| |
| |
| |
Van Noord en Zuid
De participatie van de basis aan het Noord-Zuid verkeer
Het cultureel grensverkeer vindt in Den Haag noch Brussel de waardering waarop het recht heeft.
Dit is een van de conclusies van de eerste regionale werkdag over ‘De participatie van de basis aan het cultureel noord zuid verkeer’, georganiseerd door het Noord-Zuid Contactcentrum Volksontwikkeling in het Europahuis te Bemelen, bij Maastricht, op zaterdag 14 mei 1977.
Een negentigtal vertegenwoordigers van lokale en regionale sociaal-culturele organisaties van Nederlands en Belgisch-Limburg bespraken een hele dag de mogelijkheden én de moeilijkheden betreffende het grensoverschrijdend cultuurverkeer. Het moet ons onmiddellijk van het hart dat wij na afloop van deze dag zeer tevreden waren. Hier waren mensen aanwezig die in het verleden binnen het noord-zuid verkeer haast nooit aan bod kwamen. Dit was wél het geval en... met succes.
Tijdens de ochtendzitting behandelde J. Das, voorzitter van het Noord-Zuid Contactcentrum Volksontwikkeling de vraag: ‘Waarom deze Noord-Zuid contacten’. In een bondig historisch overzicht toonde hij aan dat het sociaal-cultureel werk binnen de noord-zuid contacten nog steeds niet de plaats heeft verworven waarop het recht heeft. Er is (gelukkig) wél voortgang te bespeuren o.m. op het vlak van de contacten tussen de politieke instanties (Tweede Kamer - Cultuurraad van de Nederlandse Cultuurgemeenschap), de particuliere-culturele sektor blijft echter ter plaatse trappelen. J. Das verwees hier o.m. naar het zó noodzakelijke bestendig secretariaat hetwelk nog steeds een vrome wens blijft.
J. Das gaf tenslotte een overzicht van de subsidieregeling in het kader van het Belgisch-Nederlands cultureel akkoord t.b.v. het jeugdwerk en het vormingswerk. De aanwezige organisaties hadden in het kader van deze dag een beurs opgebouwd waarin op een overzichtelijke wijze kennis kon worden gemaakt met enkele van de vele initiatieven die in de Limburgen leven. Deze beurs was meteen een geschikte plaats voor ontmoeting, gesprek en... uitwisseling. En dàt gebeurde ook! De werkzaamheden spitsten zich toe op drie thema's die in werkgroepen werden behandeld m.n. de kadervorming, de programmatie op het lokale vlak en de participatie van het cultureel werk in het plaatselijk cultuurbeleid. Iedere werkgroep werd ingeleid door twee deskundigen, een Nederlander en een Vlaming.
De werkgroepen werden een boeiende confrontatie en waren voor de vele deelnemers bijzonder verrijkend.
Tijdens de plenaire zitting werden een aantal problemen en mogelijkheden onderstreept m.n.:
- | de stimulerende rol die provinciebesturen én gemeentebesturen t.a.v. de noord-zuid contacten kunnen spelen; |
- | het belang van permanente samenwerkingsprojecten tussen gelijkgerichte organisaties die organisatorisch (bv. federatief) gebundeld worden; |
- | het belang van het reeds genoemde bestendig secretariaat voor de culturele integratie van noord en zuid, enz. |
In november 1977 volgt de regionale werkdag voor de provincies Antwerpen en Noord-Brabant. Volgend jaar volgen de regionale werkdag gericht op de provincies Zeeland en Oost- en West-Vlaanderen. Een nationale werkdag zal het geheel besluiten. Dit project is, zoals we reeds schreven, van groot belang omdat hier wat men de basis noemt, nauw wordt bij betrokken. Wie denkt dat er geen belangstelling is voor grensoverschrijdende contacten is mis. Het Noord-Zuid Contactcentrum Volksontwikkeling heeft dit duidelijk aangetoond.
| |
Brussel niet loslaten
Het Vlaams Komitee voor Brussel en de Brusselse Kulturele Vereniging ‘Eigen aard’ hebben t.a.v. deze stad een interessant initiatief genomen dat Neerlandia niet onvermeld mag laten.
Alhoewel er een vertraging is gekomen is de werking van de Brusselse ‘verfransingsmachine’, toch blijft deze stad nog steeds dé zere plek.
