Leefmilieu
Op de laatste vergadering van de werkgroep ‘Leefmilieu’ van 12 november 1981 en de vergadering van het ‘Vlaams-Nederlands overleg grensgebieden’ van 20 november 1981, werd door de beide werkgroepen principieel overeen gekomen om in de toekomst de beide werkgroepen te laten samensmelten.
Een eerste geïntegreerde vergadering van de beide werkgroepen had plaats op 18 juni te Antwerpen in het Frans Snydershuis.
Het belangrijkste agendapunt betrof de discussie over de structuur, samenstelling en werking van de nieuwe werkgroep.
Knelpunt was de bestaande structuur der beide werkgroepen. Het Vlaams-Nederlands overleg is een studie- en actie-gerichte groep, samengesteld uit vertegenwoordigers van de milieufederaties uit de grensprovincies van Vlaanderen en Nederland en Bond Beter Leefmilieu en de Stichting Natuur en Milieu. De ANC-werkgroep Leefmilieu telt echter zowel afgevaardigden van milieu-organisaties als personen die ten persoonlijken titel deelnemen en de werkgroep is niet direct actiegericht.
Besloten werd om de beide werkgroepen samen te smelten om als één enkele gezamenlijk naar buiten te treden. De werkgroep Vlaams-Nederlands overleg wenste echter niet dat door het gezamenlijk optreden zou geschaad worden aan de eigen slagkracht. Besloten werd daarom ook om binnen de werkgroep steeds te komen tot een gezamenlijk standpunt, maar dat voor bepaalde punten waarin de nieuwe werkgroep geen standpunt kan nemen, het Vlaams-Nederlands overleg in eigen naam kan opereren.
De nieuwe werkgroep, die voortaan ‘Vlaams-Nederlandse werkgroep Leefmilieu’ zal heten, heeft als voorzitter de heer R. Dirks aangeduid. Het co-voorzitterschap is in Nederlandse hand, maar hier kon voorlopig nog geen naam worden ingevuld. De werkgroep vergadert in principe driemaal per jaar.
Vervolgens kwamen de resoluties van de werkgroep Leefmilieu aan bod zoals die zijn gestemd op het 38e algemeen-Nederlands Congres. Besloten werd o.m. om de Milieu-effectrapportering op de voet te blijven volgen. Men was van oordeel dat de werkgroep terzake belangrijke impulsen kan geven om te komen tot een Europese richtlijn.
In verband met het geïntegreerd milieubeleid was de werkgroep van oordeel dat deze materie dient te behandelen op het niveau van de Benelux.
Verder werd overeen gekomen dat elke grensprovincie voor zich een inventarisatie zou maken van de natuurgebieden en parken. Deze dossiers worden dan doorgespeeld naar de provincies aan de andere kant van de grens zodat eventueel grensoverschrijdende acties kunnen ondernomen worden.
Tenslotte dringt de werkgroep erop aan dat, met betrekking tot waarschuwingssystemen in geval van milieurampen, er werk wordt gemaakt van een ALGEMEEN waarschuwmgssysteem met inbegrip van een waarschuwingsplicht.
De werkgroep acht het organiseren van een tussentijds colloquium niet uitgesloten. Op de volgende vergadering zal dit agendapunt in concreto worden uitgewerkt (Thema en datum, najaar '84?).
De volgende vergadering is gepland op 8 of 15 oktober te Antwerpen.