| |
| |
| |
[Nummer 3]
Het Algemeen-Nederlands Verbond in 1980
Het jaar 1980 bracht voor het ANV een lang gekoesterde wens in vervulling: de ondertekening van het Taalunieverdrag tussen Nederland en België, welke plechtigheid op 9 september in het Egmontpaleis in Brussel plaatsvond. Herhaalde malen in de jaren tussen 1970 en 1980 is er van de zijde van het ANV aangedrongen op institutionalisering: het tot stand brengen van juridische, technische, administratieve en financiële structuren om de culturele samenwerking over de grenzen tot werkelijkheid te maken.
Het tweede gebeuren van belang in het verslagjaar was de eerste openbare openingszitting, eveneens in Brussel, van het 38ste Algemeen-Nederlands Congres als een aanloop tot de voltallige zittingen in oktober 1981. Een eerbetoon aan het ANV voor zijn streven hield de toekenning van de Jozef van Overstraetenprijs in, die in september in Antwerpen aan het presidium van het ANV werd uitgereikt. Twee hoogtepunten derhalve en een bekroning van een beleid van het ANV in de voorgaande jaren.
De besprekingen in de zes vergaderingen van het dagelijks bestuur en de vier van het hoofdbestuur stonden hoofdzakelijk in het teken van de voorbereidingen van het 38ste Algemeen-Nederlands Congres en de problematiek rond de subsidiëring. Het laatste was ook het thema waarover gesproken werd met de bewindslieden en de ambtenaren van de betrokken departementen in Rijswijk en Den Haag, naast de gewijzigde structuur van het ANV en de opzet van de secretariaten, waaraan tevens financieel gevolgen waren verbonden.
Ook in 1980 waren leden van het presidium en van het hoofdbestuur betrokken bij de vertegenwoordiging van het ANV naar buiten op bijeenkomsten en congressen van zusterorganisaties en andere verenigingen en verrichtten het verbondskantoor en het secretariaat Vlaanderen dienstbetoon op het terrein van voorlichting naar buiten.
Zo was de voorzitter Nederland van het ANV, drs M.J.A.R. Dittrich, beschermheer van het 59ste Congres dat de Nederlandse Bond in Duitsland in Valkenburg organiseerde.
In het verslagjaar overleed de oud-voorzitter Nederland van het ANV, drs Jaak Veltmans.
| |
De Algemene Vergadering 1980
De statutaire Algemene Vergadering 1980 werd op zaterdag 21 juni in hotel-restaurant ‘Vrouwenhof’ in Roosendaal (N.B.) gehouden; de eerste sedert de aanvaarding van de nieuwe statuten. De financiële jaarstukken van de penningmeester en het jaarverslag van de secretaris werden goedgekeurd. Als nieuw lid van de Raad van Advies benoemde de Algemene Vergadering de heer C.F. Kleisterlee uit Rotterdam in de plaats van dr J. de Quay, die wegens de toestand van zijn gezondheid was afgetreden. De heer Kleisterlee is oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en oud-voorzitter van de Vaste Commissie voor CRM. Algemeen werd in de vergadering de spijt uitgedrukt over de voorstellen tot naamsverandering in art. 3 van de Belgische grondwet: de naam Nederlandse Gemeenschap zou veranderd worden in Vlaamse Gemeenschap. Op die wijze, aldus luidde de reactie, wordt afbreuk gedaan aan het propageren van een Nederlandse taal- en cultuurgemeenschap; een ontwikkeling die vooral in de jaren na 1945 meer in de belangstelling is komen te staan. Algemeen was het oordeel dat de naam ‘Vlaamse Gemeenschap’ kan leiden tot bewustzijnsvernauwing.