De initiatiefnemers merken echter terecht op dat, indien de 400.000 Vlamingen (en Nederlanders) die dagelijks of geregeld naar Brussel komen er steeds hun eigen taal zouden spreken, de toestand er vlug anders zou gaan uitzien. Het respect voor het Nederlands zou vlug merkbaar worden. Om deze reden willen de initiatiefnemers een grootscheepse vensteraffichecampagne op het getouw zetten. De affiches vermelden de oproep: ‘SPREEK STEEDS UW TAAL TE BRUSSEL’. De afmetingen zijn: 40 × 30 cm.; driekleurendruk; prijs per exemplaar: 10 fr.
De affiches kunnen besteld worden:
- ofwel bij het Vlaams Komitee voor Brussel, Rijkeklarenstraat 45, 1000 Brussel.
- ofwel bij de heer S. Szondi, Ch. Degrouwstraat 78, 1040 Brussel.
U zendt samen met de bestelling een check ofwel betaalt u rechtstreeks op rekening nr. 437-6155201-07, ‘Spreek uw taal’, Brussel 4. Zodra de storting binnen is, worden u de affiches toegestuurd.
De initiatiefnemers hebben met dit project zware financiële risico's genomen en rekenen daarom des te meer op de medewerking van verenigingen, instellingen en particuliere personen.
| |
In memoriam prof. dr. Dirk Bax
In ‘Neerlandica extra muros’ schrijft de heer R.H. Pheiffer uit Kaapstad een herinnering aan de hoogleraar prof. dr. Dirk Bax die op 71-jarige leeftijd in Kaapstad overleed. De cultuurhistoricus Dirk Bax was reeds enkele jaren met emeritaat. Hij werd in 1906 in Hoofddorp geboren, studeerde Nederlands, Geschiedenis en Kunstgeschiedenis aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1949 aan de Universiteit van Nijmegen op een proefschrift over ‘Ontcijfering van Jeroen Bosch’. Tal van jaren was hij leraar, achtereenvolgens in Harlingen, Den Haag en Amsterdam. In 1949 vertrok hij naar Kaapstad waar hij vanaf 1950 tot 1971 de leerstoel Nederlandse Cultuurgeschiedenis aan de universiteit aldaar bekleedde. Hij schreef elf boeken, meerdere bijdragen tot boekwerken - o.a. ‘De Geschiedenis van de Letterkunde der Nederlanden’ - zevenentwintig artikelen in wetenschappelijke tijdschriften en ongeveer 120 bijdragen van meer populaire aard in tijdschriften en dagbladen. Zijn arbeid droeg in een belangrijke mate bij tot de opsporing, restauratie en bewaring van de Zuidafrikaanse cultuur. Historische gebouwen en schilderijen hadden zijn bijzondere belangstelling. Hij publiceerde over Nederlandse en Vlaamse schilderijen in Zuidafrikaans openbaar en privébezit, over oud Kaaps zilver; over de architectonische schoonheid van de Compagniestuin te Kaapstad en over de vroegste Zuidafrikaanse openbare verzameling op het gebied van de kunst en de etnologie. Zijn studies over de schilderijen van Jeroen Bosch stempelden hem, aldus de heer
| |
| |
Pheiffer, tot een vooraanstaand deskundige op dit gebied.
Prof. Bax was lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, lid van het Historisch Genootschap te Utrecht en trustee van de Michaelis-verzameling te Kaapstad. Hij ontving erepenningen van de Nederlands-Zuidafrikaanse Vereniging en Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns. In 1969 werd hij door Koningin Juliana benoemd tot officier in de Orde van Oranje Nassau.
| |
Drs. F.P. Thomassen ridder in de Belgische kroonorde
Drs. F.P. Thomassen ontving enkele maanden geleden uit handen van mevrouw R. de Backen-van Ocken, minister van Nederlandse Cultuur in Brussel de versierselen behorende bij de onderscheiding van ridder in de Belgische Kroonorde. Onder de aanwezigen bevonden zich mevrouw Thomassen, mr. H. Scheltema, Nederlands ambassadeur in Brussel, mr. J. Fleerackers, kabinetschef van de minister van Nederlandse Cultuur, dr. W. Debrock, voorzitter van de Belgische afdeling van de Gemengde Technische Commissie ter uitvoering van het Belgisch-Nederlands Cultureel Accoord, de heren L. Schevenhels en H. Kellens namens het Bestuur voor Internationale Culturele Betrekkingen en vanwege de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek prof. dr. W. Thijs, prof. dr. M. Rutten en mevrouw M. Moolenburgh-Ekkel. De onderscheiding werd toegekend voor de verdiensten van de heer Thomassen voor de Neerlandistiek.
