Van burengerucht tot Algemeen-Nederlands Studentencongres
Dit jaar bestaat de Algemene Debating Club ‘Forsete Wara’ der Unitas Studiosorum Rheno-Traiectina, en daarmee de Unitasgedachte, honderd jaar, in welk kader allerlei festiviteiten hebben plaatsgevonden.
Hoogtepunt daarvan was het mooiste dat een ADC zich kan wensen: een Congres. Doch wat zou een Congres over een sullig onderwerp voor een klein publiek baten? Gedreven door een heel-Nederlands gevoel heeft het bestuur gemeend, dat dit dé gelegenheid was om de Algemeen-Nederlandse Studenten Congressen te laten herleven, die immers sedert 1961 niet meer hebben plaatsgevonden.
Een Congres met deze pretentie en deze waarde is iets zinvols, is een bijdrage tot de eenwording van Noord en Zuid. Zodoende - als de gegevens juist zijn en onze telkunst ons niet verlaat - het XXXIste Algemeen-Nederlands Studenten Congres.
Het thema, waarvan wij meenden dat het studenten uit de beide landstalen zou kunnen aanspreken, luidde: ‘De Nederlandse houding inzake de cultuurtegenstellingen in België’. Het motto van dit alles: ‘Burengerucht’, ofschoon ook dit motto slechts vanuit een Noord-Nederlands oogpunt geldig is.
Gesteund door de historische klank ‘ANSC’ hebben wij getracht een ‘historisch’ Congres in te richten. Gehinderd door diverse afzeggingen konden wij dan wel niet onze schoonste dromen verwezenlijken, maar wél een goed Congres. Gehinderd tevens door de korte voorbereidingstijd en het gebrek aan doeltreffende propagandamiddelen kregen wij toch de zaal alleszins redelijk gevuld.
Het tweedaagse Congres bestond niet alleen uit de zittingen zelve, doch ook uit een schitterend en veelvuldig geprezen optreden van Zjef Vanuytsel en een disco, teneinde niet alleen de Congresgangers soelaas te bieden, maar ook de aantrekkingskracht van het Congres te vergroten.
Ofschoon de zaal nóg beter gevuld had kunnen zijn, meen ik toch dat wij de pretenties redelijk waar hebben kunnen maken, waarbij ik slechts hoef te verwijzen naar het feit, dat de Nederlandse Minister van Cultuur met een rede het Congres opende!
Van haar rede, en van de toespraken van de overige sprekers, kunt U hierna kennis nemen; overbodig dus daarover hier uit te wijden.
Een Congres als dit kan dan wel ingericht worden door enkelen, het is slechts mogelijk gemaakt door de welwillende en gunstige medewerking van velen: het Algemeen-Nederlands Verbond, de Belgische Ambassade en de Nederlandse Ministeries van Onderwijs en Wetenschappen, en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Aan hen, maar ook aan alle ongenoemde medewerkenden, een woord van oprechte dank en hulde!
Geslaagd mag het Congres mede genoemd worden, nu in haar schoot de oprichting van het Algemeen-Nederlands Studenten Verbond is besloten, waarmee de inrichting van het XXXIIste Algemeen-Nederlands Studenten Congres is verzekerd!
Mogen dit Congres en dit Verslag een bijdrage zijn tot de heel-Nederlandse bewustwording in Nederland en Vlaanderen.
B. MAKKEN,
Ab actis ADC/ANSC
De heer P.J. Kok, praeses der A.D.C. spreekt het welkomstwoord.