven in verzetsbladen. Mede door zijn oorlogservaringen heeft Nagel zich later min of meer tot taak gesteld het fascisme te bestrijden.
Op 46-jarige leeftijd werd Nagel benoemd tot hoogleraar in de penologie en criminele sociologie. In vaak heftige polemieken heeft hij de afgelopen jaren zijn visie gegeven op het terrorisme, het zionisme, de vervolging van oorlogsmisdadigers, het Palestijnse vraagstuk.
J.B. Charles schreef in zijn studententijd al gedichten. Na de oorlog werd zijn werk gepubliceerd in Podium, Maatstaf en De Nieuwe Stem. Als strijdbaar en sterk geengageerd schrijver kreeg hij vooral bekendheid met zijn romans ‘Volg het spoor terug’ en ‘Van het kleine koude front’. Met deze werken werd hij tevens een van de meest omstreden Nederlandse naoorlogse schrijvers. Hij werd bestookt met termen als ‘geëxalteerd’ en ‘ongenuanceerd’. Zijn integriteit werd door sommigen in twijfel getrokken en hij werd uitgemaakt voor crypto-communist.
Zowel in zijn proza als in zijn novellen heeft hij voortdurend fascistische tendensen in de maatschappij, in het bijzonder de Duitse, maar ook de Nederlandse, aangetoond en gehekeld.
J.B. Charles heeft de volgende romans op zijn naam staan: ‘Ontmoeting in den vreemde’ (1946), ‘Volg het spoor terug’ (1953), ‘De menseneter van Nowawes’ (1956), ‘Van het kleine koude front’ (1962), ‘De vrouw van Jupiter’ (1962) en ‘Hoe bereidt men een ketter’ (1976). Dichtbundels van zijn hand zijn: ‘Suite aan de Zee’, ‘Zendstation’, ‘Waarheen daarheen’, ‘Het Paradijs’, ‘Het geheim’, ‘Ekskuseer mijn linkerhand’, ‘Topeka’, ‘De warme slager’, ‘De blauwe stoel’ en ‘De schilders’. Nog dit jaar verscheen van J.B. Charles een jeugdboek ‘Naar de Barbiesjes’, voortgesproten uit zijn verblijf in Suriname.
Voor zijn literaire werk kreeg hij diverse onderscheidingen. In 1950 werd hem de Hendrik de Vriesprijs toegekend, in 1953 de extra bekroning van de J. Campertstichting en in 1954 ontving hij de Romanprijs van de gemeente Amsterdam.