Duinkerke heeft sociale handicap
Dat gebrek aan vertrouwen in de kontinuïteit van de werking wordt ook voor Duinkerke aangehaald als reden voor de stagnatie in deze Noordfranse haven, die geografisch nochtans uitstekend is gelegen, degelijk geoutilleerd is, en een ruim achterland achter zich heeft. De haven van Duinkerke is immers toegankelijk voor schepen met diepgangen tot 75 voet (circa 23 m.) wat overeenkomt met tankers van circa 450.000 dwt. De haven ligt op de drukste zeeroute ter wereld en geeft tevens toegang tot een uitgestrekt net van binnenwateren dat heel de regio Nord-Pas-de-Calais doorkruist; een achterland dat met een aandeel van 11% de tweede belangrijkste regio van Frankrijk is, voor wat de buitenlandse handel betreft. Datzelfde waterwegennet geeft via Rijsel zelfs aansluiting op het Scheldebekken.
Maar zelfs de Saarlandse staalindustrie keerde zich van Duinkerke af en verkoos Rotterdam als aanvoerhaven voor zijn ertsen, nadat in 1977 de dokwerkers van de staalreus Usinor in Duinkerke gedurende 52 dagen hadden gestaakt als protest tegen de ingebruikneming van een moderne staalkaai en aangepaste outillering. De staking nam eerst een einde nadat de vakbonden de verzekering hadden gekregen dat de verder doorgedreven mechanizering in de
Ondanks de gemakkelijke toegankelijkheid van de haven, de moderne outillering en het ruime havenareaal worden niet alle kansen van de Port Autonome de Dunkerque benut door de labiele sociale situatie die afbreuk doet aan de bedrijfszekerheid van de haven.
goederenbehandeling geen invloed zou hebben op de tewerkstelling.
Maar sindsdien waren de sociale konflikten in de haven schering en inslag, met als gevolg dat een containerlijn die zich reeds in Duinkerke had ingeburgerd, naar Zeebrugge verhuisde. In het uitgestrekte havenarsenaal, dat 8.000 ha beslaat, werden een aantal investeringen geblokkeerd. Op het ogenblik van de staking zelf was de haventrafiek in Duinkerke met 14 t.h. teruggelopen.
En waar men in Antwerpen bijvoorbeeld te klagen heeft over de discriminerende tarieven van de Belgische Spoorwegen, waardoor Zeebrugge wordt bevoordeligd, heeft Michel Péchère, direkteur-generaal van de Port Autonome de Dunkerque (P.A.D.) zorgen van een gans andere aard: ‘Dunkerque souffre de quelques handicaps dont certains sont particulièrement sérieux tels que le elimat social...’, zoals hij onlangs openlijk bekende tijdens een Dag van de Haven die in Rijsel werd gehouden.
Het is trouwens dat ongunstig sociaal klimaat dat de industrializering van de haven van Duinkerke, die nochtans over ontzaglijke mogelijkheden beschikt, afremt en die de ontwikkeling van de haventrafiek tegenhoudt. De reders en verladers lusten Duinkerke niet omdat ze vrezen dat hun schepen en hun goederen er onvoorspelbare vertragingen zullen oplopen ten gevolge van spontane werkonderbrekingen.
Met een trafiek van 33 miljoen ton in 1977 is Duinkerke nochtans de derde haven van Frankrijk en de vierde Noordzeehaven na Rotterdam, Antwerpen en Hamburg. De P.A.D. is gelegen in een van de dichtst bevolkte en rijkste gebieden van de wereld. In een straal van 350 km. liggen de agglomeraties van Londen en Birmingham, Rotterdam en Amsterdam, Brussel, Antwerpen en Luik, Keulen en Düsseldorf, Luxemburg en Parijs; hetzij 80 miljoen inwoners of 30% van de bevolking van de 9 E.G.-landen.
In 1978 was het zeegoederenverkeer in Duinkerke opgelopen tot 35,6 miljoen ton. Het aandeel van de petroleumprodukten daarin bedroeg bijna 12 miljoen ton. De ertsaanvoer was goed voor 10,5 miljoen ton; 5,1 miljoen ton kolen. Er werd dat jaar 2,03 miljoen ton granen gelost terwijl het aantal in- en uitgaande containers samen 53.000 TEU (Twenty feet Equivalent Units) bedroeg.
Ook in 1979 had Duinkerke de wind in de zeilen met een goederenomslag van 40,6 miljoen ton wat neer-