[Nummer 5]
Het Congres moet bestendigd worden
Op vrijdag 2 en zaterdag 3 oktober werd op de Campus van de Vrije Universiteit te Brussel het 38e Algemeen-Nederlands Congres georganiseerd.
De opening van de congreswerkzaamheden had al eerder, nl. op 8 november 1980, plaatsgehad.
Gedurende een vol jaar werd door veertien werkgroepen voorbereidend werk geleverd.
De congreswerkzaamheden betroffen diverse terreinen van het maatschappelijk leven zoals leefmilieu, vormings- en ontwikkelingswerk, economie, onderwijs, jeugd, vrouwenbeweging, sport, grensverkeer, het boek, universiteiten, de Franse Nederlanden, toerisme, media, taalunie, universiteit en wetenschap, de Nederlanden in de Wereld.
Op al deze terreinen werd een balans opgemaakt van mogelijkheden en moeilijkheden voor verdere integratie, zowel tussen Noord en Zuid onderling, als van Noord en Zuid ten opzichte van Europa en de wereld.
Het volledig verslag van het congres en de congresresoluties wordt gepubliceerd in een uitgebreid algemeen verslagboek. Een erg beknopt tussentijds verslag vindt u in de Nieuwsbrief die in dit nummer van Neerlandia is gevoegd.
Op 28 november kwam de Programmaraad van het Congres bijeen om aan de congresbesluiten de nodige opvolging te geven.
Bestendiging van de tot dusver geleverde inspanningen inzake de bundeling en bevordering van de integratiebeweging was overigens een unanieme wens van het Congres. In die zin wordt door het Congresbestuur bij de landelijke overheden gepleit voor steun bij de bestendiging van het vast congressecretariaat.
Tijdens de voorbereiding van het Congres en tijdens de eigenlijke Congresmanifestatie is voortdurend gebleken dat naast het zeer omvangrijke terrein dat aan de Taalunie en aan de Culturele Akkoorden is toegemeten, grote behoefte bestaat om ook op andere terreinen van het maatschappelijk leven de Noord-Zuid integratie gestalte te geven.
In hun besluit van 4 februari 1975 hebben de bevoegde Nederlandse en Vlaamse ministers overigens uitdrukkelijk gesteld dat het integratiestreven niet uitsluitend de taal maar het ruimere gebied van de culturele samenwerking bestrijkt.