Centralistische staten zijn een gevaar voor Europa
De wereld en de menselijke samenleving worden door twee krachten beheerst. Krachten, die dikwijls vriend en vijand tegelijk zijn. Krachten, die elkaar evenzeer telkens moeten verbeteren en die in een zeker evenwicht dienen te zijn. De wereld is een eenheld. Een woord als het heelal - hoe oneigenlijk dat woord heden ook is - houdt altijd in: het geheel en de delen. Wie alleen delen ziet, ziet scheel. Wie alleen in een term als het heelal denken kan, kan moeilijk tot het inzicht komen van het bestaan der delen die het Al vormen. Er zijn krachten die bundelen. Dat is uitnemend. Er zijn ook krachten die afstoten. Hetgeen ook uitnemend is. Komen wij nu tot de menselijke samenleving dan zien wij de mensheid als eenheid, als geheel en als een verbondenheid. Diezelfde mensheid valt nochtans duidelijk te onderscheiden. De waanzin die het woord ‘ras’ dikwerf oproept kan ons niet doen besluiten dat er geen verscheidenheid bestaat. Wij kennen het scherpsnijdende, zo veel inhoudende, onderscheid tussen man en vrouw. Wij staan voor de verscheidenheid blank, bruin, zwart als het gaat om mensen. Wij staan voor Staten en Staatjes. Voor machtige volkeren en voor zwakke volkjes. Wij staan voor Staten die grote delen van de wereld hebben beheerst of heden beheersen.
Een Staat blijkt onderworpen aan twee krachten. Aan centralistische en aan decentralistische invloeden. De sterkste Staat van de (schijn-) eenheid ontkomt niet aan het feit, dat hij uit delen bestaat; hetzij geschiedkundig verantwoord, redelijk gegroeid, hetzij roofzuchtig tyranniek gesmeed in de jaren van roof en dwingelandij.
Een zekere, uit verscheidenheid geboren, eenheid zoekt naar een beslissend sterk middelpunt. Het middelpunt is nochtans niets, als van dat punt uit geen krachten drijven naar de uiterste delen. Is dat middelpunt onnatuurlijk het punt van een roofzuchtige tyrannieke Staat, dan hebben de delen geen nationaal-, cultureel- of sociaal leven. Dan wordt van dat middelpunt uit gecommandeerd. Het buitenste deel wordt dan verwaarloosd of achteruit gesteld. Is het centralistische punt het punt van een Staat die zijn delen in de geschiedenis bijeen heeft geroofd en onder sterke druk van de oorspronkelijke waarde van de afgezonderde delen veel heeft afgenomen en vernietigd, dan is zo'n Staat meestal een Staat vol spanningen.
Raakt zo'n Staat in oorlog, dan blijken altijd bepaalde delen de eigen Staat los te laten. Zij grijpen de gelegenheid gretig aan om onder de centralistische zweep uit te komen.
Bij het in moeilijkheden geraken van de Staten met kolonies viel duidelijk waar te nemen hoe de kolonies, logisch en terecht, de vijand van hun Staat bijvielen. België, als onnatuurlijk centralistische Staat van 1830, kreeg zijn straffen in twee wereldoorlogen duidelijk toebedeeld. Het centralistische Madrid van heden staat bij de vele moeilijkheden om Spanje een democratie te doen worden, voor het brandende conflikt Baskië-Catalonië.
Hetgeen de Russen, verdrukkers van de Oekraïnen, aan samenwerking van deze Oekraïnen met de Duitsers in 1941-1945 hebben moeten zien en ondervinden bevestigt mijn mening.
Koloniale Staten hebben geheel willekeurig lijnen getrokken. In Azië, Afrika en Zuid-Amerika kunnen wij de rampzalige gevolgen duidelijk zien. De lijn die Nieuw-Guinea van boven naar beneden scheidt, was even kunstmatig als de lijn die Oostelijk Nieuw-Guinea horizontaal uiteenreet. In het Afrika van heden zijn de troebelen en de gevechten niet los te denken van de geschiedenis van de koloniale Staten. Het drama Pakistan-Bangla-Desh ware wellicht, precies als de strijd om Kasmir, te voorkomen geweest als de Engelse bezitter van weleer niet te centralistisch het gehele Voor-Indië (Indië) had beheerst.
Wie Vietnam zegt, weet hetgeen de Fransen met Frans-Indo-China hebben gedaan. Wie de verdeling van Timor en van Borneo nagaat, ziet geschiedkundig de strijd tussen de overweldigers van weleer in grenzen terug.
Elk volk zoekt centrale punten. Elk volk zal zijn Staat een middelpunt, een hoofdstad, geven. Een wonderlijk, grillige geschiedenis kan een eenheid als Zwitserland doen ontstaan. Eenheid in veelheid der rijke verscheidenheid. Doch de geschiedenis van dat Zwitserland is een geheel andere als van de nabuurlanden Italië, Duitsland en Frankrijk.
Europa is zeer grillig in Staten uiteengegaan. Dat Europa heeft allerminst de natuurlijke verscheidenheid der volkeren goed afgegrensd. Als ik ‘natuurlijke verscheidenheid’ schrijf kan meer dan één lezer opmerken: is de geschiedenis wel natuurlijk? Is zij niet veeleer een hoogst grillige en zeer eigenwijze juffrouw? Een kwelduivelin? Een grens geworden onredelijkheid?
In de geschiedenis spelen ook hier twee krachten; redelijke, te waarderen, krachten en hoogst onredelijke, te verwerpen krachten. Geschiedenis is vertoon van macht. En macht is strijd. In de strijd winnen lang