Zonder complexen onze eenheid beleven
De heer Schiltz stelde dat de Vlaamse Beweging een origineel en eigenaardig fenomeen is.
De ontvoogding en ontplooiing van het Vlaamse volk in de Belgische staat, betekent immers de ontvoog-ding en ontplooiing van een meerderheid in de staat. De vaststelling van dit feit is op zichzelf merkwaardig. Hoe dan ook, de beweging voor ontvoogding en ontplooiing moest afrekenen met twee grote hinderpalen:
De Belgische structuur en de Belgische mythe, die tot het ontstaan van de staat aanleiding hadden gegeven en waarin voor het Nederlands en de erkenning van het Vlaamse volk als een entiteit weinig ruimte gelaten werd, en:
De onderontwikkeling van de eigen gemeenschap, als gevolg van honderden jaren afwezigheid van een eigen staatkundige traditie en van bestendige buitenlandse kolonisatie.
Wat de confrontatie van de Vlaamse Beweging met de Belgische staatkundige structuren betreft, heeft de Vlaamse Beweging definitief gekozen voor de structurele oplossing nl, de staatshervorming, en dit in afwijking van de vroegere optie van de meerderheid in de Vlaamse Beweging nl. het systeem van de reformistische taalwetten in de unitaire Belgische staat. De politieke partijen hebben deze evolutie in de Vlaamse Beweging met heel wat vertraging gevolgd. Sedert 1977 is een duidelijke stroomversnelling ingetreden en wint de autonomie-gedachte met rasse schreden veld, ook wat betreft de financiële en economische sectoren.
Zelfs ideeën als confederalisme en separatisme duiken op terwijl zich vrij duidelijk een ietwat triomfalistische agressiviteit dreigt te openbaren. De Vlaamse Beweging weet met deze stroomversnelling niet heel goed weg en zoekt naar een nieuw algemeen concept. Dit is ook hoogst noodzakelijk wil zij haar doel niet voorbij lopen.
Ook de levensbeschouwelijke tegenstellingen in Vlaanderen hebben een grote weerslag gehad op de Vlaamse Beweging. De tegenstellingen tussen kerkelijken en niet-kerkelijken, gelovigen en ongelovigen en tussen clericalen en anti-clericalen hebben lange tijd de doelmatigheid van de Vlaamse Beweging erg gehinderd en het tot stand komen van een algemeen aanvaard basisconcept belemmerd. Het heeft lang geduurd eer deze tegenstellingen voldoende overwonnen konden worden om het federalisme tot een algemeen aanvaard concept te maken.
De ontzuilingsidee van de jaren '60 en het afsluiten van het cultuurpact hebben daar anderzijds sterk toe bijgedragen.
Op dit ogenblik stelt men evenwel een heropleving van de verzuiling vast en een terug aanscherpen van de tegenstellingen. De Vlaamse Beweging zal hiermede af te rekenen hebben, zeker nu men wellicht op de drempel staat van vérstrekkende vormen van autonomie.
Meer bepaald de vrijzinnigen in Vlaanderen beginnen zich ten aanzien van de hernemende verzuiling vragen te stellen over hun lot in een hoofdzakelijk door de C.V.P. gedomineerde Vlaamse deelstaat. De Vlaamse Beweging zal hierop een zinnig antwoord moeten geven.
Maar de Vlaamse Beweging is nog heel wat meer geweest dan alleen maar een politieke of taalkundige ontvoogdingsbeweging. Zij was tevens een sterke stimulans voor de ontplooiing van het algemeen cultureel leven in Vlaanderen. Als zodanig is de Vlaamse Beweging een vernieuwingsbeweging geweest. Men moet dan ook waarschuwen voor een zekere verarming en een verschraling van de Vlaamse Beweging tot een zuivere taal- en politieke beweging. De algemeen-Nederlandse dimensie kwam tot dusver weinig aan bod. De federalisering van de Belgische staat zou nieuwe perspectieven kunnen openen voor een zinnige herdenking van de heel-Nederlandse gedachte.
De meest levendige en beweeglijke culturele kernen in Vlaanderen mogen van de eigenlijke Vlaamse Beweging niet wegdrijven, omdat zij zich daar minder thuis zouden voelen.
De Vlaamse Beweging zal dan ook moeten bewijzen dat zij buiten de specifieke taal- en politieke problemen die zich stellen, opnieuw een algemeen maatschappelijk élan zal kunnen verwekken waaraan een toekomstige Vlaamse deelstaat grote behoefte zal hebben wil hij niet in een soort provincialisme wegdommelen.
De heer Schiltz drukte de hoop uit dat een spoedige sanering van de Belgische toestanden het de Vlamingen mogelijk zou maken om met de Nederlanders op een ongecomplexeerde wijze in een Europees perspectief hun culturele eenheid te beleven.
H. SCHILTZ
HUGO SCHILTZ werd geboren 28 oktober 1927 te Borsbeek bij Antwerpen. Hij studeerde rechten te Leuven, is licentiaat in de economie en baccalaureus in de Thomistische Wijsbegeerte. Hij is gemeenteraadslid te Antwerpen, lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, lid van de Commissie voor Financiën, voorzitter van de Volksunie (tot sept. 1979) en ondervoorzitter van de Commissie voor de verzekeringen.