Noord-Zuid integratie: voorhoederol voor particulier initiatief
Het gesprek met Herman Meerkamp van Embden vindt plaats in zijn kantoor. Een riante kamer in het bureau van de Stichting Cultuurspreiding Zeeland aan de pittoreske Middelburgse haven.
Aan de muren van de kamer hangen schilderijen, affiches en oude prenten, die getuigen van de veeworteling van het bureau in de Zeelandse samenleving. Of kan je daar niet over praten; over een ‘Zeelandse samenleving’?
‘Juist in de schijnbare verdeeldheid van de provincie Zeeland schuilt het samenlevingsaspekt. Ik bedoel dit: Zeeland is opgedeeld in eilanden en schier-eilanden plus een stukje vasteland. Alle afzonderlijke delen zijn zowel van de rest van de provincie als van de rest van Nederland gescheiden. Toch vormen deze delen een provincie. Het isolement waarin de eilanden en andere delen van de provincie verkeren wordt steeds meer doorbroken. Snellere verbindingen en goede kommunikatiemogelijkheden hebben de provincie dichter bijeen gebracht.
Toch stamt ook vanuit de geïsoleerde positie, vanuit het op zichzelf aangewezen zijn van de verschillende delen van de provincie een stuk saamhorigheid. Het weten dat andere delen van de provincie in een zelfde positie verkeren stimuleert het gevoel, dat Zeeland een provincie is die behoort te zijn zoals hij is. Het ‘provinciaal’ gevoel van de inwoners van Zeeland leeft erg sterk. Daarom kan je wel van een Zeelandse samenleving spreken’.
Toch moet er, juist door de geïsoleerdheid van de verschillende delen van de provincie een grote verscheidenheid in streekgeaardheid bestaan, binnen het werkgebied van provinciale instellingen als de S.C.Z. Is dat met het oog op programmatje van kulturele en edukatieve evenementen geen komplicerende faktor? Heb je niet te maken met verschillende ‘provincietjes binnen een provincie’?
‘In de filosofie van de decentralisatie die in Nederland steeds meer opgang maakt, zit elke provinciale of regionale instelling in het kulturele veld met hetzelfde probleem. Het is niet meer raadzaam om provincies als homogene kultuurgebieden te beschouwen. Als je kijkt naar provincies als Brabant en Gelderland zie je dat daar ook sprake is van verschillende kultuurgebieden. In Zeeland zijn we echter al eerder moeten beginnen om dit te onderkennen om daaruit konklusies te trekken met de ontwikkeling van het provinciaal beleid. De S.C.Z. heeft te maken met het
W.H.P. Meerkamp van Embden is sedert de oprichting in 1960 als direkteur verbonden aan de Stichting Cultuurspreiding Zeeland. De S.C.Z. is een provinciale serviceinstelling die zich voornamelijk bezighoudt met het voorbereiden, koördineren, en adviseren inzake kulturele en edukatieve programma's en evenementen in de provincie Zeeland.
De Stichting verricht haar werkzaamheden voornamelijk ten behoeve van een aantal over de provincie Zeeland verspreide organisaties op het gebied van kultuur en edukatie, die tevens het draagvlak vormen waarop de S.C.Z. steunt. Een belangrijk deel van de aktiviteiten van de S.C.Z. spelen zich af in Zeeuws Vlaanderen, het direkt aan België grenzende, en van Nederland verder afgesloten deel van de provincie Zeeland.
Juist dit gebied onderscheidt zich in kultureel opzicht van de rest van de provincie (en eigenlijk bezet het ook een uitzonderingspositie in Nederland) vanwege de sterke banden die er zijn met het Belgische achterland. Het feit dat Zeeuws Vlaanderen slechts door een veerpont met ‘Nederland’ is verbonden, terwijl het gebied ingesloten ligt in het Belgische Vlaanderen, is een direkte aanleiding om juist hier te denken over grensoverschrijdende kontakten, over Noord-Zuid integratie.
Als direkteur van de S.C.Z. heeft W.H.P. (Herman) Meerkamp van Embden gedurende zijn loopbaan in het Zeeuwse kulturele veld zich telkens weer gekonfronteerd gezien met de noodzaak tot Noord-Zuid integratie, vooral in Zeeuws Vlaanderen.
Reden genoeg om eens met hem te gaan praten over de mogelijkheden en frustraties in de ontwikkeling van een beleid, gericht op een integratie van het zo nauw verwante Belgische en Nederlandse kultuurgebied.
praktische kulturele werk. Het organiseren en programmeren, het administreren ten behoeve van plaatselijke en regionale verbanden. Wij zijn altijd gekonfronteerd geweest met de noodzaak tot gedecentraliseerd denken. We moeten wel.
Onze overlegpartners, als het gaat om programmatie, zijn plaatselijke of regionale instellingen en verenigingen. Wij hebben nooit een plan kunnen maken dat wij aan iedereen in de provincie aan konden bieden. Op Walcheren wonen andere mensen dan in Zeeuws Vlaanderen. Dat is nu eenmaal zo. Dat gegeven kun je het best onderkennen als je praktisch in het veld werkzaam bent’.
Wil dat zeggen dat de Zeelandse situatie noopt tot decentralisatie?