De vergadering besloot het bedrag van het lidmaatschapsgeld/abonnementsgeld te verhogen tot f 30,- of 450 Bfr. De afdracht aan de afdelingen werd vastgesteld op f 10,- of 150 Bfr. per lid.
| |
Raad van Advies
Op initiatief van het dagelijks bestuur werd een rapport opgesteld voor de leden van de Raad van Advies over de voorgeschiedenis (o.m. rapport-Dumon) en de verwezenlijking van de huidige structuur van het ANV. Daarin werd aandacht geschonken aan het oprichten en de groei van de werkgroepen, de noodzaak van het wijzigen der statuten, mede als gevolg van de van kracht geworden bepalingen omtrent het verenigingsrecht in het Nederlands Burgerlijk Wetboek, de oprichting van de v.z.w. Vlaanderen van het ANV en die van de v.z.w. Algemeen-Nederlands Congres. Eveneens werd voorlichting gegeven over de subsidiëring. Hoewel enkele vergaderdata waren gepland bleek het niet mogelijk in voldoende aantal bijeen te komen.
De heer C.F. Kleisterlee werd als nieuw lid gekozen (zie: de Algemene Vergadering 1980).
| |
Statuten
De statuten werden gewijzigd (zie ook onder ‘Raad van Advies’) in de Algemene Vergadering 1979 en daardoor mede aangepast aan het nieuwe Nederlandse verenigingsrecht. Op 10 juni 1980 werd de akte gepasseerd voor notaris C.J.M. Emmen te Soest en bij de Kamer van Koophandel in Den Haag volgens de bepalingen van de wet gedeponeerd. In het verslagjaar werd het huishoudelijk reglement van het
| |
| |
ANV aan de gewijzigde statuten aangepast en aan bestuursleden, afdelingsbesturen en vertegenwoordigers, de Algemene Vergadering, alsmede aan de leden van de Raad van Advies en de ereleden toegezonden. De afdelingsreglementen dienen alsnog aan de nieuwe statuten te worden aangepast.
| |
Het 38ste Algemeen-Nederlands Congres
Op zaterdag 8 november werd in het gebouw van de Vrije Universiteit van Brussel de openingszitting gehouden van het 38ste Algemeen-Nederlands Congres: ‘het startsein voor de één jaar durende voorbereiding tot het eigenlijke congres in oktober 1981’. Het was een wapenschouw van de personen en de verenigingen uit Noord en uit Zuid die de medewerking verlenen aan de uitvoering van de doelstellingen van de v.z.w. Algemeen-Nederlands Congres, maar niet minder de getuigenis van de wil vorm en inhoud te geven aan de culturele samenwerking over de staatsgrenzen heen. Als zodanig is de bijeenkomst van 8 november tot een mijlpaal in de geschiedenis van de Nederlandse Congressen geworden. De belangstelling in Brussel was groot. En daaruit viel af te lezen hoeveel reeds was ondernomen sedert in februari 1977 in klein ANV-verband de denkbeelden in ruwe trekken gestalte kregen de Nederlandse Congressen voort te zetten. Er kwam een permanent secretariaat tot stand in Brussel. Aanvankelijk en korte tijd onder leiding van lic. Joris Dedeurwaerder, later hoofdzakelijk onder die van dr. G.R. Piryns. Men verkreeg eerder in Brussel van rijksoverheidswege de medewerking omtrent een bemanning van het secretariaat en het ter beschikking stellen van kantoorruimte, zoals men ook in het verslagjaar, ook van Nederlandse zijde, op de sympathie en de steun van de bewindslieden mocht rekenen. De reeds voor 1980 gevormde werkgroepen ondergingen uitbreidingen en er werden nieuwe werkgroepen aan toegevoegd. Het kwam tot een duidelijke afbakening van de werkterreinen na veel studie en gedachtenwisseling vooraf.
