Ook Delftse Poort in Sri Lanka
Colombo is de hoofdstad van Sri Lanka en ligt aan de monding van de Kelani Ganga. Het is de grootste exporthaven van het land, en stond al in de twaalfde eeuw bekend als belangrijke havenstad. Sri Lanka, het vroegere Ceylon, is van 1656 tot 1796 een Nederlandse kolonie geweest, en nog altijd zijn er vele overblijfselen uit de koloniale tijd te vinden.
Het land werd achtereenvolgens overheerst door de Portugezen, de Nederlanders en de Britten, en nog altijd is een gedeelte van de bevolking duidelijk nakomeling van de Nederlandse of Britse kolonisten.
De Nederlanders veroverden Colombo in 1656 op de Portugezen. Na het beleg was de stad dusdanig vernield, dat van de gelegenheid gebruik werd gemaakt om tot uitgebreide herbouw over te gaan. Er kwam een groot fort, waar de bestuurders een plekje vonden, verbonden met een stadsdeel, en waar ook het gewone volk onderdak moest vinden. De bastions van het fort werden naar Delft, Leiden, Hoorn, Rotterdam, Middelburg, Klippenburg, Enkkuizen, Brielle en Amsterdam genoemd. De overblijfselen van het fort zijn minimaal. Langs de kust bevindt zich nog een deel van het bastion Den Briel en er staat een gedeelte van de vroegere Delftse Poort verscholen tussen twee winkelstraten. Deze stadspoort verbond het fort met Pettah, het civiele gedeelte van de stad. In het huidige stratenpatroon is nog altijd het historische Nederlandse stratenplan terug te vinden.