Werkdagen Noord-Zuid Contactcentrum
In 1977 ontving het Noord-Zuid Contactcentrum Volksontwikkeling (N.Z.C.V.) de Visser-Neerlandiaprijs voor een totaalproject van drie regionale werkdagen en één ‘nationale’ werkdag over ‘De participatie van de basis aan het cultureel Noord-Zuid verkeer’. De regionale werkdagen zijn reeds geruime tijd achter de rug m.n.:
- | op 14 mei 1977 in het ‘Europahuis’ te Bemelen (Ned. Limburg), gericht op deelnemers uit Belgisch en Nederlands Limburg; |
- | op 26 november 1977 in ‘De Warande’ te Turnhout, gericht op deelnemers uit de provincie Antwerpen en Noord-Brabant; |
- | op 22 april 1978 in ‘De Sirkel’ te Drongen, voor deelnemers uit de provincies Zeeland, Oost- en West-Vlaanderen. |
Aan deze werkdagen, waarover Neerlandia telkens verslag uitbracht, namen telkens ± 100 verantwoordelijken uit het sociaal-cultureel werk deel.
Om verschillende redenen besloot het N.Z.C.V. af te zien van de aanvankelijk geplande grote nationale werkdag en besloot eerder een grondige bezinning te houden over de drie resultaten van de nationale werkdagen. De resultaten van de streekwerkdagen waren immers van dien aard dat, na haast dertig jaar Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag, het sociaal-cultureel vormingswerk aan de basis - zélfs in de grensregio - amper aan de eerste nog aarzelende contacten toe is (exclusief enkele goede uitzonderingen!).
Doelstelling van de werkdag in Den Bosch was: ‘... na te gaan wat gedaan kan en moet worden na de drie regionale werkdagen. Het gaat daarbij om de beantwoording van vooral praktische vragen’.
Op zaterdag 18 november 1978 liepen in het qua ruimte immense provinciegebouw van Noord-Brabant de deelnemers aan de werkdag er enigszins verloren bij. Na de gebruikelijke kop koffie gaf de heer J. Das, co-voorzitter van het N.Z.C.V., een inleiding over ‘De balans van drie streekwerkdagen. Wensen en mogelijkheden voor de nabije toekomst’.
De heer Das stelde in zijn inleiding vast dat het cultureel grensverkeer tot op heden te weinig belangstelling verkreeg: ‘... Zo werd een voorstel van reglement opgesteld door een groep deskundigen met het oog op het stimuleren van de eendaagse contacten door de bevoegde commissie van het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag zonder meer afgewezen. Met uitzondering van de provincies Belgisch- en Nederlands Limburg hadden de weinige grensprovincies er slechts in geringe mate belangstelling voor. Een, nog bescheiden, kentering ten gunste is hier nochtans vast te stellen. Ook de culturele landelijke organisaties, vooral in Nederland, hebben meestal weinig interesse voor dit Noord-Zuid gebeuren’.
De besluiten van de drie streekwerkdagen vatte de heer Das aldus samen: als algemene besluiten:
1. | 1. een groot gebrek aan wederzijdse informatie, met als gevolg: een verschillend bevorderen van het vormingswerk, spraakverwarring in teminologieèn, enz. Daarom: méér wederzijdse informatie, uitwisselingen van sprekerslijsten, lijsten van toneel-, kleinkunst- en muziekgezelschappen enz. |
2. | 2. een gebrek aan motivatie bij het bestuur en de leden van organisaties. ‘Het vele werk om de doelstelling van de eigen organisatie te realiseren wordt bij herhaling als oorzaak genoemd. Dit laatste verwijst naar een andere vaststelling: de beroepskrachten én de vrijwilligers worden reeds te zwaar belast en het cultureel grensverkeer wordt als een bijkomende én tijdsintensieve aangelegenheid beschouwd’. |
Wanneer men dit laatste hoort verwonderde het ons niet dat (nogmaals) werd aangedrongen op het institutionaliseren van een bestendig secretariaat.
Na deze ‘algemene besluiten’ gaf de heer Das een overzicht van de meest voorkomende besluiten in de werkgroepen van de drie regionale werkdagen. Enkele besluiten noteren wij omwille van hun belang voor het cultureel Noord-Zuid verkeer:
- | de gezamenlijke (her)aanpak van de opleiding en de bijscholing van staffunctionarissen; |
- | het belang van kleinschalige grensoverschrijdende projecten; |
- | de wenselijkheid om vooral de contacten tussen gelijkgerichte organisaties te bevorderen. Deze contacten hebben immers het meeste kans op succes. |
- | de provincies en de gemeenten moeten gestimuleerd worden om de grensoverschrijdende contacten en uitwisselingen te subsidiëren. Een ‘interlimburg-ambtenaar’ voor de regio Zeeland, Oost- en West-Vlaanderen én Antwerpen, Noord-Brabant zou op een actieve wijze de contacten tussen sociaal-culturele organisaties wederzijds de grens kunnen bevorderen; |
- | verder werd gepleit voor een degelijke begeleiding en animatie van lokale en regionale projecten en een actieve betrokkenheid van de jeugd bij de contacten en uitwisselingen. |
Mogelijk was deze dag nog het belangrijkst voor het Noord-Zuid Contactcentrum Volksontwikkeling. Een aantal interessante voorstellen werden besproken.
De belangrijkste zijn:
1. | het institutionaliseren binnen het N.Z.C.V. van een werkgroep ‘Grensverkeer vormings- en ontwikkelingswerk’; |
2. | het oprichten van drie streekwerkgroepen met als prioritaire opdrachten:
- | inventarisatie van de vormings- en ontwikkelingsorganisaties in hun regio; |
- | inventarisatie van de reeds lopende contacten en uitwisselingen; |
- | onderzoek van kleinschalige haalbare projecten. |
|
Alhoewel de belangstelling voor deze dag eerder aan de lage kant was, toch waren de deelnemers er van overtuigd dat er een misschien bescheiden maar toch niet onbelangrijke stap was gezet op een zéér lange weg waarvan het straatnaambord voor de lezers van Neerlandia geen onbekende is: culturele integratie.
M.C.