De werkgroepen hielden op 8 november sectievergaderingen en in sommige gevallen werden programmaverklaringen en hun activiteitenplan voorgelegd. Vastgesteld werd en aan de vergadering voorgehouden, dat elke werkgroep een vijfpuntenprogramma onderschrijft. Dit programma behelst:
- | een overzicht van organisaties, initiatieven, structuren en beleid op hun werkterreinen in Nederland, Vlaanderen en Frans-Vlaanderen, alsmede het ondernemen van vergelijkende studies; |
- | een inventarisatie en toetsing van bestaande vormen van contact, samenwerking en integratie van nut; |
- | de kansen voor een betere of versnelde integratie dienen te worden onderzocht, evenals knelpunten moeten worden aangeduid; |
- | de samenstelling van een vijfjarenprogramma voor het integratiewerk aan de basis; |
- | aanbevelingen voor het beleid. |
Zo werd op de novemberbijeenkomst gesteld.
Financiële armslag werd tevens mogelijk gemaakt door het Visser-Neerlandiafonds, de toekenning van de Jozef van Overstraetenprijs aan het ANV en door de steun van de Julius Dhondtstichting.
Op de samenkomst in Brussel wees drs. M.J.A.R. Dittrich in een beknopte maar inhoudsvolle toespraak op de betekenis van de openingszitting; de wil van velen, personen en instellingen, aan het congres mee te werken, zodat het een nieuw begin zal zijn op de weg naar de integratie en het geven van een plaats aan de Nederlandse cultuurgemeenschap in Europa. Prof. Dr. De Clercq gaf een beeld van de geschiedenis der Congressen en dr. G.R. Piryns verschafte een helder inzicht in de nieuwe opzet van het 38ste Congres. Dr. A.W. Willemsen behandelde in een gedocumenteerd betoog de Nederlandse Taalunie, met als ondertitel: een bekroning en een nieuw begin. Prof. dr. em. H. Fayat sprak een slotwoord uit.
| |
Visser-Neerlandiaprijzen
Drs M.J.A.R. Dittrich, voorzitter Nederland, reikte op zaterdag 29 november in de Redoute-zaal van de Maastrichtse Stadsschouwburg de Visser-Neerlandiaprijzen (toneel) uit. Op dezelfde bijeenkomst werd de Edmond Hustinxprijs van de Organisatie-commissie Colloquium Nederlandstalige toneelschrijvers uit België en Nederland overhandigd. Het ANV en de Organisatie-commissie maakten in 1978 een begin met een gezamenlijke uitreiking.
De jury voor de beoordeling van de ingekomen werkstukken bestond ditmaal voor de Visser-Neerlandiaprijzen uit mr Hans Keuls, voorzitter en Alfons van Impe en Rob Scholten als leden. Het aantal inzendingen bedroeg 76, waarvan volgens het oordeel van de jury 20% van voldoende kwaliteit mocht worden gerekend. Er werden drie geldprijzen toegekend en zeven eervolle vermeldingen. De eerste prijs viel ten deel aan Rudy Geldhof uit Brugge voor zijn stuk ‘Noch vis, noch vlees’; Michel Desmyter uit Lier kreeg de tweede prijs voor ‘Godsenewarie’; Haye Hendrik van der Heyden uit Utrecht sleepte de derde
| |
| |
prijs in de wacht voor het stuk ‘Drie meisjes, drie jongens’. De eervolle vermeldingen waren voor Lucien van den Briele uit Mechelen, C. de Hoon uit Heerlen, Jurrie Kwant uit Amsterdam, Omar Robinon uit Denderleeuw, Suze Rodrigues Lopes uit Haarlem, Adriaan Venema uit Amsterdam en Edwin Vlassen-root uit Amsterdam.
In oktober vergaderde de Visser-Neerlandiacommissie over de aanvragen en voorstellen voor toewijzingen van de Visser-Neerlandiaprijzen (persoonlijke verdiensten en welzijnsprijzen).
| |
Neerlandia
‘Neerlandia’ schonk in 1980 ruime aandacht aan de voorbereidende werkzaamheden voor het 38ste Algemeen-Nederlands Congres. In dit kader publiceerde het tijdschrift o.a. verslagen van bijeenkomsten van de v.z.w. Algemeen-Nederlands Congres en enkele ‘nieuwsbrieven’ van de congresorganisatie met vermelding van de activiteiten van de werkgroepen van het congres.
