Bedreigingen
De ontwikkeling van de havengebieden Zeebrugge en Antwerpen vormt een bedreiging: een smalle gordel ‘schaamgroen’ kan onmogelijk alle secundaire effekten voor de grote omgeving opvangen. Deze effekten zijn zowel van kwalitatieve aard (zuiverheid lucht en water) als van ruimtelijke aard (steeds wéér terreinverlies via grondwerken, pijpleidingen, aanvoerwegen e.d.). Projecten zoals Baalhoek en Bocht van Bath blijven zelfs met de meest gunstige wisseloplossingen onaanvaardbaar vanuit ecologische visie. Maar ook meer bescheiden waterwerken liggen onafwendbaar ter uitvoering: de verbreding van het kanaal Gent-Brugge, het afleidingskanaal van de Leie, de kalibrering (lees bovenmaatse kanalisatie) van de rivieren Schelde en Leie, en de talloze beek-‘saneringen’. Een totale afdamming van de Durme kon via vroegtijdige ecologische alarmberichten omgebogen worden in een stormvloedkering; samen met het Schelde-dijkenprogramma is het ook hier opletten voor nefaste gevolgen voor natuur en landschap.
Onder het mom van ‘landinrichting’ blijven ruilverkavelingen veel ecologisch waardevolle gebieden bedreigen.
De meeste projecten stammen uit de happy sixties, wat blijkt uit hun grootschaligheid: men moet zich dringend bezinnen hoe de overheden tot heroverweging kunnen verplicht worden.