De weg naar verdere integratie ligt open
Nederland en Vlaanderen hebben alleszins één zaak gemeen, namelijk een groot buitenland. Samenwerking - niet alleen cultureel - zou voor de hand moeten liggen. Deze vaststelling gaat des te meer op binnen het kader van de Europese eenwording. De Nederlanse taal en cultuur zullen meer dan ooit in het verleden geconfronteerd worden met de grote culturen die hen omringen. Behoud van de eigen identiteit impliceert samenwerking.
‘Naarmate de door Nederland gewenste Europese eenwording voortschrijdt, worden taal en cultuur steeds meer bepalend voor de nationale identiteit van de zich politiek verenigende Europese volkeren. Juist een typische staatsnatie met een zwak cultureel besef als Nederland loopt hierbij het gevaar haar nationale identiteit te gaan verliezen. De publieke opinie in Nederland maakt zich hier tot dusver nauwelijks druk om... Ter versterking van onze zwakke nationaal-culturele positie in het proces van Europese eenwording zou er in ieder geval naar gestreefd moeten worden de grondslag van de Nederlandse Culturele gemeenschap te verbreden en te verstevigen door verdergaande culturele integratie met het Nederlandstalige deel van België, uiteraard met erkenning van de zeer reële verschillen tussen het noordelijke en het zuidelijke deel van de Nederlandse cultuurgemeenschap’ (Internationaal cultureel beleid, Centrum voor Staatkundige Vorming, rapport opgesteld ten behoeve van de K.V.P., 1971, blz. 31).
Deze samenwerking moet gedragen worden door de culturele integratie van Nederland en Vlaanderen, dat wil zeggen zoveel mogelijk samen denken, samen werken, samen doen.
Culturele integratie betekent heel wat meer dan intellectuele of artistieke uitwisseling. Een algemeen Nederlandse - niet eenvormige! - volkscultuur en volksgeest moeten zich ontwikkelen.
Bij dit streven moet men realistisch rekening houden met een aantal belangrijke hinderpalen zoals, bij wijze van voorbeeld:
- | het vorm geven van de Nederlandse en Belgische welvaartstaat heeft tot gevolg dat een waaier aan wetgevingen, structuren, en dergelijke meer ontstonden die in de meeste gevallen niet op elkaar werden afgestemd en dientengevolge vormen van samenwerking en integratie ernstig bemoeilijken. Dit feit voelt men het scherpst aan in de grensregio's; |
| |
- | het zogenaamd ‘anders zijn’ van de Nederlander en de Vlaming. Hierover schreef Dr. M. Van Haegendoren in zijn boek ‘Noord-Zuid Verbinding’: ‘Wij Nederlanders (Noord- en Zuidnederlanders) meten deze zaak helaas met de maatstaf van een klein volk, leven in het eigen Hollandse tuintje of Vlaamse ‘hofje’. Wij beoordelen de verschillen tussen Noord en Zuid als mensen van een klein volk, die alleen als eigen cultuur erkennen hetgeen tot de eigen buurt behoort. Grote volkeren leggen niet zulk een enggeestige maatstaf aan, dat zij slechts de mensen van de eigen buurt als ‘cultuurgenoten’ beschouwen...’. Deze ‘kwaal’ is wel het meest verbreid boven de Moerdijk waar men onder mom van een internationale opstelling, meer belangstelling heeft voor het cultuurgebeuren in andere continenten dan wel bij zijn meest nabije buur; |
| |
- | de vrees van het ‘officiële Den Haag’ om zich te mengen in de Belgische binnenlandse aangelegenheden. De Vlaamse Beweging, de taalstrijd, werden niet beschouwd als een aangelegenheid van de gehele Nederlandse cultuurgemeenschap, het tegendeel was en is nog steeds soms waar. |
Ondanks deze negatieve vaststellingen mag men spreken van een, zij het nog bescheiden, positieve ontwikkeling. Bij de hierna volgende opsomming, die niet volledig is, vermelden wij meteen enkele aanbevelingen die de culturele integratie ten goede kunnen komen.
- | Op politiek terrein bestaan reeds nauwe contacten tussen de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap en de Tweede Kamer, men heeft bij voorbeeld reeds een eigen periodiek. Het is van belang dat deze contacten worden uitgebreid, onder andere tot de betrokken politieke partijen en... partijprogramma's. Daarbij dient het begrip ‘cultureel’ in een breed verband te worden beschouwd. Tot de cultuur behoren dan ook de sociale en economische problemen, de vraagstukken van de taal, gelijkstelling van diploma's, het milieubeheer en het totale leefklimaat.
Het grote belang voor deze ontwikkeling van de culturele autonomie van Vlaanderen en van het verdere federaliseringsproces in België hoef ik hier niet te onderstrepen. |
| |
- | Bij de Nederlandse grensprovincies Zeeland, Noord-Brabant en niet in het minst Limburg stelt men een toenemende belangstelling vast voor grensoverschrijdende contacten. De culturele raden van deze provincies en de Interprovinciale Cultuurraad voor Vlaanderen spelen hierbij een actieve rol. |