Artikelen waren gewijd aan het buitenlands cultureel beleid, de Noordzeehavens, de Hanze, het symposium ‘De Gouden Delta’, de taalverhoudingen in België, het ondertekenen van het Taalunieverdrag, Frans-Vlaanderen en gebeurtenissen binnen het raam van de culturele integratie van Noord en Zuid.
Naast de vaste rubrieken bracht ‘Neerlandia’ een uitvoerig verslag over het colloquium ‘Remediëren in het basisonderwijs in Nederland en Vlaanderen’, vermeldde activiteiten van de ANV-werkgroepen, de prijsuitreiking van de wedstrijd ‘Ontdek de topjournalist’, de toekenning van de Visser-Neerlandiaprijzen (toneel), boekbesprekingen, brieven van lezers, alsmede verenigingsnieuws.
| |
Boekverspreiding
Voor het project Boekverspreiding is in de laatste jaren steeds meer de klemtoon op het onderwijs in het leervak Nederlandse taal in de taalgrensgebieden (West-Duitsland, Wallonië en Frans-Vlaanderen) komen te liggen. Zo ook in het verslagjaar. De boekverspreiding is een concrete steun voor dit onderwijs. De werkgroep ‘Leraren Nederlands in de taalgrensgebieden’ geeft adviezen voor de verspreiding. Niettemin worden ook andere instanties en personen nog van boeken voorzien.
| |
De werkgroepen
Werkgroep ‘Leraren Nederlands in de taalgrensgebieden’
De werkgroep organiseerde op 26, 27 en 28 september, onder leiding van de voorzitter drs A.R.A. Theunissen, een contactbijeenkomst van leraren Nederlands in de Bondsrepubliek Duitsland, Franstalig België en Frans-Vlaanderen. In de daaraan voorafgaande vergaderingen in de loop van het jaar waren de voorbereidingen voor de samenkomst besproken en geregeld. De bijeenkomst werd in het Europahuis te Bemelen (nabij Maastricht) gehouden en bezocht door 40 personen. Prof. dr. E. Nieuwborg uit Leuven (U.C.L.) hield een inleiding over de opleiding van leraren Nederlands bij de U.C.L. Een aantal aanwezigen kon zich niet met de visie van prof. Nieuwborg verenigen, waardoor de discussies zeer levendig werden. Prof. dr. H. Vekeman van de universiteit Keulen ging op de organisatie van het Nederlandstalig onderwijs in de B.R.D. in. De teruggang van het aantal lesuren en in het bijzonder de afschaffing van de opleiding van leraren Nederlands voor de Realschulen waren reden tot grote bezorgdheid op de bijeenkomst. Prof. dr. J.F. Matter van de V.U. te Amsterdam gaf op de zaterdag leiding aan het besteden van de wijze van lesgeven aan leerlingen. Speciaal de communicatieve aanpak was onderwerp van bespreking.
De zondagmorgen stond in het teken van de evaluatie van de op vrijdag en zaterdag behandelde stof. Een uitgebreide tentoonstelling van boeken, verzorgd door een boekhandel uit Maastricht, was als intermezzo ingelast.
De toneelgroep M 46 uit Maastricht gaf op de zaterdagavond een voortreffelijke voorstelling van ‘Vrijdag’ van Hugo Claus.
| |
Werkgroep Basisonderwijs
De werkgroep kwam in het verslagjaar vijf maal in vergadering bijeen. Een hoogtepunt was het geslaagde colloquium op 8 maart in het gastvrije provinciehuis van Noord-Brabant in 's-Hertogenbosch, waar 350 bezoekers(sters) zich op het onderwerp ‘Remediëren in het basisonderwijs in Nederland en Vlaanderen’ bezonnen. Doel van de bijeenkomst was het leveren van een bijdrage tot het uitwisselen van ervaringen in het remediëren, het inventariseren van de mogelijkheden in de bestaande onderwijssituaties èn het zoeken naar voorwaarden om het remediëren optimaal te doen functioneren. De algemeen voorzitter van het ANV, prof. em. dr. H. Fayat, opende de bijeenkomst.
