Raoul heeft zelf niet in de gaten dat het tenminste merkwaardig is als je dat zo zegt. Lilly begrijpt mijn verwarring. ‘Raoul heeft zich op een bepaald moment aangemeld voor de harmonie. Hij heeft vroeger wel eens trompet gespeeld, vandaar, dat hij hier gemakkelijk in de rooie harmonie kon worden ingepast. Sinds hij bij de harmonie is worden wij beter geaksepteerd’.
Maar ben je trompet gaan spelen omdat je het leuk vindt, of omdat je opgenomen wilde worden in de gemeenschap?, vraag ik Raoul. ‘In eerste instantie niet omdat ik trompet spelen nu zo leuk vind’, verzucht Raoul.
‘Het was pure noodzaak. Ik heb het achteraf zo gerekonstrueerd. Als je in Kanne opgenomen wilt worden moet je bij de harmonie gaan, of bij een van de verenigingen die bij een bepaalde harmonie behoren.
Dat betekent namelijk dat je een keuze doet in de permanente vete die hier in Kanne heerst tussen de twee harmonieën. Het dorp is helemaal opgesplitst in twee kampen. Dat gaat niet alleen over de daadwerkelijke muzikanten in de rooie en de blauwe harmonie, maar het geldt ook voor de voetbalclub van de rooien en de voetbalclub van de blauwen. Er is een oefenzaal van de rooien en een oefenzaal van de blauwen. Het is praktisch ondenkbaar dat twee mensen uit hetzelfde gezin lid zijn van verschillende harmonieën. Daar komen vete-achtige ruzies van. De politiek is verdeeld in een rood en een blauw kamp zoals je al weet. Rond de verkiezingen levert dat de wildste taferelen op. Dan blijft het vaak niet bij heftige diskussies. Woorden zijn dan niet alleen meer argument.
En ga zo maar door. Het is zelfs te merken op de scholen waar een deel van de ouders tot de rooien behoort en het andere deel tot de blauwen. In de cafés zul je geen rooien en blauwen op dezelfde tijd tegenkomen. Als dat per ongeluk toch wel gebeurt, komt er geheit mot van. De kroegen in het dorp zijn dan ook verdeeld in rooie en blauwe kroegen’.
Raoul ziet zelf ook het relatieve van de zaak wel in, maar toch, als ik hem vraag wat het verschil tussen de rooien en de blauwen is zegt hij overtuigd: ‘Wij spelen beter dan de blauwen, en dat kunnen ze niet zetten’.
Als Raoul dit zegt springt Lilly meteen midden in het gesprek: ‘Stel je niet aan. Jij wordt ook al een beetje leip, met je rood en blauw’. Raoul voegt er dan wat schuchter achteraan: ‘Het was maar een grapje’.
Wat betekent het nu voor de Nederlanders die hier komen? Ik vraag Raoul wat hij bedoelde met zijn opmerking dat ‘het lid worden van de rooie harmonie pure noodzaak was’?
‘Zoals ik al zei, betekent lid worden van een harmonie dat je een keuze doet. Zolang je neutraal blijft verdenkt elke partij je ervan te behoren tot de tegenstander. Dan kun je nog zo goed je best doen om tegen iedereen vriendelijk te blijven, ze laten je toch links liggen. De mensen negeren je dan gewoon. Je bent een gevaarlijke buitenstaander. Als je lid wordt van de harmonie bepaal je je plaats in het dorp. Dat betekent dat je de helft van het dorp uitschakelt als mogelijke vrienden, maar de andere helft heb je gewonnen. En dat is altijd méér dan wanneer je geen keuze doet. Dan heb je namelijk niemand’.
Raoul moet weer aan het werk en ik besluit mijn laatste gesprek in het dorp te gaan houden. Of Raoul nog een tip voor me heeft?
‘Nou, je moet eens gaan praten met Jopie Nelissen. Die heeft een heel goede kijk op de toestand hier’. Aldus besluit ik.