Resoluties van het achtste Colloquium Neerlandicum
1) Het Achtste Colloquium Neerlandicum, van 30 augustus tot en met 4 September 1982 in Leuven bijeen,
- | heeft met waardering kennis genomen van de beschouwingen die de Vice-voorzitter van de Vlaamse Executieve en Minister van Cultuur, de heer Karel Poma, bij de officiële opening van het colloquium heeft gewijd aan de buitenlandse neerlandistiek en de Nederlande Taalunie; |
- | ziet daarin een bewijs van de blijvende belangstelling van de Vlaamse Executieve voor de Taalunie en van haar voornemen de unie spoedig feitelijk in werking te doen treden; |
- | is ervan overtuigd dat het beleid van de Nederlandse regering eveneens hierop is gericht; |
- | acht het van belang dat de buitenlandse neerlandistiek vertegenwoordigd zal worden in de Adviesraad van de Taalunie; |
- | dringt er bij de Taalunie op aan zo spoedig mogelijk concrete maatregelen te nemen ten behoeve van de buitenlandse neerlandistiek en hiermee niet te wachten tot de structuren van de unie volledig zijn uitgebouwd; |
- | vraagt daarom voor de in de volgende resoluties genoemde projecten en problemen niet alleen de aandacht van de Belgische en Nederlandse regeringen, maar ook van de Nederlandse Taalunie. |
2) Het colloquium is van mening dat voor het moderne onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur aan buitenlandse onderwijsinstellingen film-, video- en geluidsbandmateriaal onmisbaar is. Aangezien het tot nog toe onmogelijk is gebleken dit materiaal regelmatig ter beschikking te krijgen, dringt het colloquium aan op de spoedige stichting van een centrale film-, video- en fonotheek waaruit op eenvoudige wijze 16 mm.-kopieën van recente Nederlandstalige speelfilms, videobanden van Nedelandstalige televisieprogramma's en geluidsbanden van radioprogramma's (waarbij met name gedacht wordt aan geschikt materiaal van de Nederlandstalige Wereldomroep in Brussel en Radio Nederland Wereldomroep) geleend kunnen worden.
3) Het colloquium is van mening dat vooral voor de motivatie en de produktieve taalvaardigheid van de buitenlandse studenten een studieverblijf in een Nederlandstalige omgeving van groot belang is en dat de bestaande zomercursussen in België en Nederland een belangrijke functie vervullen. Het beveelt daarom aan het aantal deelnemers resp. beurzen in elk geval te handhaven en zo mogelijk uit te breiden, teneinde een al te strenge selectie (waarbij enthousiaste sollicitanten moeten worden afgewezen) te voorkomen.
4) Het colloquium is van mening dat het doorbrengen van een heel studiejaar in Nederland of Nederlandstalig België van onschatbare waarde is. Het spreekt daarom de wens uit dat de onlangs door het Nederlandse Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen geopende mogelijkheid om, in het voetspoor van de in België al langer geldende praktijk, een aantal éénjarige assistentschappen aan Nederlandse onderwijsinstellingen beschikbaar te stellen aan buitenlandse studenten, gehandhaafd en in de toekomst eventueel zelfs uitgebreid zal worden.
5) Het colloquium stelt vast dat tot dusver slechts door enkele uitgevers, zoals Elsevier (Kramer's woordenboeken) gevolg is gegeven aan resolutie 2 van het Vijfde Colloquium Neerlandicum (Noorderwijk, 1973), waarin het IVN-bestuur werd verzocht er bij de uitgevers van woordenboeken op aan te dringen dat bij hun uitgaven gelet zou worden op de bruikbaarheid voor niet-Nederlandstaligen, en verzoekt het IVN-bestuur er bij de betrokken uitgevers nogmaals op aan te dringen dat hiermee terdege rekening wordt gehouden, en meer in het bijzonder dat bij de uitgave van tweetalige woordenboeken
- | zoveel mogelijk informatie van grammaticale aard wordt opgenomen; |
- | native sprekers van elk van beide talen bij de samenstelling worden betrokken; |
- | rekening gehouden wordt met de belangrijkste nationale varianten binnen de desbetreffende talen. |
6) Het colloquium acht het dringend noodzakelijk dat de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS) in 1983 wordt voltooid.
7) Het colloquium acht het wenselijk dat op korte termijn begonnen wordt met de ontwikkeling van een leergang Nederlands als Vreemde Taal, gericht op het onderwijs van communicatieve vaardigheden.
8) Het colloquium verzoekt de Vlaamse Executieve - nadat hier reeds meer dan 20 jaar op is aangedrongen - zonder dralen een degelijk statuut op te stellen voor de docenten van Belgische nationaliteit die Nederlands doceren aan buitenlandse universiteiten.
9) Het colloquium acht het noodzakelijk dat de Nederlandse taal en cultuur op passende wijze worden vertegenwoordigd op de steeds talrijker wordende internationale bijeenkomsten en tentoonstellingen die aan de levende talen en het onderwijs daarin worden gewijd. Het verzoekt de in aanmerking komende autoriteiten dan ook de presentatie van het Nederlands bij zulke manifestaties (gedacht wordt o.a. aan de toekomstige tentoonstellingen ‘Expo-Languages’) te willen bevorderen, coördineren en steunen.