| |
| |
De stellige overtuiging bestaat dat het colloquium van 8 maart een versteviging van de samenwerking der onderwijskringen uit Nederland en Vlaanderen tot gevolg heeft gehad. Men besloot tot de oprichting van een speciale werkgroep uit Noord en Zuid om aldus het onderwijsbeleid te beïnvloeden. Prof. dr. K. Swinnen uit Leuven bleek bereid een studie over het onderwerp te maken.
In de loop van het verslagjaar werd het contact met de Jenaplanscholen voortgezet. Inmiddels is het initiatief genomen voor een volgend colloquium met als onderwerp ‘De plaats van de onderwijsgevende in de maatschappij’.
De werkgroep herdacht het vijfjarig bestaan. In die periode werd een lange weg afgelegd. Met velerlei succes. Men denke slechts aan de talrijke uitwisselingen van docenten en leerlingen, aan de studiebijeenkomsten en zeker de geslaagde colloquia. Deze en andere activiteiten hebben er toe bijgedragen dat de bekendheid van de werkgroep in de onderwijsmiddens een feit is. Verheugender is nog dat het ANV daardoor bij een breder publiek meer bekendheid en aanzien verkreeg. In de periode van de afgelopen vijf jaren werd de werkgroep uitgebreid met twee representatieve figuren, te weten prof. dr. E. Velema uit Nederland en prof. dr. G. de Corte uit Vlaanderen. Als vervolg op een grondige bezinning op het werk in het verleden is een planning opgezet voor de komende vijf jaren. In dit vijfjaren-plan zijn de volgende activiteiten opgenomen:
- | de werkgroep bereidt een duidelijk aanbod voor om de uitwisselingsprojecten en studiebezoeken tussen basisscholen uit Nederland en Vlaanderen betere kansen te geven; |
- | de werkgroep zal in de komende vijf jaren regelmatig studiedagen organiseren in Nederland en Vlaanderen over pedagogische en didactische problemen; deze studiedagen zijn bedoeld voor hoofden van scholen, leerkrachten, de inspecties en onderwijsbegeleiders; |
- | in het voorjaar van 1982 en dat van 1984 zal de werkgroep colloquia organiseren resp. in Vlaanderen en Nederland; |
- | de werkgroep werkt mee aan het 38ste Algemeen-Nederlands Congres. |
| |
Werkgroep Voortgezet Onderwijs
De leden van de werkgroep Voortgezet Onderwijs kwamen in het verslagjaar 2 maal bijeen. Het werkterrein van deze werkgroep is een geheel ander dan dat van de werkgroep Basisonderwijs. Bij de werkgroep Voortgezet Onderwijs is het doel zich in de relatie jeugdige-volwassene of leerling-leerkracht te verdiepen. Onder leiding van een deskundige werkt men aan een vernieuwingsproces en wel over de bestaande structuren en over de landsgrenzen heen. Op die wijze wil men de noodzakelijke verbetering van de menselijke relatie in en buiten het onderwijs verwezenlijken. Zodra dit project vorm en inhoud heeft gekregen zal de werkgroep de ervaringen en bevindingen voor een bredere groep betrokkenen vertalen. Deze ervaringen worden tevens uitgewerkt als concrete gegevens ten dienste van leerboeken, leermiddelen, leerplannen, structuren e.d.
