Samenwerking in prioriteit
Mijnheer de Voorzitter,
Ik dank U voor de mogelijkheid die mij wordt geboden door het Algemeen Nederlands Congres om het internationale beleid toe te lichten, meer bepaald in het licht van de oprichting door de Vlaamse Gemeenschap van het Commissariaat-Generaal voor de Internationale Culturele Samenwerking.
De oprichting van deze instelling moet gezien worden in de kontekst van de bewuste en nadrukkelijke wil van de Vlaamse Regering om het gehele buitenlands beleid gestalte te geven.
Ik wil dit even toelichten omdat dit ook van belang is voor onze gehele samenwerking met Nederland.
Nog niet zo lang geleden werd de buitenlandse politiek van Vlaanderen nog bekeken als een onderdeel van de gehele buitenlandse politiek van België.
In enkele jaren is er een evolutie in omgekeerde zin aan de gang en wordt de internationale kultuurpolitiek en de uitwisselingsprogramma's inzake onderwijs, wetenschappelijk onderzoek een onderdeel van het gehele buitenlands optreden van de gemeenschappen.
Terloops kunnen we stellen dat in Frankrijk en Duitsland de ontwikkelingssamenwerking deel uitmaakt van dit beleidspakket.
Mevrouw D. Verstraeten.
De Vlaamse Regering is sedert 1981 het proces van de autonomie volledig ingestapt.
Onze Nederlandse vrienden moeten weten dat de twee grote gemeenschappen in dit land tot dan geen autonome regeringen kenden, met eigen specifieke bevoegdheden en afhankelijk waren van de Nationale Regering. 22 december 1981 is voor Vlaanderen een belangrijke datum omdat van de periode van de louter kulturele autonomie overgestapt wordt naar supplementaire vormen van autonomie op het vlak van de welzijnszorg, de ruimtelijke ordening, tewerkstelling, handel en economie.
Het besef groeit met de dag dat exportbevordering, en projektie van nieuwe markten levensnoodzakelijk zijn.
Als internationale kontaktpartner voelt Vlaanderen de nood om identificeerbaar te zijn, zijn bestaan herkenbaar te maken. De eigen identiteit van de Vlaamse Gemeenschap werd in het verleden overschaduwd door de Belgische dualiteit.
De uitbreiding van de autonome bevoegdheden maakt de Vlaamse zelfaffirmatie naar het buitenland toe mogelijk.
Vlaanderen kan als zelfstandige entiteit als gemeenschap profiel krijgen wanneer het er in slaagt een gecoördineerd buitenlands beleid gestalte te geven.
Een koherente buitenlandse representatie moet rekening houden met alle deelaspekten van de Vlaamse realiteit. Dan, en dan alleen zal de Vlaamse identiteit een bekend gegeven worden in het buitenland.
Een duidelijke profilering van de Vlaamse identiteit is de onmisbare voorwaarde voor het verwezenlijken van die fundamentele doelstellingen van het buitenlands beleid die ik zeer summier als volgt zou willen omschrijven:
A) | een belangenverzorging op sociaal, cultureel, economisch, wetenschappelijk terrein; |
B) | een bewuste participatie in het wereldgebeuren aan processen die de democratisering in de samenleving bevorderen; |
C) | het aansturen op meer rechtvaardigheid en vrede, op de vrije uitwisseling van personen en ideeën. |
Het voeren van een buitenlandse politiek met deze doelstellingen zal betekenen dat Vlaanderen erkend wordt als een feitelijke en morele macht.
Het is in deze kontekst dat de buitenlandse kultuurpolitiek van Vlaanderen naar mijn mening moet worden geplaatst.
Ik houd eraan nog even de nadruk te leggen op het juridisch kader waarin een vlaams buitenlands beleid moet worden gezien.