gebouw hadden velen hun eigen zaak gekocht, aangezien de galerij, in tegenstelling met het winkelcomplex van de Hervormde gemeente, eigendom was van de Russen.
Maar ook elders vond men de winkels van de Rusluie, maar dan voornamelijk aan de boulevard Newski Prospekt, Sadowaja, Michailovskaja en later ook aan de Hertsenstraat en Dzersjinskystraat.
De grootste bloei hadden de compagnieën tussen 1810 en 1875, dan losten zij zich van lieverlede op dank zij de alom groeiende Russische concurrentie, maar ook mede door het feit, dat men elkaar te goed kende (Familievetes/broodnijd).
In de compagnieën moet altijd een strenge tucht geheerst hebben. De jonge mensen, ook al waren het zoontjes van de bazen, moesten van onderop beginnen, met het nederigste en vuilste werk, ze hadden voor thee en water te zorgen en thuis de patroons te bedienen, o.a. de lange Goudse pijpen voor hen te stoppen en de punch te brouwen.
De leerlingen moesten vijf jaar onafgebroken in dienst blijven en kregen dan een half jaar verlof om naar huis te gaan. Om 10 uur 's avonds werd de deur gesloten en moest iedereen binnen zijn. Streng en zelfs draconisch waren de nationale en confessionele voorschriften en beginselen voor de leden onderling. Ze mochten alleen met Nederlandse en bij voorkeur Vriezenveense meisjes trouwen, en wel van het protestants geloof. Was iemand van plan met een Russische schone van Grieks-Orthodox geloof te huwen, dan moest hij onvoorwaardelijk uittreden. Dergelijke gevallen hebben zich wel verschillende malen voorgedaan.
In de loop der jaren zijn honderden en nog eens honderden Vriezenveners in Rusland werkzaam geweest.
In het Rusluieboek, dat in 1976 verscheen, is achterin een alfabetische naamlijst opgenomen van Vriezenveners en overige Nederlanders met hun woonplaats en werkkring in het tsaristisch Rusland.
We hebben naast de handelslieden ook verschillende ambachtslieden genoemd, die in Rusland hun carrière gemaakt hebben. We zouden de geschiedenis van de Rusluie te kort doen als we niet de naam van Wicher
Berkhoff noemden, die in 1814 als zoon uit een boerengezin zijn geboortedorp verliet als timmergezel om later chef van de marinewerven in Kroonstad te worden en als admiraal zijn loopbaan beëindigde.
Aan het einde der 19e eeuw en het begin van deze eeuw kwamen vele oudere Vriezenveense kooplieden naar hun geboortegrond terug. Hadden zij een voorgevoel van hetgeen komen zou? Velen belegden hun gelden in huizen en hypotheken, anderen bouwden prachtige villa's in Vriezenveen en elders in ons land om daar hun laatste jaren te slijten. Degenen, die hun gelden hadden belegd in Russische effecten, zagen in 1917 ineens een dikke rode streep door hun bezittingen gehaald. De Russische effecten waren in één slag waardeloos geworden. Verschillende van deze effecten bevatten ook de Nederlandse tekst, waaruit wel blijkt hoe belangrijk deze handel is geweest.
Kort voor het uitbreken der Russische revolutie waren er in Sint-Petersburg (toen Petrograd geheten) nog tenminste 15 Vriezenveense winkels en grossierderijen. Na 1917 werd van lieverlede alles genationaliseerd.
In de jaren 1917-1918 gingen de meesten van deze ondernemende handelslieden weer terug naar Vriezenveen, waar zij op hun familieboerderij, die door de achtergebleven familieleden in uitstekende toestand was gehouden, van handelsman weer boer werden.
Anderen gingen een rustig leven leiden in riante villa's, maar dat waren er niet veel, want daarvoor was hun geest te dynamisch. Zij zwermden uit over de hele aardbol en bouwden daar een nieuw bestaan op. Enkelen bleven in Rusland en namen de Russische nationaliteit aan.
De laatste drie jaar hebben we met vele Nederlanders, die historisch gezind zijn, met comfortabele touringcars de zgn. Ruslandroute naar Leningrad gereden, voor zover mogelijk in de voetsporen van de zgn. Rusluie. We zijn van plan ook de volgende jaren dit te doen. Voor meerdere informatie over een en ander kan men terecht bij de schrijver van dit artikel J. Hosmar, Linthorstlaan 23, Vriezenveen (tel. 0 5499-1854).
J. HOSMAR