De werkgroep zal daarbij de overheden betrekken. Slaagt deze opzet, dan hopen en verwachten de leden dat de werkgroep Voortgezet Onderwijs een begrip zal zijn waarmee in eigen kring en daarbuiten rekening wordt gehouden. Waar de uitwisselingsprojecten in het geding zijn werkt de werkgroep samen met het V.V.L. (Vlaams Verbond van Leerkrachten) en met de heer J.P. Gailliez.
| |
Werkgroep Taalgebruik
Wanneer men in Vlaanderen aan taalperikelen denkt, denkt men onwillekeurig aan de Werkgroep Taalgebruik van het ANV. De diverse acties uit de afgelopen jaren gaven de werkgroep bij alle bewuste Vlamingen een grote bekendheid. De werkgroep is dan ook een begrip geworden in Vlaanderen. De wijze waarop de heer E. Wieme met de werkgroep activiteiten voor het gebruik van de Nederlandse taal opzet en uitvoert, dwingt respect af. Temeer wanneer men weet dat hij daarbij veel tegenstand ondervindt en zelfs persoonlijk de voet dwars wordt gezet, zoals is voorgekomen in de vorm van bedreigingen. Tot de bezigheden van de werkgroep behoorden het ondernemen van actie tegen Brusselse verzekeringsmakelaars voor de tweede keer. En voor de eerste maal tegen de Antwerpse en Gentse collega's van de eerdergenoemden. Tevens werden de Brusselse kunstgalerijen benaderd en voor de tweede keer ondernam de werkgroep actie in het belang van het Nederlands taalgebruik in de Brusselse Gouden Gids. Op al de voorstellen en activiteiten van de werkgroep werd gunstig gereageerd.
| |
Werkgroep Internationale Relaties
(De Nederlanden in de wereld)
De werkgroep kwam in 1980 zes maal bijeen en functioneert tevens in het kader van het 38ste Algemeen-Nederlands Congres. In het verslagjaar is de heer M. Vertommen als voorzitter aangewezen.
Tot de taken van deze werkgroep behoren:
| |
| |
- | de bestudering van het buitenlands cultureel beleid, zoals dat in de programma's van de politieke partijen wordt vermeld; |
- | het bevorderen van het gemeenschappelijk buitenlands cultuurbeleid van beide overheden (Nederland en Vlaanderen); |
- | het behartigen van het cultureel dienstbetoon voor Nederlandse en Vlaamse emigranten; |
- | het stimuleren en bevorderen van het Nederlandstalig onderwijs in het buitenland. |
De naam van de werkgroep is, in verband met het functioneren binnen de organisatie van het Algemeen-Nederlands Congres, gewijzigd in: de werkgroep ‘De Nederlanden in de wereld’.
In 1980 zijn studies opgezet en begonnen over verschillende onderwerpen: ‘Het Nederlands in de Europese Gemeenschappen’, ‘De Nederlanders en Vlamingen in de wereld’ (inventarisatie van aanwezigheid, onderzoek van de behoefte aan socio-culturele begeleiding, inschakeling van de Nederlanders en de Vlamingen bij die opgave), ‘Het Nederlands in de wereld’ (inventarisatie van onderwijs in het leervak Nederlands in het buitenland, onderzoek naar het voortgezet onderwijs inzake de Nederlandse taal in grensgebieden en Wallonië, de problematiek omtrent de verzorging van het basisonderwijs aan Nederlandstalige kinderen in het buitenland), ‘Het Nederlands in de internationale instellingen’ (inventarisatie, ontwikkelingen, voorstellen), ‘Het buitenlands cultuurbeleid’ (inventarisatie van het huidige beleid, visies van de politieke partijen dienaangaande, de ontwikkelingen in België, gezamenlijk cultuurbeleid).
| |
Werkgroep ‘Ontdek de topjournalist’
De werkgroep kwam tweemaal in bespreking bijeen. In de BRT-studio van Antwerpen werden op 10 mei 1980 door dr. G.R. Piryns de prijzen aan de winnaars en winnaressen van de wedstrijd 1979-1980 uitgereikt. Het programma behelsde voorts een rondleiding, bezichtiging en uitleg van de studio en de apparatuur. Will Ferdy, de Vlaamse zanger, en een klein ensemble ‘Belle Epoque’ uit Hengelo verzorgden het vocale en muzikale gedeelte van de ontvangst. Kees Middelhoff gaf als jurylid na afloop van de uitreiking een uiteenzetting van de opvattingen en de beoordelingen van de jury.
