| |
| |
| |
Van Noord en Zuid
A.N.V.-delegatie bij minister R. de Backer-Van Ocken
Op woensdag 30 november jl. ontving mevrouw R. de Backer-Van Ocken, minister van Nederlandse Cultuur op haar departement in Brussel een delegatie van het ANV, bestaande uit de heren drs. M.J.A.R. Dittrich, voorzitter Nederland; dr, jur. G.R. Piryns, voorzitter Vlaanderen; lic. M. Cantrijn, secretaris en G. Groothoff, directeur.
Met de minister werd van gedachten gewisseld over het rapport van de werkgroep van beide regeringen over de Nederlandse Taalunie, alsmede over het plan van het ANV de traditie voort te zetten van het organiseren van de Nederlandse Congressen. Tevens werden algemene kwesties van de culturele integratie van Noord en Zuid besproken. Het onderhoud had een informeel karakter.
| |
Taken Euregio-bureau Maas-Rijn vastgesteld
Onder bovenstaande kop lezen we in ‘Limburg Vandaag’, dat het bureau Euregio Maas-Rijn te Maastricht geleidelijk meer mogelijkheden krijgt om de grensoverschrijdende samenwerking te ondersteunen en te stimuleren. Volgens de mededeling wordt gestreefd naar een bemanning van 3 ambtenaren, naar meer financiële middelen en het opstellen van statuten. Dit resultaat is te danken aan een vergadering van gouverneurs en gedeputeerden uit de Euregio Maas-Rijn te Heimbach. De taken, aldus ‘Limburg Vandaag’ zijn nu duidelijker vastgelegd. Het is echter niet de opzet dat het bureau alle bestaande grensoverschrijdende initiatieven in zijn werkgebied naar zich toe zal halen. Het gaat er, volgens het blad, vooral om, dat de inwoners uit het Euregio-gebied zelf mogelijk rechtstreeks contact met elkaar onderhouden. Waar nodig kan het bureau dan hulp verlenen. Op die terreinen waar weinig of niets gebeurt zullen de Euregioambtenaren de initiatieven moeten nemen.
Andere taken liggen op het terrein van de informatievoorziening. Het is namelijk gebleken dat zowel bestuurders als instanties en individuele burgers steeds meer behoefte hebben aan informatie uit de naburige grensstreek. Het bureau heeft voorts de zorg voor de contacten tussen de verschillende overheidsinstanties en de EEG. Over het opstellen van statuten is men het eens geworden. Het laatste is nodig om de samenwerking meer structuur te geven.
Het ontwerp daarvoor wordt momenteel voorbereid en zal tijdens de vergadering begin januari 1978 in Luik worden voorgelegd, nadat juristen uit elke regio daarover adviezen hebben uitgebracht. Voor de keuze van een embleem zal in 1978 een wedstrijd worden uitgeschreven, terwijl de mogelijkheid voor het uitgeven van een informatiebulletin in studie is.
| |
‘De vergulde kroontjespen’ taalprijs voor overheidspublikaties
De taalprijs voor overheidspublikaties in Nederland is een prijs voor teksten van de overheid, die uitblinken in duidelijk taalgebruik. De prijs bestaat uit een ‘vergulde kroontjespen’ of een eervolle vermelding.
Het ligt in de bedoeling, dat elk jaar teksten over een bepaald onderdeel van het overheidsbeleid in aanmerking komen voor de taalprijs. Voor de taalprijs-1977 kwamen teksten in aanmerking die betrekking hadden op de samenlevingsopbouw of de maatschappelijke dienstverlening. Deze keer is als onderwerp gekozen: de belastingen in de ruimste zin van het woord. Het gaat hierbij niet alleen om de loonen inkomstenbelasting, maar ook om bijvoorbeeld de onroerendgoedbelasting of de milieuheffing.
Het initiatief tot het uitloven van een taalprijs voor overheidspublikaties is uitgegaan van de Commissie Duidelijke Taal. Deze commissie wil een bijdrage keveren aan de verbetering van het taalverkeer tussen overheid en burger. In deze commissie, die onder leiding staat van de voorzitter van de Tweede Kamer, zijn onder andere vertegenwoordigd: de Raad van State, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en enkele departementen. Ook het Algemeen Nederlands Verbond, het Genootschap Onze Taal en de Parlementaire Pers hebben zitting in deze commissie.
