Neerlandia. Jaargang 86

Boek

Europees Hof van Justitie schort beschikking E.E.G. commissie op

Al diegenen die nauw betrokken zijn bij de integratie van de (boeken)cultuur in Vlaanderen en Nederland, hebben een belangrijke slag thuis gehaald.

In november 1981 achtte de Europese Commissie dat de Vlaamse-Nederlandse afspraken over prijsvastheid voor Nederlandstalige boeken in strijd was met het Europees Verdrag, zodat besloten werd geen ontheffing te verlenen. Met deze beschikking negeerde de Commissie een resolutie van het Europees Parlement dat er op gewezen had dat twee kleine cultuurgemeenschappen het recht moeten hebben om, waar het om boeken gaat, tot een vaste prijs te komen over de staatsgrenzen heen.

Hierop trok de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen en haar Nederlandse zustervereniging naar het Europees Hof van Justitie met het verzoek om in kortgeding de uitvoering van de beschikking op te schorten, het dossier te heropenen en de beschikking te vernietigen.

[p. 58]

Volgens de V.B.V.B. waren er voldoende argumenten voor vernietiging van de beschikking:

-	De gevolgde procedure had de meest elementaire processuele regels geschonden en er was heel slordig werk verricht. (Onregelmatig verloop der hoorzittingen, verstrekken van foutieve informatie, schending van het Unieverdrag van Parijs waarbij bescherming wordt gegeven tegen de lokvogelpolitiek van de grootwarenhuisketens...).
-	Artikel 85, lid 1 van het EEG-verdrag is niet van toepassing, aangezien de brede interpretatie die de Commissie aan dit artikel geeft, strijdig is met andere E.E.G.-verdragsartikelen (met name artikel 36, 2 en 3). De mededinging die het verdrag beoogt is geen absolute mededinging. (Het EEG-verdrag beoogt in eerste instantie de integratie).
-	Art. 85, lid 3, werd onjuist benaderd, waardoor de Europese Commissie dus ten onrechte weigerde een ontheffing te verlenen.

Dit protest heeft nu zijn vruchten afgeworpen: het Hof schortte de uitvoering van de beschikking in haar totaliteit op. Voorts suggereerde het Hof in een arrest van april dat de beschikking wellicht zal vernietigd worden.

De Europese Commissie van haar kant, heeft laten weten dat zij wenst de zaak ten gronde nog eens rustig te mogen bespreken. Om die reden werd aan het Hof gevraagd om het nodige uitstel te verlenen.