Het verschijnen van de ‘Topkrant’ liet in 1980 lang op zich wachten. De vertraging was een gevolg van de overbelasting aan werkzaamheden van de ANV-secretariaten in Nederland en Vlaanderen. Een vertraging die wordt betreurd. Desondanks is de belangstelling bij de jeugdigen in stijgende lijn en heeft de tendens van de laatste jaren zich voortgezet. De ‘Topkrant’ kreeg een kleiner formaat dan voorheen. Ook de opdrachten werden meer aangepast. Zo heeft de werkgroep bij de eerste leeftijdsgroep twee opdrachten toegevoegd, nl. het schrijven en spelen van een poppenkastspel en het schrijven en opvoeren van een toneelstukje. Voor leeftijdsgroep 3 geldt de nieuwe opdracht een kort verhaal, vraaggesprek, beschouwing of verslag op cassette op te nemen en in te zenden. De leeftijdsgroep 4 is komen te vervallen en door het project ‘Literatuurlijk’ vervangen.
| |
Werkgroep ‘Literatuurlijk’
Deze werkgroep, ontstaan uit de plannen voor de opzet van een literair project, in de vorm van het aanmoedigen van jonge mensen zich in proza of poëzie te uiten, is in feite een verlengstuk van de wedstrijd ‘Ontdek de topjournalist’, nu voor laatstgenoemde wedstrijd de categorie van jongeren van 21 tot 25 jaar is komen te vervallen. Toen in januari 1980 de aanzet werd gegeven voor de start van de nieuwe werkgroep, kon niemand vermoeden welk een enthousiasme hiermee zou worden losgeslagen. Aanvankelijk bestond de vrees dat de samenstelling van een jury een lastige opgave zou zijn, althans een van de zwaarste problemen zou opleveren. Achteraf bleek dat degenen, die gevraagd waren in de jury zitting te nemen met eenzelfde geestdrift bezield waren en dat ze bijgevolg gaarne hun medewerking verleenden. Hetzelfde mocht van de sponsors gezegd worden.
Aan een eerste oproep voor het inzenden van literair werk gaven 200 jongeren gehoor.
Op 13 september werd de eerste contactdag gehouden. Er waren ongeveer 100 belangstellenden, waaronder de leden van de jury en van de werkgroep. Er verscheen ter gelegenheid van deze contactdagen een eerste debuutbundel. De intersse voor deze bundel was verheugend, zowel vanuit de kring van de deelnemers(sters) als van de zijde van redacties van tijdschriften. Meer en meer deelnemers wensen in het bezit van de bundel te komen, onafhankelijk van het wel of niet publiceren van een bijdrage. De jury bestond uit de volgende leden: K. Vertommen (Vl), M. Maes (Nl), G. Luyten (Vl), W.J. Roggeman (Vl), P. Simons (Nl), J. Tulkens (Vl), T. Luiting (Nl).
De kwaliteit van de ingezonden werken werd ‘uitzonderlijk hoog’ qenoemd. Een debuutbundel kost f 8,- of 120 Bfr.
Het tweede project wordt aangekondigd via de media en de ‘Topkrant’. De werkgroep bereidt zich, in samenwerking met de Kunststichting Eindhoven, voor op de organisatie van de tweede contactdag te Eindhoven.
| |
| |
| |
De afdelingen
De afdeling Amsterdam
Behalve de jaarlijkse ledenvergadering organiseerde de afdeling huiskamerbijeenkomsten en enkele lezingen in ander verband. Op één van de huiskamerbijeenkomsten hield de directeur van het ANV, de heer G. Groothoff, een inleiding over de activiteiten van het ANV.
