Nederland zoekt regering
De gebeurtenissen rond de kabinetsformatie in Nederland volgen elkaar snel op. Toen onze medewerker Geert Groothort zijn bericht over de perikelen rond de vorming van een regering afsloot, leek het ernaar alsof die perikelen ook afgesloten konden worden en dat er een regering was. Toen zijn bericht op de redactie toekwam was die regering er al niet meer. Toch brengen we zijn bericht, dat dan als een ‘momentopname’ moet worden beschouwd.
Nederland heeft een kabinet. Een tweede kabinet-Den Uyl, weliswaar nadat in Den Haag daarover 152 dagen is onderhandeld.
Drie keer liepen de gesprekken vast. Drie keer moest opnieuw worden begonnen. Het heeft geduurd van 25 mei tot 25 oktober, merkwaardig genoeg struikelde formateur Den Uyl voor de tweede keer op de 25ste augustus. De pogingen tot het vormen van een nieuwe regering begonnen na de verkiezingsuitslag van de laatste week van mei. Nu het kabinet er is draagt het nog niet eens de volledige instemming mee van alle daarbij betrokken politieke groeperingen, afgezien nog van de twijfel die in de regionen van het bedrijfsleven en de vakbonden bestaat over de financiële en sociaal-economische accoorden. En dan spreken we nog niet van de wrevel die in de afgelopen weken bij vele Nederlanders viel te bespeuren over het langdurig verloop van de onderhandelingen. We zetten de feiten nogmaals op een rijtje.
Toen de kiezers op 25 mei naar de stembus trokken leverde de uitslag een overwinning op voor de P.v.d.A. die met 53 van de 150 zetels in de Tweede Kamer de grootste partij van het land werd. Het CDA, de nieuwe combinatie van KVP, ARP en CHU, nam alszodanig voor de eerste maal aan de verkiezingen deel en behaalde één zetel winst en bracht het daarmee tot 49 in totaal. D'66 zag kans 8 afgevaardigden in de Kamer te brengen, wat niemand had verwacht want deze partij was in de maanden voor de verkiezingen in het slop geraakt. Het was duidelijk dat drs. Den Uyl als formateur werd aangewezen. Hij begon zijn gesprekken met het CDA en met D'66.
Een andere combinatie viel niet in de prijzen. Maar gemakkelijk ging het niet. Hoewel van CDA-zijde, bij monde van fractievoorzitter mr. Van Agt, bezwaren werden ingebracht tegen het opnieuw ter sprake brengen van de hervormingsvoorstellen, werd er over de grondpolitiek, het voorstel waarover het kabinet Den Uyl in maart van dit jaar, door het toedoen van het CDA, struikelde, toch overeenstemming bereikt. Ook over de voorstellen over de ondernemingsraden en de wet investeringen werden de gesprekspartners het eens.
Op dat moment lagen de kaarten niet ongunstig voor het verdere verloop, tot het voorstel voor de Vermogensaanwasdeling (VAD) dusdanig roet in het eten gooide dat formateur Den Uyl er niet uitkwam en de Koningin moest meedelen dat de pogingen waren vastgelopen. Het was toen anderhalve maand na de verkiezingen. Prof. Albeda van de Erasmusuniversiteit van Rotterdam werd als informateur aangezocht. De hoogleraar, lid van het CDA, zag kans de partijen weer op dezelfde lijn te brengen, hetgeen geen gemakkelijke opgave was. Precies binnen een tijdsbestek van veertien dagen was het financieel- en sociaal - economisch regeringsprogramma rond. Maar daarmee was ede kous nog niet af. Er verscheen een nieuwe klip aan de horizon; het abortusprobleem waarover al heel wat tongen en pennen in beroering waren geweest. Iedereen wist dat dit een obstakel zou zijn van de eerste orde. En dat bleek ook het geval. Het CDA wenste allesbehalve dat de gesprekken over de abortuswetgeving naar de toekomst zouden worden verschoven. Op 25 augustus moest formateur drs. Den Uyl opnieuw naar de Koningin de boodschap meedelen dat zijn ijveren was mislukt.
De dag daarop, er werd haast gemaakt, kreeg dr. Veringa, staatsraad en oud-minister van onderwijs, als informateur de opdracht de stukken aan elkaar te passen. Hij boekte succes en met zijn mede-informateur drs. Den Uyl stelde hij het regeeraccoord samen. Het was vier weken na de tweede mislukking. Het zonnetje in het Haagse politieke wereldje brak door. Want de drie fracties gingen met het huiswerk van de heren Veringa en Den Uyl accoord.
Men kon toen nog niet vermoeden dat het touwtrekken om de bezetting van de posten in het kabinet het zoveelste struikelblok zou worden in de formatiegeschiedenis. Uitgangspunten waren de verkiezingsuitslag en het bemannen van de departementen in de financieel-economische hoek.
De standpunten, hoe de verkiezingsuitslag te vertalen in het aantal ministersposten, bleken ver uit elkaar te liggen. Er ging geen avond voorbij, of op de televisieschermen werden over en weer door vertegenwoordigers van de drie partijen de argumenten toegelicht. Het ging werkelijk hard tegen hard. Het CDA hield het been stijf tegenover de P.v.d.A. die 8 zetels eiste. Formateur Den Uyl, die na het behaalde succes van het regeeraccoord weer aan het werk was getogen leed zijn derde nederlaag. Een tussentijds opinie-onderzoek wees uit, dat wanneer op dat moment verkiezingen werden gehouden, de VVD, de grootste oppositiepartij enkele zetels zou winnen. En binnen het CDA namen de spanningen eveneens toe, want men verschilde van opvatting over de wijze van samenstelling van het team CDA-ministers, m.a.w. hoeveel van KVP-zijde, hoeveel uit de ARP en hoeveel van CHU-huize. Het leek er op dat er toch nog naar een andere combinatie gezocht zou worden, maar achteraf bleek dat de wil met zijn drietjes de eindstreep te halen de voorrang had.
De Koningin belastte de heren mr. Vrolijk (P.v.d.A.) en dr. Verdam (CDA), beiden commissaris van de Koningin en oud-minister, met de oplossing de formule te vinden van de verdeling der ministersposten waarmee de partijen zich zouden kunnen verenigen. In de opdracht werd aangedrongen op haast, met inachtneming van de voorgeschiedenis. Ook die pogingen dreigden aanvankelijk te mislukken, maar op 24 oktober werd men het eens: 7 ministers uit de P.v.d.A., 7 uit de gelederen van het CDA en 2 ministers van D'66 en een verdeling van de posten van staatssecretaris volgens de formule 8-7-1.
Op dit moment is er de instemming van de fracties. Maar de partijraad van de P.v.d.A. heeft het akkoord van de hand gewezen, waarmee men demonstreert het oneens te zijn met de Kamerfracties en formateur Den Uyl. De vraag is, of daarmee alles weer op losse schroeven staat.
GEERT GROOTHOFF