Pleidooi voor keuzemogelijkheid
Een vraag die in dit verband terecht gesteld mag worden, is, waarom het nu juist het Engels moet zijn dat als tweede taal op de Nederlandse basisschool moet worden aangeleerd. Moet dit misschien gezien worden als een poging in de pas te blijven bij de internationale ontwikkeling die aan het Engels een steeds grotere betekenis heeft toegekend? Nu zal ik de laatste zijn die ontkent dat deze taal is uitgegroeid tot een wereldomspannend communicatiemiddel. Maar dat is voor mij nog geen duidelijk aanwijsbare reden waarom straks het onderwijs in deze taal verplicht gesteld zal moeten worden voor de basisschool.
Echter in het geval men bij de vaststelling van de uiteindelijke wettekst niet terugkomt van het voornemen tot invoering, zou ik willen pleiten voor het scheppen van een keuzemogelijkheid als het gaat om het onderwijs in een tweede taal. Ik gebruik hier opzettelijk de aanduiding ‘in een tweede taal’. Op deze wijze kan (en dat geldt met name de oostelijke provincies) het mogelijk gemaakt worden voor het Duits te kiezen als tweede taal.
In het raam van de toeneming van de contacten over en weer in het oostelijke grensgebied zou deze keuzemogelijkheid zeer toe te juichen zijn. Het biedt tegelijk de mogelijkheid dat er bij de verantwoordelijke instanties in de hierboven genoemde Westduitse deelstaten op kan worden aangedrongen hier iets tegenover te stellen ten gunste van het onderwijs in het Nederlands.
Trouwens een opzet van het onderwijs in een tweede taal als door mij geschetst, opent nog meer perspectieven. Tot op heden is er in Nederland (met uitzondering van Friesland) vrijwel nergens sprake van enige vorm van onderwijs in de eigen streektaal binnen de basisschool. Naar mijn mening wordt het de hoogste tijd dat aan deze stiefmoederlijke behandeling een eind gaat komen.
En dat kan als de op het getouw staande wettelijke regeling betreffende het onderwijs in de tweede taal ook van toepassing wordt verklaard op de streektaal. De wettekst behoeft hiervoor slechts op één punt te worden gewijzigd. In Art. 10.5 wordt de mogelijkheid geboden de streektaal mee als voertaal bij het onderwijs te gebruiken; dit zou verruimd moeten worden in die zin dat de streektaal ook mag worden orderwezen.
Het facultatieve karakter zal dan ook hierin moeten bestaan dat elke basisschool op dit punt in eigen verantwoordelijkheid een beslissing kan nemen. Op deze wijze zal deze regeling een uiterst belangrijke bijdrage kunnen gaan vormen tot verrijking van de gewestelijke culturen.
MARTEN HEIDA
Het taalonderwijs zit in een spanningsveld tussen streektaal en wereldcommunicatie.