Voor de taalprijs-1978 komen uitsluitend teksten uit 1977 in Nederland in aanmerking, die betrekking hebben op de belastingen. Bijvoorbeeld: folders, toelichtingen en artikelen waarin uiteengezet wordt hoe de burger aangifte van belasting moet doen of wat de bedoeling van een bepaalde heffing is. Het staat iedereen vrij een tekst in te sturen of de aandacht te vestigen op een publikatie. De inzendingen moeten verder nog voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
- | het stuk moet bestemd zijn voor de burgers; |
| |
- | de auteurs moeten werkzaam zijn bij de overheid. |
De inzendingen zullen worden beoordeeld op ‘begrijpelijkheid voor de lezer’ door een jury die bestaat uit deskundigen op het gebied van het taalgebruik of de belastingheffing. De jury besatat uit de volgende personen:
- | Dr. A. Vondeling, voorzitter Commissie Duidelijke Taal. |
| |
- | Prof. W.F.J.M. Krul, erelid van het Genootschap Onze Taal. |
| |
- | H. baron van Lawick, plv. directeur-generaal voor fiscale zaken bij het Ministerie van Financiën. |
| |
- | Drs. H. Notenboom, lid van de Tweede Kamer. |
| |
- | Prof. dr. B. Siertsema, hoogleraar in de algemene taalwetenschap aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. |
| |
- | Dr. A. Veerman, lid van de Tweede Kamer. |
- | Drs. J. Renkema, taalkundig adviseur bij de Staatsuitgeverij (secretaris van de jury). |
Tot 1 maart 1978 kunnen teksten worden ingezonden. De jury streeft er naar vóór 1 juli 1978 de uitslag bekend te maken. Correspondentie-adres: Commissie Duidelijke Taal, Binnenhof 1a, Den Haag.
| |
Samenwerking tussen Noord en Zuid
In een lezing voor de afdeling Amsterdam van het Algemeen Nederlands Verbond op 28 november j.l. vestigde de heer P. Daels, notaris te Mechelen en Algemeen Voor- | |
| |
zitter van de Vlaamse Volksbeweging er de aandacht op, dat de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen nieuwe kansen krijgt binnen Europees verband, als men er in zou slagen het op economisch terrein aanvaarde begrip regio ook toepasselijk te verklaren op cultureel gebied. Uitwerking van deze gedachte is binnenkort van hem te verwachten.
De heer Daels sprak over de betekenis van de Vlaamse strijd voor Noord-Nederland. Aan de hand van historische voorbeelden wees spreker erop, dat in de Vlaamse strijd de heel-nederlandse gedachte van de beginne af aan heeft meegespeeld. Daarnaast werd het sociale aspekt in belangrijke mate beklemtoond. Het was ook een strijd vóór de kleine man tegen de gegoede burgerij, wier verfransing door het opkomende liberalisme in de vorige eeuw nieuwe impulsen kreeg. Anderzijds kwam de invloed der Romantiek tot uiting in het ontstaan van allerlei nationale bewegingen, waarvan de vlaamse er één was.
Ter illustratie van de dragende gedachte der vlaamse beweging gaf de heer Daels een citaat van Toynbee, die zei, dat een imitatie-cultuur slechts dienstig kan zijn voor een bovenlaag. Ons streven, aldus spreker, moet gedragen worden door een humanistisch gevoel voor de cultuurgemeenschap, waartoe wij behoren. Zo kan ook de alom dreigende vervreemding worden tegengegaan en eigen creativiteit worden bevorderd. Tegenwoordig krijgt dit uitgangspunt ook wetenschappelijk weer meer aandacht mede als gevolg van de Europese eenwording.
Voorwaarde voor de bloei van Vlaanderen is mede, dat men in symbiose leeft met Noord-Nederland. Dat is ook heilzaam voor Noord-Nederland, dat mede door de vlaamse schrijvers en toneelspelers uit meer bronnen kan putten dan wanneer het alleen op eigen kracht zou zijn aangewezen.
Het laatste deel van zijn betoog besteedde spreker aan de vlaamse strijd na 1948. Dat was voor een belangrijk deel een strijd om Brussel.
