Uit Noord en Zuid
Hete hangijzers
In het politieke leven van Nederland ontbreekt het in de laatste tijd allerminst aan hete hangijzers. Het gevolg is een reeks van spanningen en speculaties. Het zijn de bewijzen van de veelheid van problemen waarvoor de regering wordt gesteld en waarover het parlement zich moet uitspreken. Deze opeenstapeling van vraagstukken vloeit uit de uitermate gecompliceerde verhoudingen in de samenleving voort. Er gaat geen avond voorbij of in het NOS-journaal wordt melding gemaakt van het sluiten van bedrijven en de toenemende werkloosheid.
Vaak liggen de oorzaken niet binnen de landsgrenzen. Inflatie, werkloosheid, defensielasten en de verhouding tussen lonen en prijzen openbaren zich in een wereldwijd verband. Wat vandaag in Brussel wordt beslist, heeft morgen invloed op het beleid in Den Haag. De economische positie van een klein land als Nederland is in hoge mate afhankelijk van wat er zich in de Verenigde Staten of Japan afspeelt.
Er wordt gezamenlijk gezocht naar oplossingen, zoals in Europees monetair verband, of binnen de NATO. Hoogstens kan er dan in eigen land worden bijgestuurd en aangepast om aan de verplichtingen te voldoen zonder veel schade te ondervinden.
Wordt een bedrijfstak in Nederland in de concurrentiestrijd met het buitenland in een hoek gedreven, dan zal de regering proberen andere mogelijkheden te vinden. De tijd dat men produceerde voor het eigen gebruik, dat men zorg droeg voor de nationale veiligheid en het huishoudelijk beheer in eigen land kon overzien, is reeds lang voorbij. Vliegtuigen vliegen binnen een uur over het kleine Nederland, de moderne bewapening is niet afgestemd op de verdediging van een klein gebied maar eerder op dat van continenten. De ganse ontwikkeling dwingt tot samenwerking en integratie. Maar ook dat is een moeizaam proces van vallen en opstaan. Zo eensgezind verlopen de besprekingen in Brussel dikwijls niet!
Men doet er wijs aan, bij alle kritiek op een regeringsbeleid zich van de grote lijnen van het wereldgebeuren bewust te zijn.
Welke kleur een Nederlands kabinet ook moge hebben, het zal voor dezelfde geldontwaarding komen te staan en voor dezelfde uitgaven. Natuurlijk, de aanpak zal verschillend zijn en voortvloeien uit beginselen en fundamenten van maatschappijbeschouwingen, zoals die hun weerslag vinden in de programma's der politieke partijen. Maar, dan nog ... zullen grote groepen elkander op een regeringsprogramma moeten vinden, hetgeen betekent dat er water in de wijn moet worden gedaan.
Wèl of niet in Nederland een middenschool, wel of niet de ontkoppeling van een omroepblad, wèl of niet huurverhoging? Wie zal straks het Catshuis bewonen, wanneer in de laatste week van mei 1977 de verkiezingen zijn gehouden?
Tal van vragen en kwesties. Inderdaad hete hangijzers. De zaak Menten bracht beroering. Het beraad in de Tweede Kamer was allesbehalve een verjaarspartijtje. Een zitting in de Tweede Kamer over de huren, die tot vroeg in de ochtenduren duurde, waarbij het kabinet langs het randje liep, maar zich toch staande wist te houden.
De zaak van de kerncentrales, waarover op het moment dat we dit schrijven, nog geen uitsluitsel is gegeven, maar die toch de positie van het kabinet ernstig bedreigt.
De oprichting van het CDA; het samengaan van de KVP, de ARP en de CHU in één verband, wellicht, zoals we de vorige keer schreven straks de grootste fractie in de Tweede Kamer. Wordt het een samenwerking met de P.v.d.A. of met de VVD.
De één wil over een coalitie duidelijke afspraken vooraf, zodat de kiezers weten waar ze aan toe zijn. Anderen zijn van mening dat dit een onmogelijke zaak is en de duidelijkheid in de politiek afbreuk doet.
Het is te hopen, dat de Nederlanders blijk van hun nuchterheid geven en het op prijs stellen de democratische spelregels in acht te nemen. Het zal wel in orde komen.
GEERT GROOTHOFF