het minst wettelijke belemmeringen in zich te dragen. Maar vrij vlug is men zelfs op dit vlak in beide landen een andere richting uitgegaan, In Maastricht bleef het postuniversitair onderwijs volledig afgestemd op de medische faculteit, terwijl in Hasselt het postuniversitair centrum, dat in 1965 werd opgericht, een veel breder aantal disciplines bestreek.
Daarenboven zit de medische bijscholing in Vlaanderen bijna volledig in handen van de geneesheren- organizaties en is bijgevolg sterk medisch en minder sociaal gericht. Het I.P.U.C. heeft maar twee jaar echt bestaan, waarbij in beide landen gelden werden uitgetrokken voor dit gemeenschappelijk initiatief. Nadien werd het in Nederland opgeslorpt door de medische faculteit.
In dezelfde periode is er ook gedurende een tweetal jaren overlegd over een gemeenschappelijk initiatief op het vlak van een ‘open universiteit’ voor de beide regio's. Dit overleg tussen de voorzitters van beide instellingen, deskundigen en de heer Fragnière, directeur van het ‘Institut d'Education’ van de ‘Fondation Européen de la Culture’ beoogde het tot stand brengen van een vorm van onderwijs die totaal los zou staan van de traditionele structuren van hoger onderwijs en zou openstaan voor uiteenlopende groepen van de bevolking, volgens hun scholingsbehoeften en mogelijkheden. Aldus werd gedacht aan een gemeenschappelijk te financieren onderwijsinstelling naast de twee bestaande instellingen, doch gevoed vanuit deze instellingen.
Het betrof hier een tweede kansonderwijs, niet alleen voor individuen die zich wensten te integreren in het traditioneel bestel, nl. een erkend diploma behalen, maar om de scholingsachterstand in de beide regio's in te halen. Het onderwijs zou vooral parttime en avondonderwijs omvatten, aangevuld met individuele studie of groepswerk, verspreid over de regionale centra.
Ondanks de langdurige besprekingen, het ondersteunend studiewerk van het ‘Institut d'Education’ en het feit dat verschillende studieprogramma's reeds ter tafel lagen, heeft men ook dit project uiteindelijk niet weten uit te voeren.
Op dit ogenblik is de toestand echter zo, dat Nederland in Heerlen gestart is met de opbouw van een open universiteit naar Brits model, terwijl in Vlaanderen de open universiteit verkocht wordt tussen de negen universitaire instellingen.