Daarbij is het recente zogenaamde Egmotaccoord een belangrijke gebeurtenis. Een gebeurtenis overigens, die volgens de heer Daels de daarmee beoogde pacificatie tussen de vlaamse en waalse cultuurgemeenschap niet zal kunnen bewerkstelligen, omdat in het accoord de francophone expansie vanuit Brussel onder meer door de zogenaamde inschrijvingsrechten is ingebouwd. Dat is in strijd met de principiële gelijkwaardigheid der beide cultuurgemeenschappen.
Na te hebben geïllustreerd, hoezeer ‘vertaling’ van het economische regio-begrip in een overeenkomstige aanpak op cultureel terrein voor de hand ligt, eindigde de heer Daels zijn toespraak met er op te wijzen, dat we met ons streven in het voetspoor treden van de zoëven herdachte schilder Rubens, die zich als diplomaat eveneens heeft ingespannen voor de eenwording der Nederlanden.
DR. W.J. BRUYN
| |
Licentie Nederlands in Rijsel
Erik Vandewalle schrijft in ‘De Standaard’ van 15 november jl. een interessante bijdrage over de mogelijkheid voor Fransen sedert het begin van het academiejaar aan de Universiteit van Rijsel III voor een licentie Nederlands te studeren. Er zijn thans elf Franse universiteiten, aldus het artikel, waar een Nederlandse leerstoel bestaat: Rijsel III, de katholieke Universiteit Rijsel, in Straatsburg, aan vier universiteiten in Parijs, in Besançon, in Grenoble, in Metz en in Tours. Maar tot nog toe was het Nederlands alleen een keuzevak bij het DEUG-diploma, te vergeljiken met een candidaatsexamen. De studie voor een licentie in Frankrijk duurt een jaar. Het licentiaat geeft geen onderwijsbevoegdheid, daarvoor is dan nog een jaarstudie nodig met een proefschrift.
Vandewalle wijst op de vooruitgang van het onderwijs in het Nederlands. Dertig jaar geleden was er in Rijsel 1 uur Nederlands per week, thans is de sectie Nederlands onder leiding van prof. dr. Thijs verantwoordelijk voor 41,5 uur per week.
| |
De V.T.B. en de Nederlandstalige dramaturgie
Sedert 1968 heeft de Vlaamse Toeristenbond een Hippoliet van Peene - Virginie Miryprijs ingesteld ter bevordering van de Nederlandse Dramaturgie door opvoeringen of publikatie er van.
Dit jaar kwamen er een tiental inzendingen binnen uit alle Vlaamse provincies en één uit Frans-Vlaanderen.
De Raad van Beheer van de vereniging voor Vlaamse Toneelauteurs is steeds de jury. De prijs 1977 werd toegekend aan Teater Arena uit Gent, vooral wegens de gedurfde programmatie, die het gezelschap een weliswaar omstreden, maar - in de ogen van de juryleden - een verdiende reputatie heeft bezorgd.
De heer Jozef van Overstraeten, voorzitter van de V.T.B., zal op zaterdag, 7 januari, de prijs, ten bedrage van 30.000 fr., overhandigen aan Teater Arena, na de première van ‘Toch zonde dat het een hoer is’ van John Ford.
| |
1977: herdenking van ‘de slag aan de Pene’
Op 11 april 1977 was het precies 300 jaar geleden dat in Frans-Vlaanderen, bij Kasset, de Slag aan de Penebeek plaatshad.
De Fransen hadden Sint-Omaars bezet. De stadhouder van Holland, Willem van Oranje, kwam de stad ter hulp, doch werd in het gebied van de Pene- en Linkebeek door Filips van Orleans, broer van de Zonnekoning Lodewijk XIV, na een harde strijd, verslagen. Er vielen 5.000 doden: 3.000 Hollanders en 2.000 Fransen. Door het Verdrag van Nijmegen (1678) werd wat nu Frans-Vlaanderen wordt genoemd, definitief bij Frankrijk ingelijfd. In 1865 werd tussen de dorpjes Noordpene en Zuidpene, volop in het slagveld, een gedenkzuil opgericht. Veel Belgische Vlamingen weten helaas niet dat de westelijke grens van het Vlaamse taalgebied niet samenvalt met de Frans-Belgische staatsgrens.
