Cultureel
Inzake het algemeen buitenlands cultuurbeleid van de overheid wordt de hoop uitgesproken dat dit niet verstaatst en verpolitiseerd zou worden.
Privé-organisaties dienen zowel bij beleid als bij uitvoering betrokken te worden.
Bij het afsluiten van culturele akkoorden dient rekening gehouden te worden met de Vlaamse aanwezigheid in de betrokken gebieden. Zo is bijvoorbeeld het cultureel akkoord met Canada te veel een onderonsje van franstaligen, hoewel 90 % van de Belgen in Canada Vlamingen zijn.
Cultuurattachés dienen beter op hun taak voorbereid te zijn, en in sommige gevallen worden de clubs van Vlamingen nog te veel verwaarloosd door de diplomatieke en consulaire posten.
Naast de officiële cultuurattachés kunnen Vlamingen ter plaatse complementair werken als ‘cultuurconsulent’: een taak die vaak reeds door VlW-Vertegenwoordigers vervuld wordt, doch zonder armslag bij gebrek aan middelen. Zij kunnen een goede steun betekenen bij de voorbereiding en uitvoering van initiatieven in het kader van onze internationale culturele samenwerking.
Een gemeenschappelijk overleg wordt gewenst vanwege Vlaanderen en Nederland.
Het verenigingsleven verdient alle aandacht. Er wordt betreurd dat de Vlaamse clubs niet meer steun krijgen van uit Vlaanderen: waarom moet alle subsidiëring van het verenigingsleven egoïstisch voorbehouden worden aan de Vlamingen die thuis gebleven zijn? Terwijl de Vlamingen buiten de grenzen meestal in de kou blijven staan.
Meer uitzending van kleinkunstenaars, voordrachtgevers, volksdansinstructeurs, enz... wordt gewenst, om zodoende voeling te houden met het cultureel gebeuren van hun Vlaanderen.
Ook hulp en informatief materiaal voor de eigen initiatieven: tentoonstellingen, toneel, film- en dia-avonden, enz...
Regelmatig gaan zanggroepen, kunstenaars, balletgezelschappen, wetenschapslui en dgl. optreden in het buitenland met overheidssteun. De diplomatieke en consulaire posten worden hierover ingelicht, doch al te vaak verwaarlozen dezen de informatie door te spelen naar de landgenoten in hun gebied. Er ontbreekt terzake een coördinerende en doorstromende informatiedienst: dit kan een der opdrachten zijn van het geplande Commissariaat-generaal voor internationale culturele samenwerking.
De continuïteit en efficiëntie van het verenigingsleven lijdt in vele plaatsen door gebrek aan een eigen lokaal, hoe klein ook. Vaak zijn er ook de middelen niet om een lokaal(tje) bestendig te huren.
Een verbroedering tussen Vlaamse clubs in het buitenland en clubs in Vlaanderen kan zeer bevorderlijk werken.
De wens wordt geuit dat verenigingen van Vlamingen en Nederlanders in het buitenland meer zouden samenwerken en dat Vlaanderen en Nederland terzake gezamenlijk initiatieven zouden nemen.
Tenslotte werd er op gewezen dat door de politieke isolatie van bepaalde gebieden de daar levende landgenoten zwaar getroffen worden: er komt geen officiële steun meer voor hun verenigingsleven en culturele initiatieven. Politiek en cultuur dienen uit elkaar gehouden te worden.
Het onderwijs in het Nederlands is van groot belang voor de latere loopbaan van de kinderen van tijdelijke emigranten, terwijl het onderwijs van het Nederlands van belang is als sleutel tot hun identiteit en cultureel patrimonium.