Een nieuwe lente, een nieuw geluid?
We kijken door het raam met het uitzicht op de tuin. De crocussen bloeien, de bloembladen van de narcissen staan gespannen. De knoppen van de heesters zwellen en goudgele slierten sieren de wilgen. Over twee weken zijn dag en nacht even lang. ‘Een nieuwe Lente, een nieuw geluid’, luidt de oude spreuk. Maar het maatschappelijk klimaat in Nederland houdt geen gelijke tred met de wenteling der seizoenen en de komst van betere tijden. De sfeer is gespannen, de onvrede neemt toe. In de hoofdstad, waar straks een nieuwe vorstin wordt ingehuldigd, worden de straten opgebroken en onderneemt de politie acties tegen de krakers van panden. Barricaden in Amsterdam belemmeren het verkeer, verstoren het straatbeeld. Bewoners durven in de roerige buurten hun huizen niet meer uit. Er zijn gewonden. In de binnenstad van Den Haag demonstreren duizenden tegen het loonbeleid van de regering. Radio en televisie beperken zich tot het geven van het belangrijkste nieuws over demonstraties. Sommige kranten zijn niet verschenen. De Amsterdamse haven ligt plat. ‘Een nieuwe Lente, een nieuw geluid’, maar negatieve geluiden met berichtgeving over een staatsgreep in Suriname en de worstelingen tussen werkgevers en werknemers aan de conferentietafel.
Nederland is aangeland op het nulpunt en leeft in een crisissfeer en lijdt aan desintegratie. Het is treurig, maar waar. Enkele dagen geleden werd men opgeschrikt door het aftreden van de minister van financiën, mr. Frans Andriessen. Een teken aan de wand. Terwijl wij dit schrijven is bekend geworden dat zijn partijgenoot uit het C.D.A., de huidige minister van landbouw, heeft ingestemd met het overnemen van de portefeuille. Het is mr. F. van der Stee, voorheen staatssecretaris van financiën en destijds voorzitter van de K.V.P. Zijn opvolger komt uit Noord-Brabant. Het is ir. G. Braks, die nu het departement van landbouw zal leiden. In de zestiger jaren was hij hoofdambtenaar op dit ministerie. Daarna werkte hij in Brussel waar hij zich met landbouwaangelegenheden bezig hield. In ieder geval is het kabinet weer voltallig, maar niet uit de zorgen. Integendeel, het overleg tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties is stroef verlopen. Het loonbeleid van de regering heeft acties ontketend. De regering zal de Eerste en Tweede Kamer een voorstel doen toekomen over nadere voorzieningen van lonen en arbeidsvoorwaarden. De bezuinigingspolitiek legt een zware last op het land, hoe nodig dat beleid ook is, volgens de regering. De oppositie ontkent allerminst de economische nood van het ogenblik, maar is voor de oplossing andere opvattingen toegedaan. Daarin ligt de oorzaak van de politieke spanningen, die overigens niet van de laatste weken zijn.
De ministers worstelen met de cijfers, schuiven binnen de kolommen van de rijksbegroting, vragen adviezen van hun deskundigen. De werknemersorganisaties en ook die van de werkgevers komen met andere cijfers en plannen op tafel. De president van de Nederlandse Bank houdt een oogje in het zeil, maar ook hij kan van stenen geen brood maken. De handelsbalans is uit het lood geslagen, het financieringstekort moge dan iets zijn verminderd in procenten, het is niet om over naar huis te schrijven. Het ene bedrijf na het andere sluit de poorten. Orders blijven uit en de concurrentie van het buitenland is zwaar. De regering kan niet eeuwig noodverbanden blijven leggen. Maar de werkloosheid neemt toe.
We hebben vaker in deze ‘spiegel’ gekeken en steeds was het beeld van de Nederlandse samenleving somber en verontrustend. De democratie raakt in gevaarlijk vaarwater, wanneer overleg niet meer mogelijk is, wanneer argumenten plaats moeten maken voor emotionele debatten waarbij hoofd- en bijzaken door elkaar worden gehaald. Droevig is dat de ene partij de schuld bij de ander zoekt en omgekeerd. De problemen zijn te ingewikkeld dat de grote massa zich een oordeel kan vormen. Ontevredenheid, opstandigheid en polarisatie zijn de gevolgen.
We hebben vroeger al eens de opmerking gemaakt dat wij in een wereldcrisis verkeren. Daarmee hebben we allerminst de wijsheid in pacht. Want iedereen die de ogen open heeft, een tikkeltje belangstelling toont voor het maatschappelijk gebeuren en zijn gezond verstand gebruikt kan daarvan op de hoogte zijn. Landen in onze omgeving als België en Engeland, evenals de Bondsrepubliek waar het aantal werklozen stijgt, staan er niet veel beter voor. Tot overmaat is er een gespannen situatie in de verhouding tussen de supermogendheden. Nederland is een klein land, het is voor een belangrijk deel op de rest van de wereld aangewezen. Welk kabinet ook morgen in Den Haag de wacht van het huidige zou overnemen, komt voor dezelfde problemen te staan. Men kan misschien bijsturen, nieuwe denkbeelden en plannen aandragen. Het zijn maar druppels op een gloeiende plaat. Van die gezichtshoek uit beschouwd is het onjuist wanneer men met dwang de parlementaire democratie te lijf gaat. Wat de gevolgen zijn leerde het verleden en men behoeft niet ver in de wereld rond te kijken om de bewijzen daarvan te vinden.
Een psychologische factor is dat de mens nu eenmaal moeilijk afstand kan doen van wat hij heeft. Zelfs wanneer men de allerbeste maatregelen, die aan de rechtvaardigheid tegemoet komen, daarvoor toepast. Het vraagt zin voor de werkelijkheid en die toont, dat de totale gemeenschap ontregeld geraakt, dat de toekomst voor een jongerengeneratie bijkans hopeloos is en dat een algemeen belang alleen dan is te behartigen wanneer de spelregels van de democratie niet uit het oog worden verloren.
‘Een nieuwe Lente, een nieuw geluid’. Het lijkt zeker niet op een geluid van vreugdetonen. Het kan ook niet nu de vraagstukken zich blijven opstapelen en het overleggen met elkander op zij wordt geschoven en de plaats moet inruimen voor een verharding van de standpunten.
Koningin Juliana treedt af. Haar dochter prinses Beatrix zal die taak overnemen. Geen plezierige tijd voor een jonge vrouw de last te moeten dragen, nu alles zo uitzichtloos lijkt en niemand een woord over de toekomst durft uit te spreken. En toch... de mogelijkheden voor Nederland zijn niet uitgeput, er zijn landen en volkeren waar men zwaarder lasten heeft te dragen en groter spanningen te overwinnen. Daarop te wijzen kan men zeggen is misschien een schrale troost. Maar een troost is het wel. En daaruit is hoop te putten, wanneer iedereen in Nederland op de weg blijft van het overleg, het begrip van elkanders noden wil verstaan en daarnaar handelt.
GEERT GROOTHOFF
(3-3-'80)