Op 11 april 1977, precies 300 jaar, dag op dag en uur op uur, na de veldslag bij de Penebeek, wandelden ruim 200 bedevaartgangers om en rond het vroegere slagveld. Enkelen hadden eerst in de kerk van Noordpene even gebeden voor de gesneuvelden, anderen hadden er rondgeneusd om de Romaanse doopvont te bewonderen, of de gedenkplaat met afbeelding van Kamiel
| |
| |
LOOTEN, in zijn leven voorzitter van het Vlaamsch Komitee van Frankrijk en erevoorzitter van het Vlaams Verbond van Frankrijk; anderen hadden het grafkruis van Tisje Tasje ontdekt of het voor kort herstelde graf van Lodewijk DE BAECKER.
Overigens was de stemming niet neerslachtig, er klonken zelfs doedelzaktonen en er danste een Vlaamse Leeuw.
Raf SEYS die op dit lumineuze idee gekomen was om die tragische veldslag en nederlaag, dat andere rampjaar van de Nederlanden, midden tussen 1585 en 1830, niet te vieren maar in een Pene-bedevaart te herdenken, mocht tevreden zijn: zijn opzet was geslaagd. De regen hield op en bij het bestijgen van Tom, een uitloper van de 175 meter hoge Kasselberg vlak in de buurt, overgoot de zon deze heerlijke, rustige Penevlakte met haar milde licht...
| |
Een geïllustreerde gids
Daar de voettocht door het slagveld van de Pene zwijgend was, werd een geïllustreerde gids uitgegeven: ‘De slag aan de Pene’, bevattend een uitvoerig en nauwkeurig rapport van het begin tot het bittere einde, verder enkele gedichten van Fransvlamingen, waaruit de liefde voor hun Vlaanderen blijkt: ‘De bloeme van Euroop, de pronk van alle landen’ (Michiel de Swaen, Duinkerke 1654-1707), ‘Ma Flandre est chaude comme un coeur’ (Emmanuel Looten, Sint-Winoksbergen 1908-1974). Als illustratie bevat de gids o.a. een paar fraaie gravures die een duidelijk beeld van de slag geven, en een stafkaart, waarop alle belangrijke militaire punten zijn aangeduid en waarop, door dit alles heen, de 7,5 km. lange voettocht staat uitgestippeld. - Deze gids kan bekomen worden door overschrijving van 100 fr. op pr. 000-0516779-60 van Raf Seys, Ringlaan 1, 8280 Koekelare.
Drs. Yvo J.D. PEETERS
| |
A.N.V. Brussel herdacht blijde inkomst van Willem van Oranje te Brussel (23 sept. 1577)
Heeft de Prins van Oranje nog een betekenis voor ons? Deze vraag hoeft eigenlijk niet meer gesteld te worden, indien wij de overweldigende opkomst in acht nemen
Ruime belangstelling voor de A.N.V.-herdenking van de Blijde Inkomst man Willem van Oranje te Brussel.
die de herdenking van de Blijde Inkomst van de Prins te Brussel te beurt viel.
Het initiatief en de idee voor deze gelegenheid kwamen van ons jarenlang lid Dhr. M. Winderickx uit Dworp. In samenwerking met Dr. D. Verstraete, algemeen secretaris van de Marnix-Ring, werd de oorspronkelijke gedachte verder uitgewerkt. Onze dank hierbij gaat in de eerste plaats naar de Heren Verboven en Thielemans van de Kredietbank, die voor de concrete hulp zorgden in de vorm van het ter beschikking stellen van hun nieuwe lokalen en het aanbieden van een gewaardeerde receptie.
Ir. P. Meulemans, Voorzitter van het Verbond van Vlaamse Academici (Brussel) verwelkomde de talrijke aanwezigen en met name de Heer M. Coppieters, Voorzitter van de Nederlandse Cultuurraad, HH. EE. de Ambassadeurs Scheltema en Lubbers, Goeverneur Dr. L. Roppe, en nog vele andere prominenten. Na de zitting geopend te hebben verleende hij het woord aan Z.E. de Ambassadeur der Nederlanden.
De Heer Scheltema sprak in een zeer gevatte toespraak zijn genoegen uit op een gelegenheid als deze het woord te mogen voeren. Hij betoogde zeer terecht dat er veel meer factoren zijn die ons verenigen dan elementen die Vlaanderen en Nederland scheiden.
