heden te huldigen en tot voorbeeld te stellen die op de meest uiteenlopende wijze getuigen van de onverwoestbare kracht van de mens die zijn gaven en geest, gemoed en karakter niet aanwendt tot persoonlijk profijt en succes, maar ten dienste van de gemeenschap.
Mijnheer Mozer, U bent nu een ambteloos burger, maar U was oud-ambtenaar van de Commissie van de Europese Gemeenschappen te Brussel. Het is niet daarvoor dat u vandaag gehuldigd wordt. U ontvangt een Visser-Neerlandiaprijs om uw aktiviteit een beter begrip tot stand te brengen tussen de volken en om uw stuwende kracht bij de verwezenlijking van een Verenigd Europa, niet alleen tijdens, maar nog lang na uw ambtstermijn.
In alle functies die Alfred Mozer na het einde van de laatste wereldoorlog heeft vervuld, werd door hem de Europese éénwording nagestreefd. Onvermoeid heeft hij, zowel in Nederland als in het buitenland, waar hij zoveel persoonlijke relaties in politieke kringen heeft, voor een Verenigd Europa op de bres gestaan.
Na zijn pensionering in 1970 heeft hij een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand brengen van de grensoverschrijdende samenwerking in de ‘Euregio’ in het grensgebied van Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland. Deze grensoverschrijdende samenwerking beperkt zich niet tot het officiële vlak maar strekt zich ook uit tot de bevolking, die in de gelegenheid wordt gesteld kennis te maken met elkaars cultuur door culturele manifestaties, talencursussen e.d.
Op 1 april 1970 werd de heer Mozer gepensioneerd. In plaats van op zijn lauweren te rusten, bleef hij ook toen nog grote delen van zijn tijd aan de zaak die hem zo na aan het hart ligt besteden: de Europese eenheid.
Toen de vroegere Minister van C.R.M., mevrouw Marga Klompé, en haar Duitse collega mevrouw Kathe Strobl hem in 1971 uitnodigden om de leiding op zich te nemen van een praktisch experiment op het terrein van de grensoverschrijdende samenwerking in de EUREGIO, aarzelde de heer Mozer geen moment, omdat hji daarin de kans zag een stukje Europese eenwording aan de basis te bewerkstelligen.
Onder zijn leiding realiseerde de zgn. Euregio-Mozer-Kommissie tal van projekten, die allen ten doel hebben de grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen. Een aantal projekten, (de kursus Nederlands voor Duitsers ‘Kannitverstan’, de periodiek uitgegeven brochure over de Duitse en Nederlandse sociale verzekeringen) kreeg zelfs betekenis voor het gehele Nederlands-Duitse grensgebied.
De jaarlijkse Euregio-jongerenuitwisseling, de bejaardenontmoeting, het Euregio-sportfeest en de uitgave van het tweetalig Euregio-inform zijn slechts enkele voorbeelden van de niet meer weg te denken elementen van de samenleving in de Euregio.
In 1971 nodigde het bestuur van de Stichting Streek-belangen Oost-Gelderland de heer Mozer uit om het voorzitterschap van de - ook aan het Euregio-experiment deelnemende - Stichting op zich te nemen. Aan het werk van deze regionale welzijnsinstelling gaf de heer Mozer nieuwe impulsen.
Tijdens tal van symposia, kongressen en studiebijeenkomsten getuigde hij van zijn opvatting, dat de Europese eenwording aan de basis moet beginnen. Het bewijs van de mogelijkheden daarvoor kon hij leveren door te wijzen op het Euregio-experiment.
Een als experiment begonnen aktie die thans niet meer weg te denken valt.
Pas toen de heer Mozer 70 jaar werd, heeft hij de wens te kennen gegeven om het voorzitterschap van de Stichting Streekbelangen Oost-Gelderland over te mogen dragen aan een jongere.
Mijnheer Mozer, het is een eer voor het Algemeen Nederlands Verbond U deze Visser-Neerlandiaprijs te mogen uitreiken en uw onbaatzuchtige inzet voor een groot ideaal tot voorbeeld te stellen.
Tijdens de receptie.