De Nederlanden in de wereld
De reële waarde van een Congres kan men afmeten aan zijn follow-up. Tijdens het Algemeen Nederlands Congres van oktober 1981 heeft de werkgroep ‘De Nederlanden in de Wereld’ heel wat voornemens in resoluties verwerkt.
Sommige beleidsbesluiten dienen naar de overheid - met de nodige druk - toegeschoven te worden. Andere moeten we zelf verwezenlijken: we, dat zijn de verenigingen die in de werkgroep ‘De Nederlanden in de Wereld’ samenkomen, om er hun inspiratie te vinden en vooral om de onderscheiden initiatieven te coördineren.
‘Nederland in den Vreemde’ en ‘Vlamingen in de Wereld’ hebben inmiddels hun contacten verstevigd met de vaste wil gemeenschappelijke initiatieven te nemen gericht op de Noord- en Zuid-Nederlanders in het buitenland. VIW had reeds dit verlangen geuit tijdens zijn Congres te Brugge in september 1981 op basis van enkele experimenten: kleinkunstavonden in Brazilië, Argentinië en Paraguay. ‘Nederland in de Vreemde’ hoopt ditzelfde thema aan te snijden tijdens zijn congres in augustus e.k. Het intensifiëren van de samenwerking werd tussen de Besturen van beide organisaties in Den Haag besproken op 10 februari jl. Een tweede bespreking heeft plaats in Brussel op 3 mei.
In Windsor, Ontario-Canada, bestaat een Dutch-Flemish Club ‘Neerlandia’ die dit jaar zijn 25-jarig bestaan viert met een Nederlandse film (5 maart), een ‘Dutch Market’ (verkoop van Vlaamse tapijten, kantwerk, wafels, bloemen uit Nederland, Nederlandstalige boeken, en met een Jan Klaassen poppenkast: 6 maart). Deze Club concentreert zich rond de universiteit van Windsor, en publiceerde onlangs een bundel gedichten in Engelse vertaling, in hoofdzaak uit Nederland, één enkel uit Vlaanderen, - doch in een volgende bundel krijgt Vlaanderen meer aandacht. De vertaling is van Dorothy Howard en Hendrika Ruger, de titel is ‘Under Dutch Skies’, uitgeverij Netherlandic Press 1981, Windsor, Ontario, Canada.
We verwijlen nog even in de buurt van Windsor, in Detroit namelijk waar en van waaruit enkele initiatieven gepland worden, doch dan meer bepaald voor de Vlamingen in Noord-Amerika, hoewel de heer Van Muysenvelde, Consul van Nederland voor Michigan, betrokken werd bij de meeste voorbereidende besprekingen.
Vanuit Vlaanderen wordt, dank zij een samenwerking van de Vlaamse Raad en Vlamingen in de Wereld, aan de Gazette van Detroit de nodige steun verleend om deze krant nieuw leven in te blazen. Er wordt in de persoon van Frans Dergent een kracht ter beschikking gesteld zowel voor de redactie als voor het management. Het is de bedoeling het lezerspubliek te verruimen door de inhoud aan te passen, en de krant tevens ter beschikking te stellen van de Vlaamse exporteconomie.
Daarbij aanleunend is een Vlaamse week in voorbereiding, die moet plaatshebben in Detroit in april '83: kunst-tentoonstelling, gastronomie (restaurant met 1.400 plaatsen), toerisme, en tentoonstelling van Vlaamse producten.
Dat jaar 1983 kent trouwens een paar merkwaardige verjaardagen: 150 jaar geleden zijn de eerste Vlamingen in Detroit aangekomen. En Karel Van de Poele (uit Lichtervelde), die de electrische verlichting in Detroit invoerde met een eigen lampensysteem, zette in 1883 de kroon op het werk met zijn electrische tram waarvan de eerste liep in Chicago. Er is een verzoek ingediend bij de Amerikaanse autoriteiten om in 1983 een Van de Poele-postzegel uit te geven.
In 1984 zal het dan 100 jaar geleden zijn dat de Belgische (lees Vlaamse) kerk in Detroit werd gebouwd: ook hiervoor is een feestprogramma in voorbereiding.
Van Noord-Amerika even naar Zuid-Afrika: op 22 januari werd in Johannesburg een Vlaams Cultureel Centrum officieel geopend, in aanwezigheid van de Zuid-Afrikaanse Minister voor Onderwijs en Cultuur, een plejade vertegenwoordigers uit academische, culturele en sociale middens, en een afvaardiging uit Vlaanderen, - waarbij ook ondergetekende namens VIW aangezien het Centrum uiteraard openstaat voor de Vlamingen uit Johannesburg en omgeving.
Tenslotte nog dit: op 2 april wordt te Parijs een confederatie opgericht van de verenigingen die de belangen behartigen van de Europeanen in het buitenland hetzij binnen de Europese Gemeenschap, hetzij erbuiten. Deze ‘migranten’ kennen heel wat sociale en culturele, ook administratieve en juridische problemen die een Europese aanpak vergen, - denken we maar aan het onderwijs. Zowel Nederland in den Vreemde als Vlamingen in de Wereld hebben zitting in het bestuur van deze Confederatie, en zullen er uiteraard de belangen der Nederlanden-en-hunmigranten behartigen
23-2-1982 A. VERTHÉ