Na een eerste muzikaal intermezzo verzorgd door het Nederlandse duo Emmy Verhey (viool) en Carlos Moerdijk (piano) hield Prof. Dr. H. van Nuffel, Voorzitter van de Brusselse afdeling van het A.N.V. de akademische rede, waarvan de tekst in dit nummer is opgenomen.
De avond werd besloten met een tweede muzikaal optreden, houdende o.m. het Wilhelmus.
Deze zeer geslaagde manifestatie is tevens een bewijs geweest voor de goede samenwerking tussen verschillende verenigingen en wij willen hier in het bijzonden vermelden de Nederlandse Vereniging te Brussel, die aldus hopelijk een precedent heeft gesteld dat navolging zal krijgen. Het is ons inziens een der wezenlijke taken van het A.N.V., waar ook, te streven naar een accentuering van ons gemeenschappelijk verleden. Deze herdenking was hiervan een bijzonder goed voorbeeld.
Yvo J.D. PEETERS
| |
Zeventig jaar Nederlandse Vereniging te Brussel
Wanneer men de grenzen van zijn vaderland verlaat en genoodzaakt is een tijd in het buitenland te verblijven, blijken weinigen te ontsnappen aan een bepaalde vorm van heimwee. Alras zoekt men dan zijn landgenoten op om dit gevoel enigszins te neutraliseren en dergelijke contacten resulteren dan meestal in de stichting van een vereniging.
Zo verging het ook de te Brussel verblijvende Nederlanders in het jaar 1883, wanneer zij besloten een ‘Nederlandse Club ter bevordering van het gezellig verkeer’ op te richten. Het ledental bedroeg een vijftig personen en gezien dit na verloop van tijd niet bleek te vermeerderen, werd een voorstel gedaan: ‘als buitengewoon lid toe te laten, deze bewoners van Brussel, geen Nederlander zijnde, maar zich in de Nederlandsche taal kunnende onderhouden’. Wel een zeer merkwaardig standpunt voor die tijd, jammer genoeg verworpen, omdat men vreesde zich aldus te veel met Belgische politiek te zullen inlaten. Wanneer in 1891 zich geen nieuwe bestuursleden meldden, betekende dit dan ook het einde van deze eerste poging. Pas vijftien jaar later, namelijk in 1906, wordt een tweede kans gewaagd, die resulteert in de oprichting van een Nederlandse Vereniging op 15 februari 1907.
| |
| |
Na de eerste Wereldoorlog - waarin Nederland neutraal blijft - telt deze vereniruim 100 leden en, wanneer in 1927 nieuwe lokalen aan de Louisalaan worden betrokken, nadert men dicht de 200. De recessie laat ook deze groep niet ongemoeid zodat enige stagnatie intreedt. Onder de oorlog blijkt de bibliotheek een zeer op prijs gestelde dienstverlening te zijn. Sommige jaren kennen bijna 5000 uitleningen!
Lag voor de oorlog de klemtoon bij de leden op gepensioneerden en oud-kolonialen, die België als een goedkoop paradijs ervaarden, dan komt in de jaren '50 duidelijker de nadruk te liggen op industriëlen en later de Europese ambtenaren. In 1950 valt een eerste samenwerking te noteren met het vlaams verenigingsleven in de vorm van de opvoering van ‘de Leeuw van Vlaanderen’ door het poppentheater Toone samen met de Vlaamse Club voor Kunsten, Wetenschappen en Letteren.
Het ledental heeft reeds ruim de 200 overschreden wanneer in 1963 dhr. C. Spoelder het roer overneemt en het tot op heden ook stevig in handen houdt. In deze laatste jaren zien wij ruimere contacten
(v.l.n.r.): Drs. P. de Haas, Voorzitter C. Spoelder en M.A. Zeylstra voor het bekende Manneke-Pis, voor de gelegenheid gehuld in het door de N.V. geschonken poorterskostuum.
met het Vlaamse verenigingsleven van de hoofdstad tot stand komen. De belangstelling van de leden voor wat er in het gastland gebeurt, en in het bijzonder voor de snelle evolutie naar zelfstandigheid van de Nederlandse cultuurgemeenschap alhier valt ondermeer te noteren uit volgende vraag, verwoord in het jaarboek 1966: ‘Dit was ook het jaar van de taalonlusten in Leuven. Zou de universiteit over 10, 20 jaar al zijn gesplitst en de franstalige afdeling verhuisd...?’ Het antwoord is iedereen bekend. Ook toen reeds werd gepleit, bij de ingebruikname van de nieuwe clublokalen aan het Jubelpark voor ‘de Nederlandse Vereniging als trefcentrum van de nederlandssprekenden in het Brusselse’.
