Kunstmarkt en Benelux
Dat het Europa der Grenzen nog niet tot de folklore behoort, hebben de Belgische kunstvrienden onlangs aan den lijve ondervonden. Op 1 april werd in België de B.T.W. op de verkoop van kunstvoorwerpen verhoogd, van 6 naar 18%. Omdat in Nederland de fiscale voorwaarden veel gunstiger zijn, besloot het Antwerpse venduhuis Campo een mooie verzameling (drie miljoen gulden) moderne schilderijen in Breda te gaan veilen. De Belgische kopers volgden, wel wetend dat ze, om aan de B.T.W.-heffing van 18% te ontsnappen, de verworven werken de grens over zouden moeten smokkelen. Maar de douane waakte. Belgische ambtenaren noteerden de autonummers van de voor het Turfschip (Tatort!) geparkeerde wagens. Lange files Belgische auto's werden aan de grens met veel misbaar onderzocht. Op de trein tussen Roosendaal en Essen lag de vraag of het Kunst was op de lippen van de voor de gelegenheid herrezen douaniers bestorven. Eigenaars van de voor het Turfschip geparkeerde wagens kregen ambtenaren over de vloer, werken werden in beslag genomen. Ook dat, vrienden, is Benelux.
De bewuste B.T.W.-verhoging was een onderdeel van een pakket fiscale maatregelen om het tekort op de begroting aan te zuiveren. Dat z.g. Egmont-plan was
Niets haalt zo'n echt aktuele prijzen als echte antiek.
voor het toenmalig christelijk-liberaal kabinet-Tindemans een heet politiek hangijzer, dat overigens niet vreemd is aan de jongste verkiezingsnederlaag van de Vlaamse liberalen. De regering begreep de Belgische veiling in Nederland dan ook als een regelrechte uitdaging, het omzeilen van een onpopulaire wet, een aanzetten tot smokkelen. Het optreden van de douane, als reactie van de overheid, was dus begrijpelijk.
Maar ook het uitwijken van het venduhuis had zijn reden. Vergelijkt u even de B.T.W.-percentages op de toeslagprijs in:
Italië |
2,80 à 4,20% |
West-Duitsland |
3,30 à 5,50% |
Frankrijk |
4,50 à 5% |
Nederland |
0,80% |
Groot-Brittannië |
0,80% |
België |
18% |
Allemaal lidstaten van een EEG waarin de G voor Gemeenschap staat. Bovendien moeten de kopers in België een volgrecht betalen op moderne werken (levende kunstenaars en tot 60 jaar na het overlijden).
Door dat volgrecht kunnen de kunstenaars en hun nabestaanden van de waardevermeerdering van hun werk genieten - wat maar rechtvaardig is. Het volgrecht is niet waterdicht, het kàn een verre neef onbehoorlijk rijk maken, maar dat zijn uitzonderingen. Het wordt op Belgische veilingen als volgt berekend:
Toeslagprijs van 1.000 tot 10.000 BF |
2% |
Toeslagprijs van 10.001 tot 20.000 BF |
3% |
Toeslagprijs van 20.001 tot 50.000 BF |
4% |
Toeslagprijs hoger dan 50.000 BF |
6% |
In Nederland hoeft men geen volgrecht te betalen. Wél onderschreef Nederland, met 38 andere landen, een internationaal akkoord dat het volgrecht instelt, maar slechts twee ervan passen het toe: Frankrijk en België...
Zo ontmaskerde de Belgische kunsthandel het land van Joop den Uyl als een fiscaal paradijs.
De veiling van Campo werd een succes, hoewel de Nederlandse kopers voor de moderne Vlaamse schilderijen weinig belangstelling hadden (wel boden ze flink mee op etsen en litho's). Zo bleek nogmaals het sterk nationale karakter van een kunstmarkt. Nederlandse verzamelaars waardeerden de werken van bekende Vlaamse kunstenaars vaak drie of vier keer lager dan de prijs die ze van de Belgische kopers kregen. Hetzelfde lot wacht artiesten uit het Noorden in