Vervolgens vergaderde de Conferentie elk jaar beurtelings in Noord en Zuid. Ze kent vijf secties: letteren, toneel, uitgeverij en boekhandel, bibliotheekwezen en radio en televisie.
Tot het doel van het Culturele Verdrag behoort ook overleg over de instandhouding en uitbreiding van de gemeenschappelijke culturele belangen in het buitenland. Het merendeel van de culturele belangen in het buitenland en de culturele betrekkingen komen via culturele akkoorden tot stand, die Nederland en België afzonderlijk met die landen gesloten hebben. Eigenlijk alleen op het gebied van de neerlandistiek en gedeeltelijk de Nederlandse letterkunde is het gekomen tot een geïnstitutionaliseerde samenwerking, in beide gevallen in eerste instantie op initiatief van particuliere zijde.
De Noordnederlandse en de Vlaamse samenleving zijn, bij alle overeenkomsten die er ook zijn, politiek en maatschappelijk anders gestructureerd. Een Noordnederlandse cultuurgemeenschap, Noord- en Zuidnederland omvattend is in zeker opzicht een mythe. Als wensdroom van in ieder geval generaties flaminganten en met hen sympathiserende Noordnederlanders is ze ook nu maar in beperkte realiteit aan het worden. Men kan ook moeilijk anders in de gegeven staatkundige verhoudingen. De Belgenmoppen enerzijds en de Hollandermoppen anderzijds zijn meer tekenend voor een maatschappelijke realiteit dan de samenwerking over de grens heen. We moeten dit steeds als achtergrond voor ogen houden bij de evaluatie van de betekenis van het Noord-Zuidverkeer. We dienen tevens te beseffen, dat organisaties en ondernemingen op het algemeen-Nederlands vlak maar een fractie zijn in het totaal van maatschappelijke activiteiten, ook die op cultureel terrein, in de landen afzonderlijk. Dit verkleint niet de betekenis van het streven naar culturele integratie van Noord en Zuid op zichzelf en het is bepaald geen reden tot ontmoediging. De culturele integratie van Nederland en Vlaanderen zal waarschijnlijk uiteindelijk toch een grote invloed hebben, zoals de bewuste vernederlandsing van Vlaanderen - en niet vervlaamsing -, waarnaar de flaminganten gestreefd hebben, een maat-schappelijke realiteit van betekenis is geworden.
Na de oorlog werden gemeenschappelijke filologencongressen georganiseerd en tijdschriften gesticht met redactieleden uit Noord en Zuid, zoals ‘Ons Erfdeel’.
Het afbreken van de studentencongressen heeft o.m. te maken gehad met de snel veranderende verhoudingen binnen de studentenwereld (actieve sociale en politieke participatie in plaats van vrijblijvend gecongresseer, als dat van vandaag). Wel bleven er contacten bestaan, met zelfs een zeer grote invloed van Nederland uit bij de opkomst van de Studentenvakbeweging (SVB) in de jaren zestig die zowel in Noord als Zuid een tijdlang een belangrijke rol speelde.
Het ANV heeft als ledenvereniging geen brede vlucht kunnen nemen. Wel heeft het zekere resultaten bereikt in zijn pogingen, op een ruimer vlak dan de vereniging zelf, de samenwerking tussen Noord en Zuid te bundelen. Het ANV speelde steeds een stimulerende rol. Op zeer brede grondslag vond het succesrijke 36ste Nederlands Congres plaats in 1963 gedurende drie dagen in Antwerpen, met ruim 700 deelnemers en in 1967 het 37ste Nederlands Congres in Rotterdam. De reeks is daarna voorlopig stopgezet, omdat de respons bij de overheid op de eisen die in de con-gressen verwoord werden, naar het oordeel van de inrichters te gering was.
De laatste twee Nederlandse congressen waren opgezet als enerzijds bundeling van krachten ten behoeve van de Noord-Zuidsamenwerking op zichzelf, anderzijds voorat als politiek drukmiddel voor de verwezenlijking van de culturele integratie van Nederland en Vlaanderen. Daarbij werd ingespeeld op een nota aan de beide regeringen van de Gemengde Technische Commissie onder de titel ‘De Belgisch-Nederlandse culturele samenwerking in de naaste toekomst’. Deze nota bracht een brede analyse van alles wat aan maatregelen diende te geschieden ten gunste van de culturele integratie. Voor de uitstraling van de Nederlandse cultuur naar het buitenland was een Hoge Raad voor de cultuur nodig, aldus de nota. Voor
Van links naar rechts: dr. jur. G.R. Piryns, voorzitter A.N.V.-Vlaanderen, prof. dr. em. H. Fayat, algemeen voorzitter van het A.N.V., dr. A.W. Willemsen en drs. L.J.M. van de Laar.