Zo een vaart is het niet gelopen, maar wij zijn verheugd te kunnen vaststellen dat er zich onder de dynamische leiding van Dhr. Spoelder en zijn bestuur een duidelijke tendens aftekent naar meer contacten.
Inzonderheid het Algemeen Nederlands Verbond, dat in zijn essentie deze samenwerking tussen Noord- en Zuidnederland belichaamt kan hierin een rol spelen. De Nederlandse Kolonie te Brussel kan voor de Vlaamse gemeenschap een ware steun betekenen in de bevordering van een hoogstaand nederlandstalig cultuurleven in de hoofdstad van Europa. Wij hopen dat de trend zich in die zin zal accentueren. Aan de Nederlandse Vereniging te Brussel zeggen wij in elk geval: Ad multos annos!
Drs. Yvo J.D. PEETERS
| |
In memoriam mr. G.H. Eskes
Enkele maanden geleden overleed mr. G.H. Eskes in de leeftijd van 86 jaar. Van 1950 tot 1970 was hij lid van het hoofdbestuur van het ANV. Hij vertegenwoordigde de Nederlandse Bond in Duitsland waarin hij een grote rol speelde. Na eerst bij het onderwijs werkzaam te zijn geweest, behaalde hij de meesterstitel en trad bij de Shell op Curacao in functie. Toen ontwaakte ook zijn interesse voor het ANV. In 1933 vestigde hij zich in Den Haag en gaf zijn beste krachten aan de Kon. Vereniging ‘Oost en West’, aan het ANV en aan de Nederlandse Bond in Duitsland. Mr. Eskes was officier in de orde van Oranje Nassau.
| |
Dr. F.J. Krop overleden
Met Pasen overleed dr. F.J. Krop, burgemeester van Bleiswijk en voorzitter van de afdeling Rotterdam van het Algemeen Nederlands Verbond. Dr. Krop, die 60 jaar is geworden, was een bijzonder geziene figuur in de Rotterdamse samenleving. Hij speelde een belangrijke rol in het verzet, was na 1945 lid van de gemeenteraad van Rotterdam, bestuurslid van tal van organisaties en de laatste jaren burgemeester van Bleiswijk. Met groot idealisme gaf hij leiding aan de afdeling van het ANV. Hij was een groot vriend van Frans-Vlaanderen. Overal waar zich moeilijkheden voordeden op het terrein van de minderheden als volksgroepen, was hij voor die kleine gemeenschappen een groot pleitbezorger. Zijn ijveren voor de Noord-Zuidintegratie en zijn liefde voor Vlaanderen zullen in de kringen van het ANV steeds in de herinnering blijven.
| |
Jaarboek 1977 ‘De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas français’
In het Belgisch Consulaat te Rijsel werd onlangs in tegenwoordigheid van de Heer J. Destailleurs, Ere-Consul van Nederland en de Heer W. Dhaene, Consul-Generaal van België, het tweede jaarboek ‘De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas Français’ voorgesteld door de Heer R. Renard, voorzitter van de ‘Stichting Ons Erfdeel’.
De Franse Nederlanden zijn dié gebieden die ooit tot de Nederlanden behoorden en die nù, door de lotgevallen der geschiedenis, in Noord-Frankrijk gelegen zijn.
Zij bezitten een bijzonder rijk verleden en zijn ekonomisch en maatschappelijk van bijzonder grote betekenis.
