De ‘nieuwe’ congressen
Het congres moet een vaste basis krijgen. Men kan niet voor elke manifestatie telkens opnieuw van de grond af beginnen.
Het A.N.V. zal hier mede toe bijdragen door het ter beschikking stellen van zijn secretariaten, werkgroepen en publicaties.
Maar het congres kan geen exclusieve A.N.V.-aangelegenheid zijn. Alle verenigingen die de doelstellingen onderschrijven en op het terrein van de integratie of de internationale contacten werkzaam zijn moeten in een vast verband en op voet van gelijkheid bestendig kunnen samenwerken aan de voorbereiding, de organisatie en de opvolging van de congressen.
Het congres mag geen ééndagsgebeuren zijn, maar het vijfjaarlijkse hoogtepunt van een grondig voorbereidingsproces en het uitgangspunt van een gecoördineerde werking tot bekendmaking en uitvoering van de congresbesluiten.
Een bestendig studiecentrum en vaste werkgroepen voor de voornaamste sectoren van het werkterrein zijn onontbeerlijke organen.
Zij zullen studies, werknota's en besluiten publiceren in zelfstandige vorm of in tijdschriften. Het werkterrein, dat zich uitstrekt tot alle aspecten van het gemeenschapsleven die algemeen-Nederlandse belangen raken, wordt ingedeeld in twee grote belangstellingssferen:
- Alles wat betrekking heeft op de integratie van het Nederlands kerngebied (Nederland, Vlaanderen en Frans-Vlaanderen, of de Noordelijke, de Zuidelijke en de Franse Nederlanden, voor wie deze terminologie verkiest);
- Alles wat betrekking heeft op de samenwerking met gemeenschappen en groepen van Nederlandse afkomst elders ter wereld en de plaats van de Nederlanden in de wereld.
Elk van beide sferen wordt steeds benaderd van uit twee aanvullende gezichtshoeken:
- Het werk aan de basis, dat neerkomt op het vrije verkeer van ideeën en mensen in alle geledingen van het gemeenschapsleven.
Er is veel tot stand gebracht op allerlei deelgebieden van de Nederlandse integratie en onze vensters op Europa en de wereld werden wijder opengezet. Al deze inspanningen te laten samenvloeien, daarvan op gezette tijden een bestek op te maken en gezamenlijk standpunten en toekomstplannen in de openbaarheid te brengen zal de verspreide initiatieven tot een beweging doen uitgroeien.
- Het overheidsbeleid, dat zorgt voor structuren en instellingen waardoor het basiswerk wordt aangemoedigd en beschermd.
Het is nutteloos over de voorrang van basiswerk of structuren te redetwisten. Beide zijn even noodzakelijk en onvervangbaar, en kunnen slechts in een bestendig samenspel tot volle ontwikkeling komen.
Het congres, met zijn aangesloten verenigingen, studiecentrum en werkgroepen zal de dynamische partner van de overheid moeten zijn om dit samenspel te structureren en vruchtbaar te maken.