Het tweede congres ‘Welkom in Nederland’
Het grote succes van het in 1979 gehouden congres ‘Welkom in Nederland’, was voor de Vereniging ‘Nederland in den Vreemde’ aanleiding om ook in 1982 een dergelijk congres te organiseren. Dit congres vond plaats in Den Haag van 30 augustus t/m 1 September.
De congressen worden gehouden voor de Nederlanders in het buitenland met het doel de band met het moederland aan te halen. Enerzijds krijgen de deelnemers een indruk van het huidige Nederland, waar vooral de laatste jaren zoveel is veranderd. Anderzijds wordt aandacht besteed aan specifieke belangen van de Nederlanders in het buitenland, zoals onderwijs van hun kinderen, medische verzorging, belastingen, nationaliteitenproblematiek, e.d.
De opening van het congres op 30 augustus vond plaats in de oude Ridderzaal op het Haagse Binnenhof. Rond 450 deelnemers uit 41 landen waren bijeen.
Minister-President Van Agt begroette de congressisten op zeer hartelijke wijze. Hij wees erop dat de belangstelling voor het wel en wee van de Nederlanders in den vreemde ook bij de politici groeiende is.
De wijziging van de Grondwet zal het de Nederlanders in het buitenland mogelijk maken in de toekomst aan de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer deel te nemen. Ook werd een begin gemaakt met een subsidie van het onderwijs aan Nederlandse kinderen in het buitenland.
Op dinsdag 31 augustus begonnen de werkzaamheden van het congres. Na een kort welkomstwoord van de congresvoorzitter Mr. J. Heusdens, behandelden de voorzitter van de Federatie Nederlandse Vakbeweging de heer W. Kok en de voorzitter van het verbond van Nederlandse Ondernemingen de heer Van Veen, de sociaal-economische situatie in Nederland. Hoewel de uitgangspunten van de beide inleiders uiteen lagen, kwamen zij in hun conclusies dichter bij elkaar dan vele toehoorders verwachtten. Tot slot van de ochtendbijeenkomst gaf de heer J. Kraaijeveld van Hemert, voorzitter van de Raad van Bestuur van de Koninklijke Boskalis Westminster N.V., een beschouwing over Nederlands management in wereldverband.
De middagzitting van het congres had twee aspecten. Enerzijds een ‘Minifestival van de Nederlandse film’, met als inleider de heer G.J. van der Molen, oudhoofd van de afdeling ‘Film’ van het Ministerie van CRM, gevolgd door de vertoning van een aantal fragmenten van Nederlandse speelfilms. Anderzijds vond de z.g. ‘Informatie-markt’ plaats. Deze informatiemarkt, waarbij deskundigen van de betrokken ministeries persoonlijke informatie gaven over vraagstukken van nationaliteit, onderwijs, belastingen, huisvesting en sociale voorzieningen, trok een grote belangstelling. Niet alle problemen konden uiteraard worden opgelost, maar niettemin hadden wij de indruk dat vele vragen tot bevrediging een oplossing vonden.
De dag werd besloten met een voorstelling in de Koninklijke Schouwburg van het toneelstuk ‘Kinderen van een mindere God’ van Mark Medoff door de Haagse Comedie. Het stuk maakte op vele toeschouwers een diepe indruk. Na afloop van de voorstelling bood het Gemeenbestuur van Den Haag in de foyers van de schouwburg een ontvangst aan.
De ochtendzitting van woensdag 1 september stond in het licht van de Nederlandse politiek. Als sprekers traden op de heren Drs. R.F.M. Lubbers, voorzitter van de CDA-fractie in de Tweede Kamer als vertegenwoordiger van de regeringspartijen en de heer W. Meijer, voorzitter van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer als vertegenwoordiger van de oppositie. Tenslotte besprak de heer H.J.L. Vonhoff, commissaris van de Koningin in Groningen het probleem ‘Gezag, Bestuur en Burger’.
In de namiddagzitting werden meer in het bijzonder behandeld de problemen waarmee de Nederlanders in het buitenland worden geconfronteerd. Achtereenvolgens kwamen aan het woord mevrouw L.J.M. Bertens-Speleers, lid van de commissie Voorlichting van de Werkgroep Vrouwen Buitenlandse Dienst over ‘Problemen in een vreemde samenleving’, mevrouw Mr. E. Koomans-Korff, secretaris van de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland over ‘Onderwijs in het Buitenland’, mevrouw Mr. A. Kappeyne van de Copello, lid van de Kiesraad over ‘Het kiesrecht voor Nederlanders in het Buitenland’, en de heren B.G. Bruinsma, arts, directeur-geneesheer en Dr. Th.M.J.L. Goud, internist van het Havenziekenhuis in Rotterdam over gezondheidszorg in practische zin.
Het congres zou besloten worden met een toespraak van Prins Claus. Tot grote spijt van de aanwezigen was Prins Claus door ziekte verhinderd het congres bij te wonen. Gelukkig had Mr. P. van Vollenhoven, de echtgenoot van Prinses Margriet, zich bereid verklaard de toespraak van Prins Claus voor zijn rekening te nemen.
Een zeer geanimeerd slotfeest in het Kurhaus Hotel in Scheveningen was het besluit van dit tweede congres ‘Welkom in Nederland’.
De deelnemers konden terugzien op een zeer geslaagd congres.