‘Le Bulletin Critique du Livre Français’ noemt het jaarboek een aanwinst in het licht van de betere verstandhouding in Europa en prijst de wetenschappelijke kwaliteit van de bijdragen. Dit laatste feit en de toon van deze kommentaar wijzen er op dat het doel van het jaarboek bereikt werd. Het jaarboek 1977 bevat de volgende artikelen:
| |
| |
- | Valentin Bresle (1892). Het Frans-Vlaamse regionalisme in de ‘Mercure de Flandre’, 1922-1931. (Dr. Erik Defoort) |
| |
- | Originalité ou alignement sur une situation nationale? L'équilibre des forces politiques dans la région du Nord à la veille des élections municipales. (André Legrand) |
| |
- | Een flamingantisch getuigenis uit Frans-Vlaanderen (1928). (Erik Vandewalle) |
| |
- | Eugène Dodeigne, sculpteur de la vie et de la mort. (Lucy van Pelt) |
| |
- | Achttiende-eeuwse literatuur in het Nederlands in Noord-Frankrijk. Auteurs en hun werk. (Prof. dr. Jozef Smeyers) |
| |
- | Vers un déclin démographique dans la région du Nord? (Jean-Pierre Thumerelle) |
| |
- | De aanloop tot de reformatie in Frans-Vlaanderen. (Dr. Johan Decavele) |
| |
- | Charles Joseph Panckoucke et les Pays-Bas (1736-1794). (Suzanne Tucoo-Chala) |
| |
- | Vlaamse inwijking in Noord-Frankrijk en de reakties ter plaatse.
(Luc Schepens) |
| |
- | Les transports routiers de marchandises de la région Nord Pas-de-Calais. (Alain Barré) |
| |
- | Frans-Vlaanderen in de belangstelling van de negentiende-eeuwse Vlaamse intellektuelen. (Prof. dr. Ludo Milis) |
| |
- | Résidences secondaires et meublés sur la Côte d'Opale: un phénomène insaisissable? (Jean-Michel Dewailly) |
| |
- | Syntaktische overeenkomsten tussen Frans-Vlaamse en Westvlaamse dialekten. (Prof. dr. V.F. Vanacker) |
| |
- | De hedendaagse schrijftaal van de Westhoek in Frankrijk. Lexicon 2. (C. Moeyaert) |
De artikelen zijn gesteld in de taal van de auteur en iedere bijdrage wordt gevolgd door een korte samenvatting in de andere taal.
Bestellingen kunnen overgemaakt worden aan: Stichting Ons Erfdeel v.z.w., Murissonstraat 160, B-8530 REKKEM.
Prijs van het jaarboek: Nederland f 40,- België 550,- BF.
F. CHEESEMANN
| |
Steunabonnementen 1977
Dhr. C. Emmen, (Soest); Drs. J.F. Posthuma, (Den Haag); Mr. W.G. Wieringa, (Lausanne-Zwitserland); W. v.d. Poel, (Antwerpen); dhr. en mw. Luc, (Wijnegem); J. Camerlinck, (Kruibeke); J. Bouveroux, (Hasselt); J. Bosmans, (Beerse).
| |
Donatie 1977
Algemene Bank Nederland N.V. (Den Haag) f 100,- - Delta Lloyd Verzekeringsgroep N.V., (Amsterdam) f 150,- - Van Doorne's Bedrijfwagenfabriek DAF B.V., (Eindhoven), f 250,- - Exploitatie Maatschappij Scheveningen, (Den Haag), f 250,- - Ned. Unilever Bedrijven B.V., (Rotterdam), f 150,- - Peek en Cloppenburg, (Rijswijk), f 500,- - Heineken N.V., (Amsterdam), f 150,- - Shell Nederland B.V., (Rotterdam), f 1.000,- - Nationale Nederlanden, (Den Haag), f 100,-.
| |
Volksliederen uit Frans-Vlaanderen
Marieke en Bart
Volksliederen uit Frans-Vlaanderen Vol. 2 (Chants traditionnels de Flandre française)
Face 1
Anne-Marie |
Warme Garnars |
Horlepiep |
Vertrek naer Island |
Minnesucht |
Les 12 mois de l'année |
Face 2
Jan de Mulder |
Spinnewiel |
Cecilia |
Blanchefleur |
De Kraei en de Put |
't Godsdeel of den Rommelpot |
Zoete Maritou |
Muzikale omlijsting: Maryse Collache
DDLX 148
CBS - Disques Déesse, 11, rue Lepic, 75018 Paris.
Kersttijd in Vlaanderen
(Noël en Flandre)
Marieke en Bart
Het Reuzekoor en de groep Estampie
o.m. Den wandelende Jode |
Den Messias |
Kerszang |
Den Aanbidding der Herders |
't Godsdeel op de Rommelpot |
Jezus 't zoete Kind |
Bethleen |
Nu is die Roe |
Het nieuwgeboren kind |
Carnelis-berg |
CBS - Déesse
DDLX 149
|
|