Cultuur- en sociaal-wetenschappelijk onderzoek op de Antillen
‘De laatste jaren is de belangstelling voor de Nederlandse Antillen en voor het Caraibisch gebied in het algemeen in wetenschappelijke kringen in Nederland sterk toegenomen. Van verschillende Nederlandse universiteiten uit, met name Amsterdam, Leiden, Utrecht en Wageningen, trekt jaarlijks een aantal studenten in de sociale wetenschappen naar de Nederlandse Antillen om aldaar in het kader van hun doctoraal studie onderzoek te verrichten. Nu kort geleden de Hogeschool van de Nederlandse Antillen is omgezet in de Universiteit van de Nederlandse Antillen zal deze tendens nog toenemen’. Aldus de aanhef van een artikel van bijzondere informatieve betekenis in het STICUSA-JOURNAAL.
De bijdrage heeft betrekking op een onlangs ingestelde werkgroep die zich met bovengenoemd thema inlaat. Er wordt gesteld, dat de onderzoekprojecten bij voortduring een zwaardere belasting meebrengen voor een zeer klein aantal wetenschappers in de Nederlandse Antillen, wie gevraagd wordt de onderzoeksactiviteiten te begeleiden.
Daarbij komt, aldus het artikel, dat de onderzoeksprobleemstellingen zodanig uiteen kunnen lopen dat de welwillende begeleider in de Nederlandse Antillen een schaap met vijf poten dan wel een wetenschappelijke duizendpoot moet zijn om de veelheid aan stages met de vereiste deskundigheid te kunnen begeleiden. Een goede begeleiding van het onderzoek vraagt immers om een eigen oriëntering, zo vervolgt de schrijver, op de onderzoeksgebieden en het mede-doordenken van probleemstellingen, uitgangspunten en veronderstellingen.
Bovendien dient de begeleider ingeschakeld te worden bij het leggen van contacten tussen onderzoekers en personen of instanties, wier hulp wordt gezocht en is de begeleider betrokken bij het ontwerpen van de onderzoeksprocedures en de bijstellingen daarvan. Tenslotte behoort tot de taak van de begeleider een kritische controle op de voortgang van het veldwerk en op de tussentijdse en uiteindelijke verwerkingen van het verworven materiaal.
Teneinde de belasting van de weinige, beschikbare Antilliaanse wetenschappers enigszins te doseren hebben dr. A.A. Marks, hoofd van de Caraibische Afdeling van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Leiden, en dr. R.A. Römer van de Universiteit van de Antillen, na overleg met prof. dr. H. Hoetink van de Rijksuniversiteit van Utrecht en prof. dr. J.D. Speckmann van Rijksuniversiteit van Leiden het initiatief genomen tot de oprichting van een Werkgroep voor Cultureel en Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek.
Deze werkgroep zou zich moeten belasten met het coördineren van het culturele en sociaal-wetenschappelijk onderzoek van de Nederlandse Antillen en het Caraibisch gebied en de begeleiding daarvan. Hierdoor zou de Antilliaans-Nederlandse onderzoekssamenwerking in het veld kunnen worden bevorderd, alsook Antilliaanse inbreng in programmering en het aanwijzen van de prioriteiten van het Nederlandse stageonderzoek. De bedoeling is voorts dat de werkgroep zich belast met geselecteerde verslaggeving van de onderzoekingen in de vorm van een reeks Antilliaans-Nederlandse ‘student-werking-papers’.
Het bestuur van Sticusa heeft besloten steun te verlenen door de publicatiekosten te dragen.