| |
Goed openbaar vervoer een behoefte voor het culturele leven in de Kempen
Reeds jaren wordt door de Kempische welvaartorganisaties aangedrongen op meer en beter openbaar vervoer in de Antwerpse Kempen. Het ‘Ekonomisch Komitee voor de Kempen’ (EKK) voert reeds meerdere jaren een actie om in de huidige toestand een verbetering te brengen. Het opnieuw in gebruik nemen van de treinverbinding Herentals-Turnhout was daarvan een voorbeeld. Toen in 1975 op een studiedag, georganiseerd door het Regionaal Komitee van de Stichting Lodewijk de Raet, het Kempens openbaar vervoer opnieuw onder de loupe werd genomen, bleek nogmaals welke achterstand de streek de Kempen had ten opzichte van andere landsgedeelten. De werkgroep openbaar vervoer van het EKK werd daarom verruimd en de hierin gevoerde besprekingen leidden tot een onderzoek dat einde 1976 werd uitgevoerd in opdracht van de ‘Interkommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen’ (IOK). Deze studie werd intussen gepubliceerd en voorzien van een reeks concrete aanbevelingen, overgemaakt aan de minister van Verkeerswezen en de NMBS. Deze gecoördineerde actie heeft reeds tot resultaten geleid; vanaf mei jl. wordt een aantal treinverbindingen verbeterd.
De ‘Kultuurraad voor de Kempen’, die zich onmiddellijk solidair verklaarde met de aanbevelingen die in het IOK-onderzoek werden geformuleerd en met de door het EKK gevoerde actie, heeft op zijn jongste vergadering nogmaals een bespreking gewijd aan het openbaar vervoer in de Antwerpse Kempen. Hierbij werd gesteld dat een kwantitatief en kwalitatief goed uitgebouwd openbaar vervoer ook op cultureel terrein voor een streek zeer belangrijk is, o.m. voor het scheppen van de mogelijkheden om optimaal gebruik te maken van de bestaande onderwijs- en vormingsmogelijkheden in de streek zelf of daarbuiten, culturele activiteiten bij te wonen, optimaal gebruik te maken van de bestaande recreatie- en ontspanningsmogelijkheden.
Het is bovendien duidelijk dat het belang van een goed openbaar vervoer nog toeneemt wanneer het gaat over een streek zoals de Kempen, die soms zelf niet over voldoende infrastructuur beschikt en derhalve op de mogelijkheden uit de streek is aangewezen, zoals voor het universitair onderwijs. Aldus een mededeling in de ‘Kempische Kultuurspiegel’.
| |
Frans-Vlaanderen in de Antwerpse kijker
Op initiatief van het A.N.V. kende de stad Antwerpen in de maand maart haar eerste Frans-Vlaanderen Week. Bij het organiseren van deze week mocht het A.N.V. zich verheugen op de bereidwillige medewerking van een aantal Antwerpse organisaties.
De Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal (V.B.O.) bracht een Frans-Vlaanderenavond onder het motto: Kennismaking in woord en beeld met het Zuidvlaamse volk, hun taal en geschiedenis’. Deze voordracht met diaprojectie werd verzorgd door de heer C. Moeyaert. Hij gaf een duidelijk beeld van het verleden, alsook een boeiend relaas over het Frans-Vlaanderen van nù!
Hoopvol is de duidelijk merkbare heropleving van de Vlaamse taal in Frans-Vlaanderen. Dit komt vooral tot uiting bij de jongeren.
Frans-Vlaanderen is niet alleen een prachtig stukje natuur, waar men nog in alle rust kan genieten, het is ook een stuk land waar een eigen cultuur en geaardheid leeft en voelbaar is.
De slotavond werd aangeboden door het Verbond van Vlaamse Cultuurverenigingen (V.V.C.) in de zaal van V.T.B.-V.A.B. De heer J. Deleu, hoofdredacteur van ‘Ons Erfdeel’ en ‘Septentrion’ bekeek Frans-Vlaanderen op zijn eigen spirituele manier. Na een overzicht van het artistiek en politiek verleden van Frans-Vlaanderen belichtte hij vooral de toekomst van Frans-Vlaanderen.