Drs M.J. Lubbers volgde de heer L.C. Kutsch Lojenga als secretaris-penningmeester van de afdeling op. De heer Kutsch Lojenga vervulde deze functie sedert 1952.
| |
De afdeling Brussel
De afdeling Brussel organiseerde traditiegetrouw, in samenwerking met de afdeling Brussel van het Verbond van Vlaamse Academici en die van het Oud Katholiek Studentencorps lezingen over diverse onderwerpen. Eén van de historische thema's was een inleiding over hertog Jan I van Brabant, door dr. Paul de Ritter die ook een lezing hield over ‘Het taalgebruik te Brussel vóór de Franse bezetting’. Dr. C. Wijffels sprak voor de leden over het Rijksarchief, drs. Willem Meyers over ‘Gerard Romsee, Vlaams nationalist’ en de heer Candries over de Europese verdediging en de internationale situatie. Een ander onderwerp had betrekking op het politiewezen. Een gespreks- en dia-avond was gewijd aan het thema ‘Een Nederlander in Brussel’. De heer B. Joosen leidde het onderwerp in. De leden van de afdeling maakten in 1980 een dagtocht naar Grimbergen.
| |
De afdeling Den Haag
Naast de algemene ledenvergadering organiseerde het bestuur een bijeenkomst, waarop Hella Haasse sprak over haar boek ‘Mevrouw Bentinck of onverenigbaar van karakter’. Er werd een dia-avond gehouden met beelden van enkele tochten die destijds werden gemaakt. Ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van Diest werd een excursie naar deze stad gemaakt. Voorts bezochten de leden Asten in Noord-Brabant en bracht men een vierdaags bezoek aan Frans-Vlaanderen. In de circulaires van de afdeling werd de aandacht tevens gevestigd op het activiteitenprogramma van de Kon. Vereniging Oost en West.
| |
De afdeling Limburg
De afdeling organiseerde in samenwerking met het Verbond van Vlaamse Academici enkele activiteiten, naast de eigen bijeenkomsten voor de leden. Daartoe behoorden een tentoonstelling onder de titel ‘Limburgse kunstenaars’ en een toneeluitvoering ‘Memoires’. De heer G. Wulms hield een lezing over Haspengouwse letterkundigen en hun betekenis voor onze taal. Karel van Miert sprak over ‘Het nieuwe gelaat van het socialisme in het Vlaanderen van nu en straks’. Er werd een film- en dia-avond georganiseerd over Latemse kunstenaars en over Parijs, waarop bezoeken volgden aan Sint-Martens-Latem en Parijs. Een bezoek aan de Métallurgie Hoboken-Overpelt stond eveneens op het programma, zo ook een bezichtiging van het Brouwerijmuseum van Bocholt, een tocht naar Keulen en Bütchenbach en de radiatorenfabriek Radson te Zolder. Marcel Notebaert hield lezingen over Gezelle en Rodenbach. Prof. dr E. Schillebeeckx sprak voor de afdeling over ‘Het huidige kerkgebeuren en de gevolgen daarvan voor de leek’.
| |
De afdeling Rotterdam
De afdeling Rotterdam verleende in het kader van de culturele uitwisseling tussen Rotterdam en Antwerpen bemiddeling om tegen gereduceerde prijzen voorstellingen van Vlaamse toneelgezelschappen in de Rotterdamse Schouwburg bij te wonen.
| |
De afdeling Kaapstad
De voorzitter van de afdeling, ir. T.J. Metzlar, bracht in november een bezoek aan Nederland en ontmoette leden van het hoofdbestuur. Hij bezocht eveneens het Verbondskantoor in Den Haag voor het voeren van overleg.
In 1980 werden diverse Nederlandse films vertoond, waaronder de inhuldiging van Koningin Beatrix en een film over het leven van Rubens. Voorts werden een aantal excursies en lezingen georganiseerd over uiteenlopende onderwerpen, veelal van culturele aard.
| |
Boekerij
Het aantal uitleningen bedroeg ruim 13.000. Het probleem is nog altijd de te krappe behuizing en de minder gemakkelijke bereikbaarheid. Voor een eventuele verhuizing bestaat dan ook grote belangstelling. Hopelijk zal in de komende jaren een passende oplossing worden gevonden.
|
|