Toespraak van drs. Dittrich, de nieuwe voorzitter Nederland
Tijdens de op 4 juni te Veere gehouden algemene vergadering werd drs. M.J.A.R. Dittrich, benoemd tot voorzitter-Nederland van het Algemeen-Nederlands verbond. De hiernavolgende tekst is de toespraak van de nieuwe voorzitter naar aanleiding van zijn ambtsaanvaarding.
Graag zeg ik U dank omdat ik mijn stage-periode in het bestuur van ons Verbond heb mogen beëindigen en omdat U mij hebt geroepen om het voorzitterschap Nederland op mij te nemen.
Ik ben Uw Vergadering erkentelijk, niet omdat ik weer een functie heb toegeschoven gekregen, maar wel omwille van de functie, welke mij zo bijzonder aanspreekt. Het is overigens niet alleen binnen het raam van het A.N.V. dat wij mogen bemerken van hoe groot belang het is onze nederlandse cultuur te behouden en te onderhouden. Vele nederlanders uit de zuidelijke en de noordelijke nederlanden kunnen dat vrijwel dagelijks ervaren, hetzij in functies welke beroepsmatig worden bekleed, hetzij binnen het niet-beroepsmatige kader. Als burgemeester van een zelfs kleine gemeente welke dicht bij de twee staatsgrenzen is gelegen, ervaart men zo niet dagelijks, dan toch zeer regelmatig, de onderscheiding van mensen in groepen welke nagenoeg in elkaars cultuurpatroon passen. Het belangrijkste communicatiemiddel: de taal, levert tussen de bewoners weerszijden de grenzen nauwelijks moeilijkheden op als de eigen streektaal wordt gesproken. Mijn jaren bij de N.O.S. hebben mij geleerd, dat als ‘Brussel’ en ‘Hilversum’ elkaar ontmoetten, men niet enkel elkaars taal verstond maar dat men ook in elkaars taal kon denken, want het is dezelfde taal! Mijn voorzitterschap van de Regionale Omroep Zuid heeft mij doen ontdekken, dat de kortsluiting tussen de studio's Luik en Hasselt in Maastricht kan worden bewerkstelligd. In 1946 was ik als Leuvens student ervan getuige, dat een Leidse student tot zijn vreugde ontdekte, dat het vlaams toch eigenlijk ook nederlands was en nauwelijks een jaar later vertelde een Amsterdamse kastelein mij dat ik wel goed nederlands sprak, maar dat hij toch duidelijk kon horen dat ik een buitenlander was! Als wij tijdens de oorlog met enkele maastrichtenaren in een café of restaurant in het westen in onze eigen taal spraken, liepen spoedig de tafels rondom ons leeg...!
Deze eenvoudige voorbeelden, Mijnheer de Voorzitter, doen begrijpen dat ik in de doelstellingen van het A.N.V. juist datgene aantref, dat mij boeit en dat het voor mij zo belangrijk maakt aan de realisering van die doelstellingen te mogen medewerken.
Er zal veel, heel veel werk moeten worden verzet om de sedert enkele jaren ingezette goede ontwikkeling te doen voortzetten.
Mijn stage-periode heeft mij doen ervaren, dat het samenwerken met U allen in het dagelijks bestuur en in het hoofdbestuur voor mij een aangename verplichting is. Ik beschouw het zonder meer als een voorrecht U, mijnheer de voorzitter, als vlaamse even-knie te kunnen en te mogen ontmoeten
De kennismaking met de directeur van ons verbond, de heer Groothoff, en diens medewerkers heeft voor mij onomstotelijk bewezen, dat het verbond, ook in de