Pas na de 2de wereldoorlog is de belangstelling voor Frans-Vlaanderen vanuit België op gang gekomen. Deze belangstelling is vooral te danken aan figuren zoals A. Demedts, Luc Verbeke en organisaties zoals V.T.B.-V.A.B. De oprichting in 1948 van het ‘Komitee voor Frans-Vlaanderen’ richtte de schijnwerpers op Frans-Vlaanderen. De Vlaamse emancipatiebeweging in Noord-Frankrijk is op de eerste plaats de zaak van de Frans-Vlamingen zelf. In Nederland en Vlaanderen kan men slechts een helpende hand toesteken.
De oprichting van een ‘Institut Néerlandais’ te Rijsel is zeker geen overdreven eis, doch is een zaak van de Nederlandse en Vlaamse overheid.
Wat wij wel kunnen doen is het daadwerkelijk steunen van die mensen die zéér konkreet het Nederlandse karakter in Noord-Frankrijk willen behouden.
Frans-Vlaanderen is géén folkloristische affaire.
De tweede spreker van de slotavond was de heer Persyn, leraar Nederlands in Frans-Vlaanderen. Hij gaf ons een duidelijk beeld van wat er op het ogenblik gedaan wordt voor het ‘Nederlands’ in het onderwijs. Samen met enkele collega's geeft hij cursussen Nederlands aan middelbare scholieren. Aan de universiteit te Rijsel is er een leerstoel Nederlands. De heer Persyn verricht samen met zijn collega's baanbrekend werk.
| |
| |
De heer H. Gevaert (V.V.L.) van de Vereniging voor Vlaamse Leerkrachten, overhandigde aan de heer Persyn uit naam van V.V.L. een cheque. Dit geld zal dienen voor het aankopen van bandrecorders ten behoeve van de cursussen Nederlands.
Deze avond werd opgeluisterd door de Kunstzangkring ‘Singhet Saam’, o.l.v. J. Lambrechts die mede voor een meer dan geslaagde avond zorgde.
Door de V.T.B.-V.A.B. werd aan alle aanwezigen het boek ‘De Nederlanden in Frankrijk’ van J. Van Overstraeten, aan geboden. Dit boek is een uitstekende gids voor diegenen die Frans-Vlaanderen willen verkennen.
De V.A.B.-V.T.B. organiseerde tijdens de Frans-Vlaamse week een reis naar Frans-Vlaanderen. De belangstelling was zo groot dat vele kandidaatdeelnemers moesten teleurgesteld worden. Ook de reis ingericht door de ‘Koninklijke Kring der West-Vlamingen’ was op een minimum van tijd volgeboekt.
Verder vermelden we nog dat het Vermeylenfonds en de Koninklijke Kring der West-Vlamingen reeds initiatieven namen in het najaar van 1976.
De Vlaamse Jeugdherbergcentrale ontving in Antwerpen de ‘ouders’ van de jeugdherbergen gelegen in Frans-Vlaanderen.
Voor velen was de eerste Frans-Vlaanderen Week een openbaring, voor anderen een bevestiging, voor het A.N.V. werd zij de impuls om werk te maken van een tweede Frans-Vlaanderen Week, met mogelijk nóg meer activiteiten en nóg meer belangstelling!
MIEKE KNAEPKENS
| |
C.O.V. dagen (Christelijk Onderwijzers Verbond) te Brugge
Naar jaarlijkse traditie gaan in het Boudewijnpark te Brugge de C.O.V.-trefdagen door. Naast interessante voordrachten m.b.t. kleuter- en lager onderwijs, is er steeds een uitgebreide tentoonstelling. Deze tentoonstelling handelt over het nieuwste en interessantste materiaal dat nuttig kan zijn in het kleuter- en basisonderwijs. De werkgroep Basisonderwijs nam deze gelegenheid te baat om zelf ook een kleine stand in te richten. Naast de folder van de werkgroep werd de geïnteresseerden ook een nummer van Neerlandia aangeboden.
De werkgroep mocht zich verheugen in een ruime belangstelling, een belangstelling die reeds tot concrete contacten heeft geleid. Ons doel om zoveel mogelijk leerkrachten te informeren over de werking van de werkgroep werd weer voor een stukje verwezenlijkt.
Dit initiatief zal herhaald worden op de C.O.V.-trefdagen in de andere provincies. Een soortgelijk initiatief nam Inspecteur J.H. Van Geet (lid v.d. werkgroep) op de Pedagogische Week te Blankenberge, Laken en Hasselt. Ook daar bleken heel wat leerkrachten geïnteresseerd in de werking van de werkgroep.
