Neerlandia. Jaargang 85
(1981)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 64]
| |
Literatuurlijk bundel 2Deze verzamelbundel werd uitgegeven ter gelegenheid van de tweede regionale dag van het project ‘Literatuurlijk’ van het Algemeen-Nederlands Verbond. De bundel kwam tot stand, evenals deze regionale dag, dank zij de onderlinge samenwerking van het Algemeen-Nederlands Verbond, Stichting Zuid-Nederlandse Ontmoetingen en Kunststichting - Eindhoven.
Uit de bundel: Stempel
ik ben verloren in een vertwijfeld dennebos
van schimheksen
die mij vanuit twee vage naaldenburchten
als groen bestempelen
in een bevruchtingsperiode
ook wel genoemd ‘de prille lente’
ik dobber als een zwarte goudvis
van de mensenkermis naar mijn crematie
en word er tot edelgist gerecycleerd
ik tob als de verplette sidderrog
die door een groene vlaag
van bewogenheid zijn
kracht wenst te verwezenlijken
door het elektrokuteren
van een zeemeermin
August Adamczyk
Zo tegen het eind van
veel, ga ik terug
denken
wat er allemaal kon
en nog kan
in de tijd die me nog rest.
Ik weet weer meer
en minder.
Er is veel en weinig gebeurd.
Ik weet nu
dat ik weet
dat ik er ben.
Ik wil er zijn.
Mariëtte Klaren
| |
Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer(verscheen tussen 1970 en 1980 onder de naam THERMAE)
Tweemaandelijks tijdschrift. Administratie: bondsbureau B.Z.S.R., Houten schoen 56, 2700 Sint-Niklaas. Redactie: John van den Bossche, Drieselstraat 5, 9040 Gent-Oostakker. Het nr. 1 van de 11e jaargang bevat een Ten Geleide van Mevr. Rika de Backervan Ocken, Staatssecretaris, en bijdragen over De Vlaamse Zwemweek; Nieuwe ontwikkelingen in de zwembadbouw; De verlichting van sporthallen; Verslagen over de confrontatiedag van Vlaamse sportartsen, het Congres van het Institute of Baths Management, Sportakkom te Utrecht, Werkreünie te Dalen, Jaarcongres N.B.B.Z., Jaarcongres Duitse Gemeentelijke sportdiensten te Joggen; De planning van de sportinfrastructuur; en diversen. Een jaarabonnement (6 nummers) kost 500 fr. Te storten op rekening 068-0644000-44 van B.Z.S.R. - V.T.S. te Sint-Niklaas. | |
Het Hollandse gravenhuisIn NEERLANDIA 1980/4 (blz. 136) heb ik uw aandacht gevestigd op de uitgave ‘Graven en Gravinnen van het Hollandse Huis’. Dit boek is inmiddels zo goed als uitverkocht. Daar er grote belangstelling blijft bestaan voor deze studie, heeft de uitgever vorig najaar een kleiner werkje het licht doen zien, waarin de stand van het medisch/archeologisch onderzoek met betrekking tot de resten van de te Rijnsburg begraven leden van het Hollandse gravenhuis is samengevat. In feite is dit geschriftje een bundeling van een drietal lezingen die zijn gehouden naar aanleiding van het verschijnen van het daareven al genoemde door dr. B.K.S. Dijkstra geschreven werk. Hierin worden niet alleen de achtergronden van deze studie verklaard, maar komen ook een aantal nieuwe gezichtspunten aan de orde. Zo gaat prof. Hugenholtz onder meer in op de vraag welke betekenis de abdijen van Egmond en Rijnsburg voor de leden van het Hollandse gravenhuis hebben gehad. Ook geeft hij een verklaring voor het feit dat Rijnsburg op den duur de laatste rustplaats werd waar de voorkeur van de Hollandse heersers naar uitging. Prof. Cordfunke schetst de achtergronden van het onderzoek van de stoffelijke resten van graaf Floris V en van nog enkele andere leden van de grafelijke familie. Dr. Dijkstra tenslotte vat de resultaten van het onderzoek samen en geeft in een duidelijke beschrijving de bijzonderheden aan van de individuele skeletten van de in 1975 te Rijnsburg herbegraven graven en gravinnen. MARTEN HEIDA
N.a.v. Prof. dr. F.W.N. Hugenholtz, prof. dr. E.H.P. Cordfunke en dr. B.K.S. Dijkstra, De graven van Holland en de abdij van Rijnsburg. Uitg. De Walburg Pers, Zutphen; 40 blz.; Prijs f 12,50 ISBN 906011.036.6 | |
Provinciaal cultuurbeleidIndien men de bestaande mogelijkheden valoriseert, dan worden de provincies een zinvol tussenniveau om een democratisch en progressief beleid te voeren. Aldus een besluit van de heer J. Elsen, auteur van het hoofdartikel ‘Provinciaal cultuurbeleid: moeilijkheden en mogelijkheden’ in het tijdschrift ‘Interprovinciaal’, uitgegeven door de Interprovinciale Cultuurraad voor Vlaanderen. Dit artikel (18 blz.) geeft een toelichting bij de vele facetten van het cultuurbeleid waarbij de aandacht vooral gaat naar de opdrachten van het provinciaal niveau. Met ‘Interprovinciaal’ kunnen alle geïnteresseerden zich laten informeren over de ontwikkelingen binnen het provinciaal cultuurbeleid. ‘Niet alleen de praktische informatie, maar eveneens de bekendmaking van de resultaten van studiewerk, de inbreng van deskundigen in de hoofdartikelen en in de kroniek, kunnen bijdragen tot het op gang brengen van een systematischer en grondiger aanpak van het denkwerk omtrent de plaats, de functie en de daarbij horende bevoegdheden en financiële middelen van een eigentijds provinciaal beleidsniveau’, aldus het ‘waarom’ van deze publikatie. Een jaarabonnement kost 400 fr. te storten op nr. 408-7025611-63 van de Interprovinciale Cultuurraad voor Vlaanderen, Jan van Rijswijcklaan 28 te 2000 Antwerpen (tel.: 031 / 37 61 70). |
|