Ook dit initiatief zal herhaald worden.
| |
Oscar Guermonprez
Voor alle goede bekenden van het volkshogeschoolwerk in Nederland en Vlaanderen is de naam van wijlen mr. Oscar Guermonprez een begrip, evenals die van Henk van der Wielen en wijlen mr. Vital Haesaert. De redactie van ‘De Volkshogeschool’ wijdde onlangs een speciaal nummer aan de persoon van Oscar Guermonprez. Medewerkers, en vooral goede vrienden en bekenden, hebben daarin de persoon van de vertrekkende ‘pionier’ beschreven en hem hulde gebracht voor zijn voortreffelijke arbeid.
De algemeen en internationaal secretaris van de Vereniging voor Volkshogeschoolwerk, mr. C. Stapel, tekent Guermonprez als ‘de pionier’. Mr. Stapel schrijft dat Guermonprez de volkshogeschool heeft gediend als een regisseur, onder welke benamingen dan ook. En met een enorme kennis van zaken en geduldig bij de uitwerking van projecten. Henk van der Wielen legt de nadruk op het zich steeds bewegen van Guermonprez bij al zijn activiteiten in het spanningsveld van individu en gemeenschap, van cultuur en maatschappij. Ernst Hijmans noemt als verdiensten o.m. hoe Guermonprez steeds bij vele hervormingen bereid was met anderen over nieuwe mogelijkheden na te denken. G. Roelfsema tekent hem als een man van gezag, met zijn eigen stijl, volhardend in eenvoud. Dr. M. van Haegendoren schildert Guermonprez als de figuur die steeds het saamhorigheidsbesef Nederland-Vlaanderen heeft gecultiveerd. Zijn Vlaamse afkomst lag daar zeker aan ten grondslag. Ans M. Bos prijst zijn samenwerking met de Maatschappij tot het nut van 't algemeen. Mr. L.B. van Ommen, directeur van het departement van CRM, noemt Oscar Guermonprez ‘een sympathieke bemoeial’. Mede dank zij de activiteiten van Guermonprez op tal van fronten, is de overheid er zich van bewust geworden dat vormings- en ontwikkelingswerk geen vrijblijvende zaak kan zijn. Aldus mr. Van Ommen. Het zijn slechts enkele namen van de velen die Guermonprez in het licht van de schijnwerper zetten. Een portret van Guermonprez door de kunstenaar Paul Citroen siert het omslag.
| |
NEKKA 77 op 9 Oktober a.s.
NEKKA 77 beoogt dit jaar trefpunt te worden van de volksliedmuziek. Zo worden momenteel o.m. de Roemeense panfluitist Georges Zamphir, de Ierse groep The Furrey Brothers en de Schotse groep Osian aangezocht, naast de Nederlandse solo-gitarist Harry Sacksioni, en Judy Collins.
De datum is definitief bepaald op zondag 9 oktober a.s. te 14.30 uur in het Sportpaleis te Antwerpen.
De plaatsbespreking start op maandag 5 september e.k. op het ANZ-sekretariaat, Vrijheidstraat 30-32 te Antwerpen, tel. 031/37.93.92 of 37.96.43, waar men ook alle verdere inlichtingen kan bekomen, en in het Sportpaleis, tel. 031/24.25.75 of 76.
| |
Aanbeveling
De Permanente Contactcommissie van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap en van de Staten-Generaal der Nederlanden,
verheugt zich over de resultaten van de besprekingen in de werkgroep ad hoc inzake de oprichting van een Belgisch-Nederlands orgaan van samenwerking en advies op het gebied van de Nederlandse taal- en letterkunde;
betuigt in beginsel zijn instemming met het door de werkgroep voorgestelde ontwerp van een verdrag inzake de Nederlandse Taalunie;
beveelt de Wetgevende Kamers van beide landen aan op korte termijn te onderzoeken op welke wijze zodanig ontwerp, na onderhandelingen tussen de beide regeringen, ten spoedigste als verdrag kan worden geratificeerd.
| |
| |
C.F. Kleisterlee,
J.H.G. Bascour, Voorzitters;
G.B.M. Boeykens,
D.H. Coens,
D.J.D. Dees,
E.J.J.A. Raskin,
D.A. Th. van Ooijen,
J.J. Voogd, leden
Rotterdam, 18 februari 1977
(Deze tekst is overgenomen uit nr. 1 van 1977 van Cultureel CONTACT Vlaanderen-Nederland, de viermaandelijkse publikatie van de permanente contactcommissie Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap-Staten-Generaal der Nederlanden, welk nummer onlangs van de pers kwam).
| |
Kaart van de Oostenrijkse Nederlanden
Het Cultureel Centrum voor het Gemeentekrediet van België heeft de integrale publicatie op zich genomen van de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden (van 1771 tot 1778 vervaardigd onder leiding van graaf Joseph de Ferraris) en reproduceert elk van de 275 kaarten van de kabinetskaart in 4-kleurendruk op een schaal 1/25.000 zodat ze met de huidige topografische kaarten direct vergelijkbaar zijn. Aldus een mededeling in ‘De Band’. Het is een speciale uitgave ten bate van de beide Limburgen.
In een bijzondere uitgave worden alle kaartbladen die betrekking hebben op de provincies Belgisch en Nederlands Limburg in één band gebundeld. De kosten bedragen f. 200.- of BF 3.000. Nadere informaties zijn te verkrijgen bij de Stichting Maaslandse Monografieën, Postbus 83, Maastricht; de Federatie der Geschiedkundige Kringen, Bampslaan 4 te Hasselt en bij het Gemeentekrediet van België, afdeling Cultureel Centrum, adres: Pachecolaan 44 te Brussel.
| |
De eerste week van het Nederlandstalig toneel
Het Haags Ontmoetingscentrum voor Theaterkunsten (HOT) organiseerde in samenwerking met de Jan Campertstichting en het Bzztôh Teater van 20 tot en met 28 mei jl. ‘Hollands Drama’, de eerste week van het Nederlandstalig toneel. ‘Hollands Drama’ omvat een keuze van Nederlandstalige stukken die in het afgelopen toneelseizoen in première gingen. - Op 20 mei werd de première gegeven van ‘Het raam’ van Adriaan Venema door de Haagse Comedie. Het N.T.V. de Waag uit Antwerpen bracht de ‘Hollandse’ première van ‘Onder ons’ van de Vlaamse schrijver René Verheezen; het stuk ging eerder dit seizoen in Antwerpen in première.
| |
CREACT-prijzen 1977
In Aldeneik in het Belgische Maaseik is de Stichting CREACT gevestigd. Deze stichting heeft een aantal prijzen uitgeschreven. De podiumprijs is bestemd voor groepen of enkelingen die zich ‘op de planken’ het best ‘waar’ kunnen maken. De maximumleeftijd bedraagt 35 j., uitgezonderd voor België. Allen, die door hun werkzaamheden in de overheidssfeer ten behoeve van vorming en opvoeding en ook zij, die in de private sfeer op dit terrein reeds aan het werk zijn, of een begin willen maken, mogen deze bijeenkomst niet missen, aldus een circulaire waarin de bijeenkomst wordt aangekondigd.
(Wij verheugen ons over dit plan dat een steentje bijdraagt tot de verwezenlijking van de culturele integratie van Noord en Zuid. - Redactie).
| |
Toekenning dr. Oskar de Gruyterprijzen en Hendrik Caspeeleprijs 1977 van VTB
Een jury van Vlaamse toneelrecensenten, onder voorzitterschap van drs. Jozef van Overstraeten - voorzitter van de VTB - hebben beslist de dr. Oskar de Gruyterprijs voor een toneelspeelster dit jaar toe te kennen aan mevrouw Julienne de Bruyn, voor haar rol als Emma Morschel of Engeltje in ‘Kleine Man, wat nu?’ van Tankred Drost, naar een novelle van Hans Fallada. Voor de eerste maal werd dit jaar een tweede dr. Oskar de Gruyterprijs toegekend en wel voor een regisseur. Eenstemmig werd beslist deze prijs toe te kennen aan de heer Jean Pierre de Decker, als regisseur voor ‘De Nacht der Tribaden’ van Per Olov Enquist. De prijzen, bestaande uit een gouden herinneringsmedalje en de som van Bfr. 30.000 zullen in het gebouw van de VTB in Antwerpen op woensdag 5 oktober worden uitgereikt.
Voor de derde maal werd de Hendrik Caspeeleprijs toegekend, ditmaal voor 1977. De prijs, een bedrag van Bfr. 50.000 - en een gedenkpenning - wordt geschonken aan een zanger of zangeres voor bijzondere prestaties voor het Vlaamse operaleven en het uitdragen van de bekendheid daarvan in het buitenland. De jury van Vlaamse muziekrecensenten van de dagbladen droeg de heer lic. René Jacobs uit Lochristi voor. De prijs wordt, eveneens in het V.T.B.-gebouw in Antwerpen, op woensdag 19 oktober uitgereikt.
| |
Colloquium ‘Natuurbeleven voor iedereen’
Het Centrum voor Natuurbeschermingseducatie in Nederland organiseert op zondag 11 december a.s. in Antwerpen een colloquium onder bovengenoemd motto. Aan de bijeenkomst zullen op 10 december enkele educatieve activiteiten in het Antwerpse voorafgaan.
Het colloquium is bedoeld voor allen, die op enigerlei wijze geïnteresseerd zijn in de mogelijkheden voor natuureducatie in de grote stad en in het buitengebied. Verschillende sprekers uit België en Nederland zullen aan de hand van concrete voorbeelden schetsen, hoe de natuureducatie als aanzet voor milieu-educatie vorm kan krijgen. Aan de deelname aan dit colloquium zijn slechts geringe kosten verbonden. De organisatoren verwachten, dat door het karakter van deze bijeenkomst een stimulerende werking kan uitgaan voor de natuureducatie in die personen, die de regie of de algemene leiding van een groep jongeren voeren. De gepresenteerde ‘act’ moet een eigen werkstuk zijn, of een eigen interpretatie van een nog niet opgevoerd spel. Schiftingen en finale zullen plaatshebben op zaterdag 10 september a.s. in Aldeneik. Voort is er een schilderprijs en een zg. prijs flitsgedicht, waaraan deel kan worden genomen.
| |
Heropening volkenkundig museum ‘Nusantana’ in Delft
Op 10 juni jl. heeft de burgemeester van Delft, dr. ir. A.P. Oele, het volkenkundig
| |
| |
museum ‘Nusantana’ voor het Indonesisch cultuurgebied heropend. Het betreft het voormalig Indonesisch Ethnografisch Museum Delft dat een verbouwing heeft ondergaan. Het museum is in het zuidelijke gedeelte van het Prinsenhofcomplex op het St.-Agathaplein gevestigd en heeft thans de beschikking over een expositieruimte van 1.000 vierkante meter. Het volkenkundig museum probeert een beeld te geven van de verschillende Indonesische volkeren en hun culturen. De opening werd gevolgd door een reeks van culturele evenementen.
| |
Laurens Janszoon Costerprijs voor Geert van Oorschot
De uitgever en schrijver Geert van Oorschot is de Laurens Janszoon Costerprijs toegekend. Deze prijs werd onlangs door het gemeentebestuur van Haarlem ingesteld ter onderscheiding van een persoon, instelling of firma die zich op tal van wijzen verdienstelijk heeft gemaakt voor het Nederlandse boek. De prijs werd aan Geert van Oorschot toegekend op aanbeveling van een jury bestaande uit de heren Michel van der Plas, Harry Prenen en Nico Scheepmaker. De prijs, bestaande uit een bedrag van f. 5000.-, werd begin juni in de Gravenzaal van het Haarlemse stadhuis uitgereikt.
| |
Nederlandse en Vlaamse toneelgroepen gaan de straat op
Toneelgroepen uit Nederland en Vlaanderen zullen voor de vierde maal de kans krijgen om deel te nemen aan een Toneelmanifestatie te Heeze op zaterdag en zondag 27 en 28 augustus. In het kader van de 20e ‘Brabantse Dag’ te Heeze wordt door het Brabants Centrum voor het Amateurtoneel (BCA) en het Comité Amateurtoneel België-Nederland (CABN) voor de vierde maal een festival opgezet.
Er worden drie vormen van theater gepresenteerd: straattoneel, wagenspelen en kindertoneel. Het festival wordt mogelijk gemaakt door een subsidie van het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag, de provincie Brabant en de stichting ‘Brabantse Dag’. Het centrale thema is ‘Houwen en trouwen’. Het Zunderts Toneel en organisatoren van het jaarlijkse Bloemencorso te Zundert hebben het Brabants Centrum verzocht ook daar een toneelfestival in te richten. In beginsel is besloten tot een straattoneelfestival op zondag 4 september a.s.
| |
Stichting ‘Ons Erfdeel’
Eind juni vergaderde de Raad van Beheer van de Vlaams-Nederlandse Stichting ‘Ons Erfdeel’ in het Dialoogcentrum te Rekkem. Tijdens deze bijeenkomst werd een aantal mandaten vernieuwd en werd ook een nieuw lid benoemd. De Raad van Beheer bestaat thans uit de navolgende personen: mr. Raf Renard, voorzitter, Brasschaat; J. Deleu, afgevaardigd-beheerder, Rekkem; baron A. Bekaert, Zwevegem; prof. dr. H.W.J. Bosman, Tilburg; prof. dr. Hendrik Brugmans, Brugge; mevrouw Annemarie Deleu-Deblaere, Rekkem; prof. dr. Guillaume Dirckx, Beersel; mr. Philip Houben, Joure (Friesland); Maurits van Lerberghe, Brussel; prof. dr. Vaast Leysen, Brasschaat; Maurits Naessens, Meise; ir. Paul Nicolai, Gorsem-St.-Truiden; dr. C. Reedijk, Den Haag; mr. Michiel Vandekerckhove, Kortrijk; prof. dr. Adriaan Verhulst, Gent. Ere-voorzitter is André Demedts. Op deze bijeenkomst werd de heer Werner Duthy, licentiaat in de germaanse filologie, als redactiesecretaris van de publikaties van de Stichting aangesteld.
Voorts besliste de Raad van Beheer in 1978 een volledige bibliografie op de markt te brengen over de 20 jaargangen van het tijdschrift ‘Ons Erfdeel’. Het boekwerk zal een 400-bladzijden tellen en zal bij voorintekening verkrijgbaar zijn.
| |
Hippoliet van Peene-Virginie Miryprijs van de V.T.B.
Door de Vlaamse Toeristenbond wordt, in samenwerking met de Vereniging van Vlaamse Toneelauteurs, een jaarlijkse prijs uitgeloofd ter bevordering van de Nederlandstalige toneelliteratuur. Het bedrag van die prijs bedraagt 25.000 fr.
Deze prijs kan toegekend worden aan de persoon, de vereniging, de instelling, het bedrijf, de onderneming of de toneelgroep (beroeps-, semi-professioneel of amateurgezelschap) die zich in de loop van een speeljaar uitzonderlijk verdienstelijk heeft gemaakt wat het propageren van Nederlandstalig toneelwerk van nog levende auteurs betreft.
Het is wenselijk dat alle groepen of personen, die menen in aanmerking te komen voor deze prijs, een omstandig verslag van hun aktiviteiten overmaken vóór 15 juni van elk jaar aan de V.T.B., St.-Jakobsmarkt 45, 2000 Antwerpen. Vóór 1 oktober brengt de jury advies uit bij de voorzitter van de Vlaamse Toeristenbond.
Als blijk van hulde en erkentelijkheid tevens, wordt deze prijs genoemd naar een Vlaams echtpaar, dat in de eerste helft van de vorige eeuw in uiterst moeilijke omstandigheden onschatbare diensten heeft bewezen aan het nederlands kultuurleven in het algemeen en aan het Nederlandstalig toneel in het biezonder: ‘Prijs Hippoliet van Peene-Virginie Miry’.
| |
Fotografie
Om de drie jaar richten de V.T.B. en de V.A.B. een nationale wedstrijd in voor al hun leden en liefhebbers-fotografen. Het succes ging steeds in een stijgende lijn. Na de tentoonstelling in Antwerpen van de beste proeven zullen de foto's tentoongesteld worden in geheel Vlaanderen. De expositie in Antwerpen en de prijsuitreiking zullen omstreeks kerstmis geschieden. De voorwaarden zijn op schrift te verkrijgen bij het kantoor van de V.T.B., St.-Jakobsmarkt 45, 2000-Antwerpen.
Ieder jaar organiseert de V.T.B. een prijskamp schooltoerisme. Er wordt om groepswerk gevraagd, dat bestaat uit een verhandeling, het maken van fotomateriaal en andere plastische elementen. De prijs bestaat uit een volle dag de gast zijn van de V.T.B. in een Vlaamse gemeente naar keuze. De prijswinnaars van dit jaar zijn het Instituut Regina Mundi uit Genk en het St.-Jozefinstituut uit Hoeselt.
De bekroonde werken zullen tentoongesteld worden van 23 september tot 29 september in de De Braeckeleergalerij van het V.T.B. Bondsgebouw te Antwerpen en op een latere datum te Hasselt en te Genk.
|
|